Ordonnantie tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheids-beoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen, de 20 mai 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2. Deze ordonnantie voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en van Richtlijn (EU) 2018/958 van 28 juni 2018 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen.

Art. 3. § 1. In deze ordonnantie wordt verstaan onder :

  1. " gereglementeerd beroep " : een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of een van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties ; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening. Als de voormelde definitie niet van toepassing is, wordt het beroep, vermeld in paragraaf 2, met een gereglementeerd beroep gelijkgesteld ;

  2. " beroepskwalificaties " : de kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest als vermeld in artikel 22, 1°, a), en/of beroepservaring ;

  3. " opleidingstitel " : een diploma dat, een certificaat dat of een andere titel die door een volgens de wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat aangewezen autoriteit is afgegeven ter afsluiting van een overwegend in de Europese Unie gevolgde beroepsopleiding. Als de voormelde definitie niet van toepassing is, wordt de opleidingstitel, vermeld in paragraaf 3, met een opleidingstitel gelijkgesteld ;

  4. " bevoegde autoriteit " : elke door de lidstaten gemachtigde autoriteit of instelling die bevoegd is bewijsstukken van een opleiding en andere documenten of informatie af te geven, respectievelijk aan te nemen, alsook aanvragen te ontvangen en besluiten te nemen als vermeld in deze ordonnantie ;

  5. " gereglementeerde opleiding " : elke opleiding die specifiek op de uitoefening van een bepaald beroep gericht is en die uit een studiecyclus bestaat die eventueel met een beroepsopleiding, een beroepsstage of praktijkervaring wordt aangevuld. De structuur en het niveau van de beroepsopleiding, de beroepsstage of de praktijkervaring worden in wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat in kwestie vastgesteld of door een daarvoor aangewezen autoriteit gecontroleerd of erkend ;

  6. " beroepservaring : " de daadwerkelijke en geoorloofde voltijdse of gelijkwaardige deeltijdse uitoefening van het beroep in kwestie in een lidstaat ;

  7. " aanpassingsstage " : de uitoefening van een gereglementeerd beroep in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beoefenaar van het beroep in kwestie, eventueel gekoppeld aan een aanvullende opleiding. De stage wordt beoordeeld. De nadere regels voor de aanpassingsstage en de beoordeling, alsook de status van de migrerende stagiair worden door de bevoegde autoriteit van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vastgesteld ;

  8. " proeve van bekwaamheid " : een controle van de beroepskennis, -vaardigheden en -competenties van de aanvrager, die door de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt verricht of erkend en die tot doel heeft te beoordelen of de aanvrager de bekwaamheid bezit om in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een gereglementeerd beroep uit te oefenen.

    Voor deze controle stellen de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op basis van een vergelijking tussen de door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vereiste opleiding en de opleiding die de aanvrager heeft gevolgd, een lijst op van de vakgebieden die niet bestreken worden door het diploma of de andere opleidingstitel(s) waarover de aanvrager beschikt.

    Bij de proeve van bekwaamheid wordt in aanmerking genomen dat de aanvrager in de lidstaat van oorsprong of herkomst een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar is. De proef heeft betrekking op de vakgebieden die moeten worden gekozen uit die welke op de lijst staan en waarvan de kennis een wezenlijke voorwaarde is om het beroep in kwestie in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad te kunnen uitoefenen.

    Deze proef kan ook betrekking hebben op de kennis van de deontologie die op de activiteiten in kwestie van toepassing is.

    De nadere regelingen voor de proeve van bekwaamheid, alsook de status die de aanvrager die zich op de proeve van bekwaamheid wil voorbereiden, heeft, worden vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ;

  9. " bedrijfsleider " : eenieder die in een onderneming van de bedrijfstak in kwestie een van de volgende functies uitgeoefend heeft :

    1. bedrijfsleider of leider van een filiaal van een onderneming ;

    2. plaatsvervanger van de ondernemer of van de bedrijfsleider als die functie, wat verantwoordelijkheid betreft, met die van de vertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider overeenstemt ;

    3. lid van het leidinggevend personeel, belast met commerciële of technische taken en verantwoordelijk voor een of meer afdelingen van de onderneming ;

  10. " bevoegde autoriteit van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie " : de autoriteit of instelling die voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd is bewijsstukken van opleiding en andere documenten of informatie af te geven, respectievelijk aan te nemen, alsook aanvragen te ontvangen en besluiten te nemen als vermeld in deze ordonnantie ;

  11. " richtlijn " : Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties ;

  12. " lidstaat " : lidstaat van de Europese Unie, alsook de andere staten waarop de richtlijn van toepassing is ;

  13. " lidstaat van oorsprong " : de lidstaat waar de aanvrager zijn beroepskwalificaties heeft verworven ;

  14. " lidstaat van vestiging " : de lidstaat waar de dienstverrichter op wettige wijze is gevestigd ;

  15. " ontvangende lidstaat " : de lidstaat die de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep op zijn grondgebied afhankelijk stelt van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties ;

  16. " derde land " : een staat waarop de richtlijn niet van toepassing is ;

  17. " aanvrager " : de onderdaan van een lidstaat die zijn beroepskwalificaties in een andere lidstaat dan België heeft verkregen, of de onderdaan van een derde land die op basis van een andere richtlijn onder het toepassingsgebied van de richtlijn valt, en die de erkenning van zijn beroepskwalificaties vraagt met het oog op de uitoefening van een gereglementeerd beroep in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad ;

  18. " beroepsstage " : een periode van beroepsuitoefening onder toezicht als dat een voorwaarde voor de toegang tot een gereglementeerd beroep vormt, die kan plaatsvinden tijdens of na afloop van een opleiding die leidt tot een diploma ;

  19. " Europese beroepskaart " : een elektronisch certificaat dat wordt afgegeven om te bewijzen dat de beroepsbeoefenaar aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet om tijdelijk en incidenteel diensten te verrichten in een ontvangende lidstaat of om te bewijzen dat de beroepskwalificaties met het oog op vestiging in een ontvangende lidstaat erkend zijn ;

  20. " een leven lang leren " : alle vormen van algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, niet-formeel onderwijs en informeel leren die gedurende het hele leven plaatsvinden en die tot meer kennis, vaardigheden en competenties leiden, eventueel ook op het gebied van de beroepsethiek ;

  21. " dwingende redenen van algemeen belang " : als zodanig in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie erkende redenen, zoals de handhaving van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel ; de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers ; het waarborgen van een goede rechtsbedeling ; het waarborgen van de eerlijkheid van handelstransacties ; de bestrijding van fraude en het voorkomen van belastingontduiking en -ontwijking, en het waarborgen van de doeltreffendheid van het fiscale toezicht ; de veiligheid van het vervoer ; de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu ; diergezondheid ; intellectuele eigendom ; de bescherming en instandhouding van het nationaal historisch en artistiek erfgoed ; doelstellingen van het sociaal beleid ; en doelstellingen van het cultuurbeleid ;

  22. " Europees systeem voor de overdracht van studiepunten of ECTS-studiepunten " : het in het Europese hogeronderwijsstelsel gangbare studiepuntenoverdrachtsysteem ;

  23. " IMI " : het informatiesysteem van de interne markt, vermeld in Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het informatiesysteem interne markt en tot intrekking van beschikking 2008/49/EG van de Commissie ;

  24. " IMI-bestand " : het binnen het IMI aangemaakte individuele dossier van de aanvrager ;

  25. " beschermde beroepstitel " : een vorm van reglementering van een beroep waarbij het voeren van een titel in het kader van een beroepsactiviteit of een geheel van beroepsactiviteiten uit hoofde van wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van een specifieke beroepskwalificatie, en het onterecht voeren van die titel aanleiding geeft tot sancties ;

  26. " voorbehouden activiteiten " : een vorm van reglementering van een beroep waarbij de toegang tot een beroepsactiviteit of een geheel van beroepsactiviteiten uit hoofde van wettelijke, verordenende of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect wordt voorbehouden aan de beoefenaars...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT