Ordonnantie houdende wijziging van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, de 15 mars 2013

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Aan artikel 11, § 2, van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening wordt een punt 5 toegevoegd dat luidt als volgt :

" 5. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen kan slechts een eensluidend advies uitbrengen dat door of krachtens dit Wetboek is vereist indien minstens twee derde van haar leden aanwezig zijn.

Zolang het aanwezigheidsquorum niet bereikt is, kunnen nieuwe vergaderingen worden samengeroepen met dezelfde agenda. In dat geval, wordt de termijn waarbinnen het eensluidend advies moet worden uitgebracht met vijftien dagen verlengd. Is het aanwezigheidsquorum niet bereikt binnen deze verdagingstermijn, dan wordt het advies geacht positief te zijn. ".

Art. 3. Artikel 11, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de volgende zin :

" Eensluidende adviezen die door of krachtens dit Wetboek zijn vereist, worden evenwel geformuleerd bij tweederde meerderheid van de aanwezige leden. ".

Art. 4. Artikel 98, § 2/2, van hetzelfde Wetboek wordt geschrapt.

Art. 5. In artikel 98, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden " in het in § 2/2 bedoelde plan voor erfgoedbeheer " vervangen door de woorden " in een beheersplan voor erfgoed bedoeld in hoofdstuk VIbis van titel V ".

Art. 6. Artikel 175, 4°, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

" wanneer zij betrekking heeft op een goed dat, in zijn totaliteit of voor een gedeelte, ingeschreven is op de bewaarlijst of beschermd is of waarvan de procedure tot inschrijving of bescherming lopend is, of de handelingen of werken al dan niet betrekking hebben op de delen van het goed inschreven op de bewaarlijst of beschermd, of die het voorwerp uitmaken van een procedure tot inschrijving of bescherming; ".

Art. 7. In artikel 177, § 2, van hetzelfde Wetboek, wordt een vijfde lid toegevoegd dat luidt als volgt :

" Wanneer het eensluidend advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gepaard gaat met voorwaarden, dan worden deze duidelijk en nauwkeurig opgesomd in het bepalend gedeelte van dit advies. ".

Art. 8. In artikel 177, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden " beschermd goed of aan een op de bewaarlijst ingeschreven goed " vervangen door de woorden " goed dat is ingeschreven op de bewaarlijst, beschermd is of waarvan de inschrijving of de bescherming gaande is ".

Art. 9. In artikel 206 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. het 10° wordt geschrapt;

  2. er wordt een 12 ° toegevoegd dat luidt als volgt :

    " 12° sensibilisering : elke maatregel die als doel heeft het bewustzijn van het publiek voor de bescherming van het onroerend erfgoed op te wekken of te vergroten, inzonderheid middels educatie- en informatieprogramma's en iedere andere maatregel om de opleiding te bevorderen voor de verschillende beroepen en ambachten die een rol spelen in het behoud van het onroerend erfgoed en om het wetenschappelijk onderzoek ter zake aan te moedigen. ".

    Art. 10. In artikel 240, § 1, tweede lid, worden de woorden " in de zin van de artikelen 98, § 2/2 en 206, 10° " vervangen door de woorden " in de zin van hoofdstuk VIbis ".

    Art. 11. Artikel 240 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een vijfde paragraaf die luidt als volgt :

    " § 5. Binnen de perken van de begrotingskredieten, kan het Gewest zelf iedere sensibiliseringsmaatregel organiseren in de zin van artikel 206, 12° of optreden ter ondersteuning van initiatieven die uitgaan van derden. De Regering kan bovendien subsidies toekennen voor enige andere sensibiliseringsmaatregel in de voormelde zin, georganiseerd door een natuurlijke of rechtspersoon. De Regering is gemachtigd zowel de inhoudelijke als de procedurele regels vast te leggen voor de toekenning van deze subsidies. ".

    Art. 12. In titel V van hetzelfde Wetboek, wordt een hoofdstuk VIbis ingevoegd dat luidt als volgt :

    " HOOFDSTUK VIbis. - Beheersplan voor erfgoed

    Afdeling I. - Algemeen

    Art. 242/1. § 1. De Regering kan, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een derde, een beheersplan voor erfgoed vaststellen dat, voor een geheel, een gebouw met meerdere verdiepingen of een landschap dat beschermd is of ingeschreven staat op de bewaarlijst, de te verwezenlijken doelstellingen voor het behoud, de middelen en werken om hiertoe te komen en de globale beheersvoorwaarden vaststelt met het oog op een harmonisch behoud van dit goed dat behoort tot het betrokken onroerend vastgoed.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk, dient te worden verstaan onder :

    1. geheel : elke groep van onroerende goederen die, naast de kenmerken bepaald in artikel 206, 1°, b), tevens een herhaling of een aanzienlijke coherentie van de voornaamste architecturale elementen vertoont;

    2. gebouw met meerdere verdiepingen : elk gebouw dat beschikt over meerdere verdiepingen en een herhaling of een aanzienlijke coherentie van de voornaamste architecturale elementen vertoont en afhangt van meerdere eigenaars;

    3. landschap : elk werk van de natuur of van de mens of elk gecombineerd werk van de natuur en de mens dat, naast de kenmerken bepaald in artikel 206, 1°, c), tevens een herhaling of een aanzienlijke coherentie van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT