Protocolakkoord gesloten tussen de federale regering en de in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de grondwet bedoelde autoriteiten betreffende de oprichting, de organisatie en de financiering van triage- en afnamecentra in het kader van het beheer van de COVID-19 gezondheidscrisis., de 6 juillet 2020

Artikel M. Protocolakkoord gesloten tussen de federale regering en de in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de grondwet bedoelde autoriteiten betreffende de oprichting, de organisatie en de financiering van triage- en afnamecentra in het kader van het beheer van de COVID-19 gezondheidscrisis

Gelet op de respectieve bevoegdheden van de Federale Staat en van de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet - hierna de `Gemeenschappen en Gewesten' of de `deelentiteiten' genoemd - wat betreft het volksgezondheidsbeleid;

Gezien de respectieve bevoegdheden van de Federale Staat en van de deelentiteiten in de financiering en de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg en de ziekenhuiszorg;

Gezien de dringende noodzaak om de zorgverlening in het kader van het beheer van de COVID-19-crisis aan te passen teneinde

-de verspreiding van de epidemie te beperken,

- ervoor te zorgen dat er voldoende zorg beschikbaar is om de nodige zorg te verlenen aan degenen die door de ziekte worden getroffen

- en de gezondheidswerkers zo goed mogelijk te beschermen tegen het risico om de ziekte op te lopen;

Komen de ministers bevoegd voor gezondheid op federaal niveau en binnen de Gemeenschappen en Gewesten, in het kader van de Interministeriële Conferentie voor Volksgezondheid, het volgende overeen.

Inleiding

Toen de eerste golf van de COVID-19 epidemie medio maart 2020 verscheen, hebben de federale overheid en overheden van de Gemeenschappen en Gewesten overleg gepleegd met vertegenwoordigers van huisartsen en ziekenhuizen om op zeer korte termijn 'triagecentra' op te richten om :

-een massale niet-georganiseerde instroom van patiënten, die verdacht worden ziek te zijn, naar de ziekenhuis-spoeddiensten te beperken, waarbij de triagecentra de taak hebben te beoordelen of deze patiënten al dan niet in het ziekenhuis moeten worden opgenomen (= "triagefunctie");

- aan huisartsen de mogelijkheid te bieden om het contact met hun patiënten, die verdacht worden het virus te dragen, te beperken tot telefonische contacten en hen door te verwijzen naar deze 'triagecentra' voor een face-to-face medisch onderzoek;

- in staat te zijn de beschikbare persoonlijke beschermingsmiddelen te concentreren op die plaatsen waar patiënten, die mogelijk door het virus besmet zijn, kunnen worden opgevangen.

Aan het einde van de acute fase van deze eerste golf van de epidemie, en op het moment dat de middelen die nodig waren om een grootschalig screeningsbeleid uit te voeren voldoende bleken te zijn, werden de triagecentra belast met een extra opdracht, namelijk het afnemen van stalen bij de te screenen personen (= `afnamefunctie').

Dit protocol heeft tot doel meer zichtbaarheid te geven aan de bepalingen die tussen de Federale Staat en de deelentiteiten zijn overeengekomen inzake de modaliteiten en voorwaarden omtrent de werking en de financiering van de "triage- en afnamecentra" en ook een aanzet te geven naar toekomstige afspraken rond de wijze waarop deze centra kunnen worden ingebed in een toekomstig regelgevend kader.

  1. Twee functies die aan de triage- en afnamecentra zijn toevertrouwd.

    A. De triagefunctie

    De bedoeling van de triagefunctie is om te voorkomen dat patiënten, waarvan de toestand geen ziekenhuisopname vereist, zich aanmelden aan de ziekenhuisspoeddiensten.

    Deze functie is bedoeld voor patiënten die zijn doorverwezen door een huisarts die geen fysiek klinisch onderzoek heeft uitgevoerd en die vermoedt dat de symptomen ernstig genoeg zijn om eventueel een ziekenhuisopname te verantwoorden.

    Een klinisch onderzoek wordt uitgevoerd door een huisarts, eventueel bijgestaan door verplegend personeel.

    De aanwezigheid van een arts is te allen tijde noodzakelijk wanneer de triagefunctie toegankelijk is.

    Als de arts na een klinisch onderzoek van mening is dat een ziekenhuisopname niet noodzakelijk is, kan hij beslissen aan de patiënt een test voor te schrijven en deze in het triage- en afnamecentrum uit te voeren.

    B. De afnamefunctie

    De afnamefunctie heeft tot doel beter te voldoen aan de behoeften van de bevolkingsscreening en moet het mogelijk maken om de testvraag op te vangen voor elke persoon die voldoet aan de voor het testen gedefinieerde criteria (1) en die niet in een residentiële structuur is opgenomen.

    De beslissing om een patiënt te testen wordt echter altijd genomen door de behandelende (huis)arts, die de test aan de patiënt moet voorschrijven voordat hij/zij naar het triagecentrum wordt doorverwezen. Voor burgers die niet over een huisarts beschikken, wordt door elke huisartsenkring een oplossing voorzien.

    Op de afnamefunctie van de triage- en afnamecentra kan ook beroep worden gedaan om bepaalde testen uit te voeren op verzoek van de callcenters die zijn opgezet in het kader van de screening- en follow-upstrategie voor personen die in nauw contact zijn geweest met anderen die positief hebben getest. Deze verzoeken moeten voldoen aan de aanbevelingen die zijn goedgekeurd door de Risk Management Group. In sommige gevallen kunnen deze verzoeken betrekking hebben op asymptomatische personen, waaronder mensen die in quarantaine zijn geplaatst, die geen symptomen hebben ontwikkeld en die terugkeren naar hun werk, waardoor ze in nauw contact komen met risicogroepen.

    Inzake de mate waarin ziekenhuizen (of residentiele structuren) bepaalde van hun te hospitaliseren (of te ontvangen) patiënten naar de triage- en afnamecentra kunnen verwijzen, zullen nog voorwaarden worden bepaald na overleg met de huisartsenverenigingen en de ziekenhuiskoepels (of andere koepelorganisaties).

    De afname kan worden uitgevoerd :

    - ofwel door verplegend personeel

    - ofwel door een arts

    - ofwel door andere bevoegde gezondheidszorgverstrekkers.

    De fysieke aanwezigheid van een arts is niet verplicht, maar de coördinerende arts zal altijd oproepbaar zijn (bijvoorbeeld als een patiënt ernstigere symptomen heeft die een klinisch onderzoek vereisen om te beoordelen of een ziekenhuisopname nodig is).

  2. Toegankelijkheid van de triage- en afnamefuncties

    A. De triagefunctie

    Elk triage- en afnamecentrum vestigt zijn triagefunctie op één enkele locatie.

    Om voldoende toegankelijkheid van de triage-functies te garanderen, zullen de deelentiteiten ervoor zorgen dat het aantal centra dat overeenstemt met ten minste 1 centrum per begonnen schijf van 100.000 inwoners, behouden blijft (2). In regio's waar het aantal centra groter is dan 1 centrum per 100.000 inwoners, zullen de deelentiteiten de initiatieven nemen die zij nuttig achten om de centra die de minste inwoners tellen te fuseren met een naburig centrum.

    Triagefuncties worden georganiseerd in nauwe samenwerking met de spoeddiensten van de ziekenhuizen. Zij maken daartoe de nodige afspraken, die opvraagbaar zijn voor de overheden.

    Als de behoefte aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT