Ordonnantie tot invoering van de gelijkekansentest, de 4 octobre 2018

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Gelijkekansentest

Art. 2. § 1. Elke minister en staatssecretaris stelt een evaluatieverslag op voor de volgende ontwerpen :

  1. wetgevende of reglementaire ontwerpen ;

  2. ontwerpen van beheersovereenkomsten ;

  3. ontwerpen van strategische planningsdocumenten ;

  4. ontwerpen van opdracht- en concessiedocumenten betreffende voorgenomen overheidsopdrachten en concessies. De Regering bepaalt het bedrag van de drempel van het toepassingsgebied ;

  5. ontwerpen van subsidiegidsen ;

  6. ontwerpen van besluiten tot toekenning van een subsidie. De Regering bepaalt het bedrag van de drempel van het toepassingsgebied.

    Het evaluatieverslag bedoeld in het eerste lid, betreft in een eerste luik de impact van het ontwerp op het criterium van de genderdimensie, overeenkomstig de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Daarnaast betreft het verslag een exhaustieve impactanalyse van het ontwerp gelet op de volgende criteria :

    - handicap ;

    - etnisch-culturele minderheden ;

    - seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie ;

    - afkomst en sociale situatie.

    Het evaluatieverslag bedoeld in het eerste lid, kan betrekking hebben op andere criteria, indien de auteur van de in § 1 bedoelde ontwerpen dat relevant acht.

    § 2. De Regering kan het model-evaluatieverslag van de impact, " gelijkekansentest " genoemd, regelen.

    § 3. Het evaluatieverslag, bedoeld in § 1, eerste lid, moet niet worden opgesteld voor een wetgevend of reglementair ontwerp :

  7. houdende instemming met internationale verdragen en akkoorden ;

  8. houdende instemming met samenwerkingsakkoorden tussen het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de Federale Staat of een of meerdere Gemeenschappen of Gewesten ;

  9. met een louter formeel karakter, waaronder de ontwerpen waarvoor het advies van de Raad van State niet verzocht wordt overeenkomstig artikelen 3, § 1, eerste lid, en 5 van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

  10. dat de nationale veiligheid en de openbare orde aanbelangt ;

  11. waarvoor het advies van de Raad van State wordt gevraagd met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of waarover geen advies van de Raad van State wordt gevraagd in het met bijzondere redenen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT