Reglement houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2022, de 17 décembre 2021

AFDELING I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit reglement regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 136, 163 en 166, § 3, van de Grondwet.

Art. 2. Voor de uitgaven van de begroting van de Franse Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2022 worden kredieten geopend ten bedrage van:

in duizend EUR
Vastleggingskredieten Vereffeningskredieten
TOTAAL 21.104 21.173

Deze kredieten worden opgesomd in de bij dit reglement gevoegde tabel.

AFDELING II. - Specifieke bepalingen met betrekking tot de Diensten van het College, inclusief deze met betrekking tot de organieke begrotingsfondsen

Art. 3. In afwijking van artikel 15 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, kunnen aan de buitengewone rekenplichtigen geldvoorschotten van 248.000 EUR worden toegestaan om, los van de kleine uitgaven, de vorderingen van maximaal 30.000 EUR (exclusief btw) te betalen.

Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten toe te staan aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, voor zover ze niet meer dan 30.000 EUR bedragen.

De betaling van de bezoldigingen van experten uit het buitenland en van kosten voortvloeiend uit regelingen met vreemde landen kan eveneens per geldvoorschot gebeuren, voor zover ze niet meer dan 30.000 EUR (exclusief btw) bedragen.

De buitengewone rekenplichtige die door het College is aangesteld, wordt gemachtigd vorderingen van maximaal 30.000 EUR (inclusief btw) te betalen met behulp van de geldvoorschotten aangerekend op de basisallocaties 10.000.00.09 en 11.002.01.01.

Art. 4. Voorzieningen kunnen worden toegewezen aan advocaten, experts en gerechtsdeurwaarders die optreden voor rekening van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 5. Het College wordt gemachtigd werkings- en investeringssubsidies toe te kennen ten laste van de basisallocaties die in het reglement zijn opgenomen en die hieronder worden vermeld:

10.000.00.12Toelage aan de Sociale Dienst

11.001.00.01 Subsidies van allerlei aard in verband met de COVID-19-gezondheidscrisis

11.001.00.02 Subsidies van allerlei aard aan verenigingen in verband met de COVID-19-gezondheidscrisis

11.001.00.03 Subsidies van allerlei aard in het kader van de kandidatuur van Brussel als Culturele Hoofdstad van Europa in 2030

11.001.01.02...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT