Besluit van de Vlaamse Executieve inzake de toelagen en presentiegelden voor de voorzitter en de leden van de raad van bestuur en voor de commissaris en gemachtigde van financiën van de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel., de 17 juillet 1991

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 juli 1988 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Executieve van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van FinanciÎn, afgevaardigden van de Vlaamse Executieve, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse Executieve behoren, wordt de opsomming vermeld onder de categorie II aangevuld als volgt :

" categorie II, b, ressorterend onder de Minister die buitenlandse handel onder zijn bevoegdheid heeft :

- De Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel. "

Art. 2. ß 1. Aan de voorzitter van de raad van bestuur wordt als jaarlijkse forfaitaire toelage het maximumbedrag, voorzien in artikel 6, b, van het in artikel 1 vermelde besluit van de Vlaamse Executieve van 27 januari 1988, toegekend.

Aan de leden van de raad van bestuur wordt een presentiegeld toegekend gelijk aan het maximumbedrag voorzien in artikel 9, b, van hetzelfde besluit.

Wanneer de voorzitter verhinderd is en diens functie wordt waargenomen door de vice-voorzitter of een gewoon lid, wordt hem een dubbel presentiegeld toegekend op basis van het bedrag vastgesteld in het vorig lid.

ß 2. Aan de voorzitter van de raad van bestuur worden reis- en verblijfkosten toegekend overeenkomstig artikel 11 van hetzelfde besluit.

Aan de leden van de raad van bestuur worden de reis- en verblijfkosten toegekend welke gelden voor de ambtenaren van rang 13 van de diensten van de Vlaamse Executieve.

Deze vergoeding stemt evenwel overeen met deze die aan de betrokkene wordt toegekend in zijn hoedanigheid van personeelslid van een dienst of instelling van de Vlaamse Executieve, indien hij een hogere rang dan rang 13 inneemt.

Art. 3. ß 1. De toelagen toegekend aan de Gemeenschapscommissarissen bij de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel, zijn deze welke krachtens artikel 4 van voormeld besluit van de Vlaamse Executieve van 27 januari 1988 voorzien zijn voor de instellingen die tot categorie II behoren.

ß 2. Aan de in ß 1 bedoelde Gemeenschapscommissarissen worden de reis- en verblijfkosten toegekend welke gelden voor de ambtenaren van rang 13 van de diensten van de Vlaamse Executieve.

Deze vergoeding stemt evenwel overeen met deze die aan de betrokkene wordt toegekend in zijn hoedanigheid van personeelslid van een dienst of instelling van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT