Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, van het Wetboek van 25 maart 1999 van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, van het koninklijk besluit van 8 november 2007 betreffende de preventie en het herstel van milieuschade ten gevolge van het vervoer over de weg, per spoor, over de binnenwateren of in de lucht van : uitheemse plantensoorten evenals van uitheemse diersoorten en hun krengen, naar aanleiding van de in-, de uit- en de doorvoer ervan ; alsook van afvalstoffen bij hun doorvoer en van de ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IA bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de 6 mai 2021

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen

Artikel 1. § 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

§ 2. Deze ordonnantie voorziet in de omzetting van de volgende richtlijnen :

  1. richtlijn 2018/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur ;

  2. richtlijn 2018/850/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad betreffende het storten van afvalstoffen ;

  3. richtlijn 2018/851/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen ;

  4. artikel 8 van de richtlijn 2019/904/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu.

Art. 2. In artikel 3 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. Er wordt een 2/1° ingevoegd die als volgt luidt :

    " 2/1° " niet-gevaarlijke afvalstof " : een afvalstof die niet onder 2° valt ; " ;

  2. Bij 4° worden de woorden " van huishoudens, restaurants " vervangen door " van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandel, kantines " ;

  3. Er wordt een 4/1° ingevoegd die als volgt luidt :

    " 4/1° " levensmiddelenafval " : alle levensmiddelen als omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad die afvalstoffen zijn geworden ; " ;

  4. Er wordt een 4/2° ingevoegd die als volgt luidt :

    " 4/2° " bouw- en sloopafval " : afvalstoffen die geproduceerd worden door bouw- en sloopwerkzaamheden ; " ;

  5. 6° wordt vervangen als volgt :

    " 6° " stedelijk afval " :

  6. gemengd afval en gescheiden ingezameld afval van huishoudens, met inbegrip van papier en karton, glas, metaal, plastic, bioafval, hout, textiel, verpakking, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afgedankte batterijen en accu's, en grofvuil, met inbegrip van matrassen en meubels ;

  7. gemengd afval en gescheiden ingezameld afval uit andere bronnen indien dat afval in aard en samenstelling vergelijkbaar is met afval van huishoudens.

    Stedelijk afval omvat niet afval van productie, landbouw, bosbouw, visserij, septische tanks en het riolerings- en zuiveringsstelsel, met inbegrip van zuiveringsslib, afgedankte voertuigen of bouw- en sloopafval.

    Deze definitie doet geen afbreuk aan de toewijzing van verantwoordelijkheden voor afvalbeheer tussen publieke en private actoren ; " ;

  8. Er wordt een 13/1° ingevoegd die als volgt luidt :

    " 13/1° : " regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid " : een reeks door de Regering vastgestelde maatregelen om ervoor te zorgen dat producenten van producten de financiële of financiële en organisatorische verantwoordelijkheid dragen voor het beheer van de afvalfase van de levenscyclus van een product ; " ;

  9. Bij 14° worden de woorden " (inclusief sortering) " ingevoegd tussen de woorden " nuttige toepassing " en de woorden " en verwijdering " ;

  10. Bij 17° wordt het woord " schadelijke " vervangen door het woord " gevaarlijke " ;

  11. Er worden een 20/1° en 20/2° ingevoegd die als volgt luiden :

    " 20/1° : " materiaalterugwinning " : andere handeling voor nuttige toepassing dan de terugwinning van energie en de herverwerking tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstoffen of andere middelen voor het opwekken van energie. Daartoe behoren onder meer voorbereiding voor hergebruik, recycling en opvulling ;

    20/2° : " opvulling " : handeling voor nuttige toepassing waarbij niet-gevaarlijk afval wordt gebruikt voor het herstel van uitgegraven terreinen of voor civieltechnische toepassingen bij de landschapsaanleg. Afval dat wordt gebruikt voor opvulling moet dienen ter vervanging van niet-afvalmaterialen, geschikt zijn voor de voornoemde doelen en worden beperkt tot de hoeveelheid die strikt noodzakelijk is om deze doelen te bereiken ; " ;

  12. 32° wordt vervangen als volgt :

    " 32° : " Leefmilieu Brussel " : de instelling van openbaar nut als bedoeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van Leefmilieu Brussel, bevestigd bij artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen. ".

    Art. 3. Bij artikel 4 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  13. De woorden " van de productie van afvalstoffen en " worden ingevoegd tussen de woorden " beperking " en de woorden " van de negatieve gevolgen " ;

  14. De enige alinea wordt aangevuld met de woorden " die van cruciaal belang zijn voor de overgang naar een circulaire economie en voor het waarborgen van het concurrentievermogen op de lange termijn. ".

    Art. 4. Bij artikel 5 van dezelfde ordonnantie wordt er een 6° toegevoegd, die als volgt luidt :

    " 6° stoffen die bestemd zijn voor gebruik als voedermiddelen als omschreven in artikel 3, paragraaf 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad en die geen dierlijke bijproducten bevatten of daaruit bestaan. ".

    Art. 5. Artikel 6 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met een als volgt geformuleerd lid : " De Regering maakt gebruik van economische instrumenten en andere maatregelen om prikkels te bieden voor de toepassing van de afvalstoffenhiërarchie, zoals die welke zijn vermeld in bijlage 5 of andere passende instrumenten en maatregelen. ".

    Art. 6. Bij artikel 8 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  15. De eerste paragraaf wordt vervangen door " § 1. In overeenstemming met eventuele criteria die op het niveau van de Europese Unie bepaald zouden worden, kan een stof die of een voorwerp dat het resultaat is van een productieproces dat niet in de eerste plaats bedoeld is voor de productie van die stof of dat voorwerp, alleen als een bijproduct en niet als een afvalstof worden aangemerkt, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden :

    1. het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt ;

    2. de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder verdere andere behandeling dan die welke bij de normale productie gangbaar is ;

    3. de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces ; en

    4. verder gebruik is rechtmatig, m.a.w. de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid. " ;

  16. Er wordt een als volgt opgestelde paragraaf 3 toegevoegd : " § 3. Indien geen criteria op het niveau van de Unie zijn vastgesteld, kan de Regering gedetailleerde criteria vaststellen voor de toepassing van de in paragraaf 1 vastgelegde voorwaarden op specifieke stoffen of voorwerpen. ".

    Art. 7. Bij artikel 9 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  17. Paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 2. Voor de afvalstoffen waarvoor er geen enkel specifiek criterium werd bepaald op het niveau van de Europese Unie, zorgt de Regering ervoor dat afval dat een behandeling voor recycling of andere nuttige toepassing heeft ondergaan, niet langer als afval wordt beschouwd indien het aan de volgende voorwaarden voldoet :

    1. de stof of het voorwerp is bestemd om te worden gebruikt voor specifieke doelen ;

    2. er is een markt voor of vraag naar de stof of het voorwerp ;

    3. de stof of het voorwerp voldoet aan de technische voorschriften voor de specifieke doelen en aan de voor producten geldende wetgeving en normen ; en tevens

    4. het gebruik van de stof of het voorwerp heeft over het geheel genomen geen ongunstige effecten voor het milieu of de menselijke gezondheid. " ;

  18. 3° van paragraaf 3 wordt aangevuld met de volgende woorden : " op grond van de voorwaarden van paragraaf 2 en dit, in voorkomend geval, in lijn met de vereisten van paragraaf 4, onder 1° tot en met 5°, en rekening houdend met grenswaarden voor verontreinigende stoffen en eventuele negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid.

    Deze overheden kunnen informatie over hun besluiten per geval en het resultaat van de verificatie door bevoegde autoriteiten langs elektronische weg bekendmaken. " ;

  19. Paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 4. Indien geen criteria op het niveau van de Unie zijn vastgesteld, kan de Regering gedetailleerde criteria vaststellen voor de toepassing van de in paragraaf 2 vastgelegde voorwaarden op bepaalde soorten afval. Die gedetailleerde criteria houden rekening met eventuele nadelige effecten voor het milieu en de menselijke gezondheid van de stof of het voorwerp en zijn in overeenstemming met de volgende eisen :

    1. afvalmateriaal dat als input voor de handeling voor nuttige toepassing mag worden gebruikt ;

    2. toegelaten verwerkingsprocessen en -technieken ;

    3. kwaliteitscriteria voor eindeafvalmaterialen die het resultaat zijn van de handeling voor nuttige toepassing overeenkomstig de toepasselijke productnormen, waaronder indien nodig grenswaarden voor verontreinigende stoffen ;

    4. vereisten waaraan beheerssystemen moeten voldoen om aan te tonen dat de eindeafvalcriteria zijn nageleefd, met inbegrip van kwaliteitscontrole en interne controle en, in voorkomend geval, accreditatie ; en

    5. een vereiste inzake een conformiteitsverklaring. " ;

  20. Het wordt aangevuld met een als volgt opgestelde paragraaf 5 :

    " § 5. Een natuurlijke of rechtspersoon die :

  21. voor de eerste maal een materiaal gebruikt dat niet langer afval is en niet in de handel is gebracht, of

  22. een materiaal voor het eerst sinds het niet langer afval is in de handel brengt,

    voldoet aan de desbetreffende vereisten uit hoofde van de wetgeving inzake chemische stoffen en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT