Reglement van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van 19 juni 2020 met betrekking tot hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke
Reglement van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van 19 juni 2020 met betrekking tot hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 gewijzigd op 3 juli 2019
Gelet op hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7, artikelen 63, 64, 69, 74 en 80;
Gelet op het reglement van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van 13 december 2017 met betrekking tot hoofdstuk 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7,
Besluit :
Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de definities die gegeven zijn in artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7.
Ter aanvulling van deze definities wordt voor de toepassing van dit reglement verstaan onder:
-
KB vervoer: het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7, gewijzigd op 3 juli 2019;
-
KB nucleaire documenten: het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van nucleaire documenten;
-
Nucleaire materialen van de fysieke beveiligingsgroep B: de materialen als dusdanig gedefinieerd in het Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de categorisering van het kernmateriaal en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoerbedrijven;
-
Hoog risico gevaarlijke goederen van de klasse 7: de gevaarlijke goederen waarvoor er volgens de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen een beveiligingsplan moet opgesteld worden;
-
Beheerder: elke natuurlijke of rechtspersoon verantwoordelijk voor het terrein of het gebouw waar een onderbrekingsplaats of -site wordt ingericht en die geen exploitant is;
-
Inrichter: een organisatie die een onderbrekingsplaats of een onderbrekingssite wenst in te richten en daartoe de aanvraag voor akkoord of erkenning indient bij het Agentschap.
Art. 2. Voorschriften voor het onderbreken van transporten (artikel 80 KB vervoer)
§ 1 Voorschriften voor het onderbreken van transporten zijn:
-
onderbrekingen van transport worden zo kort mogelijk gehouden;
-
onderbrekingen van transporten kunnen enkel gebeuren op een volledig afgesloten terrein. Indien het geen volledig afgesloten terrein betreft, kan de inrichter compenserende maatregelen voorstellen om de toegang tot het terrein voor onbevoegden te vermijden. Dit alternatief is niet mogelijk voor onderbrekingen van wegtransporten van UN-groepen 3 en/of 4. Indien de voertuigen, met uitzondering van deze geladen met enkel colli van UN-groep 1, tijdens de onderbreking niet in een gebouw geplaatst worden, dan moeten deze zoveel mogelijk buiten het zicht van publiek geplaatst te worden;
-
samengestelde wegvoertuigen zijn beide losgekoppeld en minstens 10 meter van elkaar gescheiden. Ten minste 1 trekkend voertuig per 2 aanhangwagens is ter beschikking. Indien de voertuigen in een gesloten gebouw met een alarmsysteem geplaatst worden, is deze loskoppeling en scheiding niet vereist voor zover de voertuigen beschermd zijn tegen diefstal;
-
voor wegvoertuigen waar het brandstofreservoir niet losgekoppeld kan worden van de laadruimte of voor samengestelde voertuigen die niet dienen losgekoppeld te worden, wordt er over gewaakt dat het brandrisico ten gevolge van de aanwezigheid van brandstof minimaal gehouden wordt. Deze bepaling is niet van...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI