Ministerieel besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Overlegcommissie in toepassing van artikel 1, 9, van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het..., de 16 décembre 1994
Artikel 1. De Overlegcommissie bestaat uit tien leden met inachtneming van volgende verdeling :
-
drie ambtenaren van het Ministerie van Landbouw;
-
twee vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest, voorgedragen door de Vlaamse minister bevoegd voor economie;
-
vijf vertegenwoordigers van de Rederscentrale.
Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar van het Ministerie van Landbouw.
Art. 2. De Minister van Landbouw benoemt de leden en de plaatsvervangers van de Overlegcommissie voor een termijn van vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar. De vertegenwoordigers of ambtenaren worden in dubbeltal voorgedragen. Onder de ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, leden van de Commissie, benoemt de Minister van Landbouw de voorzitter.
Het mandaat van Commissielid of plaatsvervanger eindigt van rechtswege indien het lid of de plaatsvervanger geen deel meer uitmaakt van de organisatie die het heeft voorgedragen.
Art. 3. De voorzitter roept de Overlegcommissie bijeen en stelt de dagorde vast. Punten welke door ten minste vier leden worden voorgedragen, worden eveneens op de dagorde geplaatst.
De voorzitter moet de Overlegcommissie eveneens bijeenroepen wanneer ten minste vier van de leden erom verzoeken.
Art. 4. De adviezen worden genomen bij eenvoudige meerderheid van uitgebrachte stemmen en omstandig gemotiveerd. Om geldig te kunnen stemmen moeten ten minste zes leden of plaatsvervangers aanwezig zijn. De minderheidsstandpunten worden eveneens in het advies opgenomen. De adviezen worden getekend door de voorzitter en de verslaggever.
Art. 5. § 1. Aanvragen in toepassing van de artikelen 4, tweede lid, § 1 en 10, van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 december 1994 worden, als volgt gerangschikt, in dalende volgorde :
-
een vissersvaartuig, dat ingevolge scheepsramp verloren ging, en door een nieuwbouw vaartuig vervangen wordt;
-
een vissersvaartuig dat gebouwd wordt, ter vervanging van een vissersvaartuig, door een rederij waarvan de bedrijfsleider jonger is dan 40 jaar;
-
een vissersvaartuig dat gebouwd wordt, ter vervanging van een vissersvaartuig, door een rederij met opvolgingsvooruitzichten :
-
familiaal bedrijf met meevarende en/of meewerkende kinderen;
-
vennootschap met medevennoten schipper of motorist...
-
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI