Uittreksel uit arrest nr. 131/2010 van 18 november 2010 Rolnummer 4828 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april

Uittreksel uit arrest nr. 131/2010 van 18 november 2010

Rolnummer 4828

In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april 2009 « tot wijziging van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium », ingesteld door Patrick Vantomme en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 december 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 december 2009, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april 2009 « tot wijziging van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juni 2009) door Patrick Vantomme en Marie-Andrée Samain, wonende te 7730 Estaimpuis, rue Saint-Roch 16, Marie-Claude Deconinck, wonende te 7711 Moeskroen, Frankrijkstraat 6-8, Philippe Delberghe, wonende te 7711 Moeskroen, Herseauxlaan 131, Stéphane Delberghe, wonende te 7711 Moeskroen, Herseauxlaan 122, Emmanuel Kerkhove, wonende te 7730 Estaimpuis, chaussée de Dottignies 50, en Stéphane Vanhove en Isabelle Vandenbroucke, wonende te 7730 Estaimpuis, rue de la Couronne 42a.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van het Waalse decreet van 30 april 2009 tot wijziging van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium. Dat decreet bepaalt :

    Artikel 1. In artikel 6 van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° er wordt een nieuw paragraaf 1 ingevoegd, luidend als volgt :

    ' § 1. De in de gewestplannen opgenomen volgende gebieden worden op de datum van inwerkingtreding van hun opname in laatstgenoemde plannen bekrachtigd :

    1° de woonuitbreidingsgebieden met een landelijk karakter;

    2° de uitbreidingsgebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;

    3° de uitbreidingsgebieden voor recreatie die de uitbreidingsgebieden voor recreatie, de uitbreidingsgebieden voor recreatie met verblijf, de uitbreidingsgebieden voor recreatiegebieden met verblijf, de uitbreidingsgebieden voor ontspanning en verblijf en de uitbreidingsgebieden voor ontspanning omvatten;

    4° de uitbreidingsgebieden voor ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen;

    5° de gebieden voor industriële ontwikkeling die de gebieden voor industriële ontwikkeling en het gebied voor industriële ontwikkeling van Sart-Tilman omvatten;

    6° de uitbreidingsgebieden voor dienstverlening;

    7° de uitbreidingsgebieden voor industrie die de uitbreidingsgebieden voor industrie, het uitbreidingsgebied voor industrie "BD", het uitbreidingsgebied voor thermale industrie, het uitbreidingsgebied voor industriële ontwikkeling van Sart-Tilman, het uitbreidingsgebied voor industrie "GE" omvatten. ';

    2° de §§ 1 en 2 worden de §§ 2 en 3.

    Art. 2. Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt

    .

    B.2. Artikel 6 van het voormelde decreet van 27 november 1997 maakt deel uit van de overgangs- en slotbepalingen van dat decreet. Volgens de parlementaire voorbereiding van het bestreden decreet wordt bij de bepaling die het in het decreet van 1997 invoegt, de opneming van bepaalde gebieden in de gewestplannen die niet voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State is voorgelegd, met terugwerkende kracht geldig verklaard :

    Toen in het begin van de jaren zeventig werd begonnen met de opmaak van de gewestplannen, had de toenmalige Regering immers een nomenclatuur voor de inrichting van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen vastgesteld. Dat is het onderwerp van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

    Daarin worden een aantal gebieden opgesomd waarvan het de draagwijdte omschrijft. De afdeling wetgeving van de Raad van State werd vóór het aannemen van dat besluit van reglementaire aard geraadpleegd. Dat advies heeft betrekking op de aanneming van een van die gewestplannen - die normaliter een voor een voor advies aan de afdeling wetgeving hadden moeten worden voorgelegd (zie de parlementaire voorbereiding van de wet van 29 maart 1962, Parl. St., Senaat, 1958-1959, nr. 124, pp. 1 en volgende, 46, 114 en volgende en 119) - voor zover het betrokken gewestplan zich ertoe beperkt die nomenclatuur toe te passen (RvSt, nr. 35.720, 24 oktober 1990, Devos).

    Met toepassing van dat koninklijk besluit van 28 december 1972 stond het de Regering nu eenmaal vrij om andere gebieden of andere voorschriften vast te stellen. Die hebben hetzelfde reglementaire karakter als de in het koninklijk besluit van 28 december 1972 opgesomde voorschriften van de gewestplannen. Het aannemen ervan vereiste dus het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Om maar één voorbeeld te noemen : alle gewestplannen van het Waalse Gewest omvatten, bij het aannemen ervan, ' woonuitbreidingsgebieden met een landelijk karakter '. Dat soort van gebied kwam echter niet voor in de nomenclatuur van het koninklijk besluit van 28 december 1972. Aangezien de afdeling wetgeving niet is geraadpleegd vóór de aanneming van elk gewestplan, zijn zij alle onwettig in zoverre woonuitbreidingsgebieden met een landelijk karakter daarin zijn opgenomen (RvSt, nr. 170.234, 19 april 2007, nv ' COPEVA ')

    (Parl. St., Waals Parlement, 2008-2009, nr. 981/1, p. 2).

    Ten aanzien van het eerste middel

    B.3.1. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 8, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, met de beginselen van de scheiding der machten, van de eerbiediging van de rechten van de verdediging, van de wapengelijkheid en van de niet-retroactiviteit van de normen en met het verbod van machtsoverschrijding en van machtsafwending.

    B.3.2. De verzoekende partijen zijn omwonenden van een site die het voorwerp heeft uitgemaakt van een globale vergunning waarvan zij de schorsing van de tenuitvoerlegging hebben verkregen voor de Raad van State, aangezien die het middel dat was afgeleid uit de onwettigheid - bij gebrek aan een advies van de afdeling wetgeving - van het gewestplan ter uitvoering waarvan de vergunning was toegekend, ernstig heeft geacht. Zij doen gelden dat het bestreden decreet, dat bepalingen geldig verklaart waarvan de wettigheid door de Raad van State in het geding is gebracht, een verschillende of een gelijke behandeling teweegbrengt tussen de rechtzoekenden naargelang zij al dan niet een beroep hebben ingesteld tegen een maatregel die krachtens de aldus geldig verklaarde bepalingen is genomen : die geldigverklaring zou een inmenging van de overheid in hangende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT