Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de leden van het operationeel korps [en van de categorie bijzonder politiepersoneel] van de rijkswacht behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens.

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het operationeel korps (en van de categorie bijzonder politiepersoneel) van de rijkswacht, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht. Zij worden hieronder " personeelsleden " genoemd.

Art. 2. Tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden behoren individuele, collectieve en specifieke wapens.

Art. 3. § 1. De individuele wapens zijn die welke nodig zijn om opdrachten van individuele aard uit te voeren.

Deze categorie van wapens omvat :

  1. het korte verweervuurwapen;

  2. de korte wapenstok met een lengte van maximum 65 cm;

  3. de spuitbus van klein vermogen met traangas of enig ander neutraliserend produkt.

    § 2. De individuele wapens of sommige ervan worden toegekend aan alle personeelsleden. Deze laatsten hebben ze, behoudens, andersluidende orders van de commandant van de rijkswacht, steeds voorhanden.

    § 3. (Behoudens door de commandant van de rijkswacht aangevoerde bijzondere omstandigheden die verband houden met de dienstuitoefening of de verplichtingen opgelegd aan de personeelsleden, mogen zij alleen in dienstverband worden gedragen voor zover de uitvoering van de taak zulks vereist en overeenkomstig de dienstorders bedoeld in artikel 22 van de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht en de dienstorders gegeven door de overheden bedoeld in artikel 11, § 4, derde lid, van de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht.)

    § 4. De personeelsleden hebben deze wapens in bewaring. Zij mogen veilig worden opgeborgen in hun woning.

    Art. 4. § 1. De collectieve wapens zijn die welke nodig zijn om opdrachten van collectieve of bijzondere aard uit te voeren.

    Deze categorie van wapens omvat :

  4. het lange verweervuurwapen;

  5. het machinepistool;

  6. de lange wapenstok;

  7. het automatische vuurwapen met of zonder bajonet;

  8. de spuitbus en het gasvoortstuwende toestel van groot vermogen met traangas of enig ander neutraliserend produkt;

  9. de onontvlambare werp- of afvuurgranaten;

  10. de verblindende en oorverdovende granaten of patronen.

    § 2. Deze wapens worden tijdelijk toevertrouwd aan de personeelsleden voor de uitvoering van collectieve of bijzondere opdrachten en mogen enkel naar aanleiding hiervan worden gedragen. Wanneer zij niet gedragen worden, worden zij veilig opgeborgen in een dienstgebouw.

    Art. 5. § 1. De specifieke wapens zijn die welke nodig zijn om zeer bijzondere...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT