Reglement houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2020, de 20 décembre 2019

AFDELING I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Onderhavig reglement regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 136, 163 en 166, § 3 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de uitgaven van de begroting van de Franse Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2020, worden kredieten geopend ten bedrage van:

in duizend EUR
Vastleggingskredieten Ordonnanceringskredieten
TOTALEN 21.243,00 21.885,00

Deze kredieten worden opgesomd in bij onderhavig reglement gevoegde tabel.

AFDELING II. - Specifieke bepalingen met betrekking tot de Collegediensten inclusief die met betrekking tot de organieke begrotingsmiddelen

Art. 3. In afwijking van artikel 15 van de organieke wet van het Rekenhof van 29 oktober 1846 en artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 met betrekking tot de reglementering van de uitgaven van de administratieve diensten, kunnen aan de buitengewone boekhouders voorschotten van 248.000 EUR worden toegekend om, onafhankelijk van de contante uitgaven, vorderingen van maximaal 30.000 EUR (exclusief btw) te betalen.

Aan deze boekhouders wordt toestemming verleend om de nodige voorschotten te geven aan functionarissen en experten die naar het buitenland zijn gestuurd, op voorwaarde dat ze niet meer bedragen dan 30.000 EUR.

De betaling van bezoldigingen voor experten uit andere landen en kosten die voortvloeien uit regelingen met het buitenland kan ook door middel van voorschotten worden uitgevoerd, op voorwaarde dat deze niet meer bedragen dan 30.000 EUR exclusief btw.

De buitengewone boekhouder die door het College is aangesteld, is bevoegd om de vorderingen van maximaal 30.000 EUR (inclusief btw) te betalen met behulp van de voorschotten van gelden die zijn toegewezen aan de basisallocaties 10.000.00.09 en 11.002.01.01.

Art. 4. Provisies kunnen worden toegewezen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die optreden namens de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 5. Het College is bevoegd om werkings- en investeringssubsidies toe te kennen ten laste van de basisallocaties die in het reglement zijn opgenomen en die hieronder worden vermeld:

10.000.00.12 Dotatie aan de Sociale Dienst
11.001.01.02 Subsidies aan verenigingen (privésector)
11.001.01.03 Subsidies voor circuskunsten
11.001.01.06 Subsidies in het kader van de uitvoering van het Cultureel Plan
11.001.01.08 Subsidies aan verenigingen (openbare sector)
11.001.01.09 Steun voor de oprichting van lokale cultuurhuizen
11.001.01.10
...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT