4 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 47;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1992, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

Gelet op de beslissing van de ministerraad van 30 maart 2001 om het raadgevend comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen te hervormen op basis van een dynamische formule;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 9 november 2001 over het verzoek om een advies van de Raad van State binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies nr. 32.545/4 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2002 krachtens artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het raadgevend comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen bestaat uit twee kamers. Een eerste kamer behandelt het personenvervoer, een tweede het goederenvervoer.

Art. 2. Het comité telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Bovendien behoort minstens één derde van de leden tot elk geslacht.

Art. 3. Het comité is als volgt samengesteld :

  1. tien leden die de treingebruikers vertegenwoordigen, onder wie ten minste

    - een vertegenwoordiger van personen met een beperkte mobiliteit,

    - een vertegenwoordiger van fietsers,

    - een vertegenwoordiger van jongeren,

    - een vertegenwoordiger van senioren en

    - een vertegenwoordiger van gezinnen;

  2. vier leden die de economische actoren vertegenwoordigen, onder wie ten minste

    - een vertegenwoordiger van kleine en middelgrote ondernemingen en

    - een vertegenwoordiger van zelfstandigen;

  3. twee leden die de vervoersector vertegenwoordigen : een vertegenwoordiger van de zeehavens en een vertegenwoordiger van de wegvervoerders;

  4. twee leden die de industriële gebruikers vertegenwoordigen;

  5. drie leden aangewezen door de organisaties die de werknemers vertegenwoordigen en die zetelen in de Nationale Arbeidsraad;

  6. een lid aangewezen door de federale overheid;

  7. een lid aangewezen door de Vereniging van de stad en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  8. een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT