Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., de 20 mars 2007

Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. Punt 1° wordt door de volgende bepaling vervangen :

    " 1° " de Dienst " : de Directie-generaal Controle van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. ";

  2. Punt 4° wordt door de volgende bepaling vervangen :

    " 4° " het koninklijk besluit " : het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. "

    Art. 2. In hetzelfde besluit wordt punt a) van artikel 2, § 2, vervangen door de volgende bepaling :

    " a) voor het in de lijst opgenomen plantaardige materiaal, volgens de in bijlage I, deel II vermelde voorschriften. "

    Art. 3. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden " het koninklijk besluit van 3 mei 1994 " vervangen door " het koninklijk besluit ".

    Art. 4. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 5. De bijlagen bij hetzelfde besluit worden als volgt gewijzigd :

  3. ) Bijlage II wordt vervangen door de bijlage I bij dit besluit;

  4. ) Bijlage III wordt vervangen door bijlage II bij dit besluit;

  5. ) Bijlage IV wordt vervangen door bijlage III bij dit besluit;

  6. ) Bijlage V wordt vervangen door bijlage IV bij dit besluit;

  7. ) Bijlage VI wordt vervangen door bijlage V bij dit besluit;

  8. ) Bijlage VII wordt vervangen door bijlage VI bij dit besluit.

    Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2007.

    Gegeven op 20 maart 2007.

    R. DEMOTTE

    BIJLAGEN.

    Art. N1. Bijlage I. " BIJLAGE II.

    Onderzoeksmethode voor de diagnose, detectie en identificatie van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. :

    Methode beschreven in bijlage II bij Richtlijn 98/57/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. ".

    Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 maart 2007 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.

    R. DEMOTTE

    Art. N2. Bijlage II. - " BIJLAGE III.

    1. Voor elke vermoede aanwezigheid van het organisme waarvoor de screeningtest(s) volgens de in bijlage II beschreven methoden voor het vermelde plantaardig materiaal en voor alle andere gevallen een positieve uitslag geven en waarvoor de bevestiging of de weerlegging na de volledige uitvoering van die methoden nog wordt afgewacht, moeten :

      - alle bemonsterde knollen en voor zover mogelijk alle bemonsterde planten,

      - het resterende extract en de daarbij gemaakte preparaten voor de screeningtests, bijvoorbeeld de immunofluorescentiepreparaten en

      - alle relevante documenten

      bewaard en adequaat geconserveerd worden tot het onderzoek volgens de genoemde methoden is afgerond. Met de bewaarde knollen kunnen zo nodig rassenproeven worden uitgevoerd.

    2. Als de aanwezigheid van het organisme wordt bevestigd, moeten :

      - het in punt 1 genoemde materiaal en

      - eventueel een monster van het met het knol- of plantenextract besmette tomaten- of auberginemateriaal, en

      - de geïsoleerde cultuur van het organisme

      gedurende ten minste een maand na de kennisgeving krachtens artikel 5, paragraaf 2, bewaard en adequaat geconserveerd worden. "

      Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 maart 2007 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.

      R. DEMOTTE

      Art. N3. Bijlage III. - " BIJLAGE IV.

      Het in artikel 5, paragraaf 1, punt a) i) bedoelde onderzoek omvat, voorzover van toepassing, de volgende elementen :

      1. de productieplaatsen waar :

      - aardappelen worden of zijn geteeld die klonaal verwant zijn aan de aardappelen waarvan is geconstateerd dat ze met het organisme besmet zijn,

      - tomaten worden of zijn geteeld uit dezelfde bron als die van de tomaten die met het organisme besmet blijken te zijn,

      - aardappelen of tomaten worden of zijn geteeld die onder officieel toezicht zijn geplaatst omdat vermoed wordt dat het organisme erop voorkomt,

      - aardappelen worden of zijn geteeld die klonaal verwant zijn aan de aardappelen die zijn geteeld op productieplaatsen waarvan is vastgesteld dat ze besmet zijn met het organisme,

      - aardappelen of tomaten worden of zijn geteeld en die dicht bij productieplaatsen liggen die besmet zijn of rechtstreeks of via loonwerkbedrijven in contact kunnen zijn geweest met dezelfde landbouwmachines of productievoorzieningen,

      - voor irrigatie of beregening oppervlaktewater wordt gebruikt waarvan vermoed wordt of bevestigd is dat het besmet is met het organisme,

      - voor irrigatie of beregening oppervlaktewater wordt gebruikt dat ook wordt gebruikt op productieplaatsen waarvan vermoed wordt dat ze met het organisme besmet zijn,

      - overstroming plaatsheeft of heeft plaatsgevonden met oppervlaktewater waarvan vermoed wordt of bevestigd is dat het met het organisme is besmet en

      ii) oppervlaktewater voor irrigatie, beregening of overstroming van velden of productieplaatsen waarvan bevestigd is dat ze met het organisme besmet zijn. "

      Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 maart 2007 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.

      R. DEMOTTE

      Art. N4. Bijlage IV. - " BIJLAGE V.

    3. Voor het bepalen van de omvang van de waarschijnlijke besmetting als bedoeld in artikel 5, paragraaf 1, punt a) iii) en punt c) iii), moet rekening worden gehouden met de volgende elementen :

      - in de lijst opgenomen plantaardig materiaal dat is geteeld op een krachtens artikel 5, paragraaf 1, punt a) ii) besmet verklaarde productieplaats,

      - productieplaatsen die in contact kunnen zijn geweest met in de lijst opgenomen plantaardig materiaal dat krachtens artikel 5, paragraaf 1, punt a) ii) besmet is verklaard of die rechtstreeks of via loonwerkbedrijven in contact kunnen zijn geweest met dezelfde landbouwmachines of faciliteiten,

      - in de lijst opgenomen plantaardig materiaal dat op de in het vorige streepje bedoelde productieplaatsen is geteeld of daar aanwezig was in de periode waarin krachtens artikel 5, paragraaf 1, punt a) ii) besmet verklaard in de lijst opgenomen plantaardig materiaal aanwezig was op in het eerste streepje bedoelde productieplaatsen,

      - plaatsen waar in de voorgaande streepjes bedoelde productieplaatsen afkomstig in de lijst opgenomen plantaardig materiaal wordt behandeld,

      - machines, voertuigen, gebouwen, opslagplaatsen of delen daarvan en alle andere voorwerpen, verpakkingsmateriaal inbegrepen, die met krachtens artikel 5, paragraaf 1, punt a) ii) besmet verklaard in de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT