Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap (VERTALING)., de 12 septembre 2008

HOOFDSTUK I. - Patrimonium en Commissie voor het patrimonium.

Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op het patrimonium van de Hogescholen georganiseerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 2. Het patrimonium betreft het beheer van de voortgezette opleidingen, van de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en van diensten voor de gemeenschap en van andere eventuele activiteiten gefinancierd door ontvangsten (of opbrengsten) die uitgaven (of lasten) voortbrengen alsmede van activa en passiva die niet deel uitmaken van de boekhouding van de dienst met afzonderlijk beheer.

De middelen ervoor moeten uitsluitend gebruikt worden voor de handelingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdrachten bepaald in artikel 3, 1e lid van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten.

Bij de samenstelling ervan wordt een gevaloriseerde inventaris van de overgebrachte goederen opgemaakt.

Art. 3. Het mandaat van de leden van de Commissie voor het patrimonium bedraagt vijf jaar, wat overeenstemt met de duur van het mandaat van de leden van de Raad van bestuur van de Hogeschool. De duur van de eerste termijn wordt evenwel verminderd tot de duur van het lopende mandaat van de Raad van bestuur.

Het mandaat van de leden aangesteld door de Studentenraad bedraagt één jaar vanaf 15 september van elk jaar, met uitzondering van de leden betrokken door de eerste aanstelling.

Het verlies van de hoedanigheid van lid van het Directiecollege, van de Raad van Bestuur, van de Studentenraad of van het personeel van de Hogeschool brengt het verlies met zich mee van lid van de Commissie voor het patrimonium voor de betrokken personen.

Het lid aangesteld ter vervanging van een ontslagnemend lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 4. De Directeur-voorzitter van de Hogeschool zit de Commissie voor het patrimonium voor.

Art. 5. De commissie voor het patrimonium stelt haar secretaris aan die gekozen kan worden buiten haar leden, in welk geval zij de vergaderingen bijwoont met raadgevende stem.

Art. 6. § 1. De commissie voor het patrimonium komt bijeen telkens als zij het nodig acht of op aanvraag van minstens zes van haar leden en minstens vier keer per jaar.

§ 2. Het onderwerp van de beraadslaging moet in de oproepingsbrief worden vermeld.

§ 3. Om geldig bijeen te kunnen komen, moet de commissie voor het patrimonium minstens zes van haar stemgerechtigde leden tellen.

§ 4. Over elke beslissing dient te worden gestemd; elk lid beschikt over één stem.

Een stemming is slechts geldig als de beslissing bij volstrekte meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen wordt.

§ 5. Op het einde van de drie stemmingen, als er geen meerderheid komt, wordt het voorstel voor beslissing aan de Raad van bestuur onderworpen.

§ 6. Op elk ogenblik wordt de Regeringscommissaris ertoe gemachtigd een beroep in te dienen bij de Regering tegen een beslissing van de commissie voor het patrimonium.

Art. 7. De Commissie voor het patrimonium bepaalt het huishoudelijk reglement bij de eerste vergadering. Het moet inzonderheid de nadere regels voor de vergaderingen opnemen.

Het reglement moet daarenboven door de Regering worden goedgekeurd.

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT