Ordonnantie houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers, de 16 mai 2019

TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 1. - Definities

Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder:

  1. " Onbevaarbare waterloop " : de rivier of beek gevoed door een bron waar het grootste deel van het jaar water doorheen stroomt met een voldoende debiet, met inbegrip van de overwelfde;

  2. " Bedding van een waterloop " : de ruimte die een waterloop op natuurlijke wijze permanent of tijdelijk inneemt en die afgebakend wordt door de oeverinsteken;

  3. " Buiten gebruik gestelde bedding " : de bedding van een waterloop waar het water volledig is verdwenen hetzij natuurlijk of als gevolg van wettige uitgevoerde werken en die zijn rol in het hydrografische netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet meer vervult;

  4. " Deelstroomgebied " : het gebied vanwaar al het afstromend hemelwater via een reeks rivieren en vijvers naar een bepaald punt in een waterloop stroomt;

  5. " Oever " : talud die aan beide kanten van een waterloop de rand vormt, of die een vijver of een waterpartij overhangt;

  6. " Oeverinsteken " : de eerste onderbreking van de helling van de oever die verder gaat dan seizoensgebonden schommelingen in de waterstand van de waterloop;

  7. " Onbebouwbare zone " : de ingenomen zone van vier meter breed vanaf de oeverinsteken;

  8. " Vijver " : een stilstaand oppervlaktewaterlichaam met een oppervlakte van minstens 100 m2 die een natuurlijke of kunstmatige depressie opvult;

  9. " Gewestelijke vijver " : een vijver die werd aangewezen als door Leefmilieu Brussel beheerd;

  10. " Gracht " : natuurlijke of kunstmatige afvoerweg tot afwatering van hemelwater die niet als onbevaarbare waterloop gekwalificeerd wordt;

  11. " Beheerder " : de publiekrechtelijke rechtspersoon of privaatrechtelijke persoon die bevoegd is voor het beheer van de onbevaarbare waterloop of vijver;

  12. " Betrokken gemeente(n) " : de gemeente(n) waar de waterloop doorheen loopt of op wiens/wier grondgebied het beheer van de waterloop een impact kan hebben;

  13. " Onderhouds- en kleine herstellingswerken " : de tussenkomsten in verband met het onderhoud van de waterlopen en vijvers en van kunstwerken die eraan verbonden zijn, uitgevoerd op een aangepaste en evenredige manier om hun goed hydraulisch beheer, hun landschappelijke en ecologische waarde te garanderen, alsook de veiligheid van de goederen en personen en de bescherming van het leefmilieu;

  14. " Buitengewone werken aan de waterlopen " : de andere werken dan onderhouds- en kleine herstellingswerken, die de beheerder noodzakelijk acht om de hydraulische, ecologische, landschappelijke en/of sociale functies van een onbevaarbare waterloop te verbeteren of te wijzigen;

  15. " Buitengewone werken aan de vijvers " : alle andere werken dan onderhouds- en kleine herstellingswerken, zoals de wijzigingen die worden aangebracht aan de vorm en diepte van de vijver, aan de oevers of de kunstwerken die zich op de vijver bevinden;

  16. " Overwelving " : de ondergrondse leiding (tunnel of buis) waar een waterloop of een deel van een waterloop doorheen stroomt;

  17. " Kunstwerk " : elke constructie die nodig is voor de realisatie van een verbindings- of vervoerweg, alsook elke inrichting bedoeld als bescherming tegen de grondzettingen of erosie en elke inrichting voor het hydraulisch beheer van de waterlopen en vijvers;

  18. " Lozingspunt " : elke uitstorting van water dat niet afkomstig is van het hydrografisch netwerk, die uitmondt in een onbevaarbare waterloop of in een gewestelijke vijver;

  19. " Atlas van het hydrografisch netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest " : het document of de cartografische drager vergezeld van beschrijvende tabellen, die minstens alle geklasseerde onbevaarbare waterlopen en gewestelijke vijvers lokaliseert en benoemt alsook de staat ervan beschrijft, en alle documenten die er als bijlage aan toegevoegd werden en bedoeld zijn om de toestand ervan te beschrijven;

  20. " Erf " : het terrein waar een onbevaarbare waterloop overheen stroomt;

  21. " Begroeide bufferzone " : strook langs een onbevaarbare waterloop met een voldoende dichte begroeiing van kruidachtige of grasachtige vegetatie het grootste gedeelte van het jaar, met als voornaamste functie de bescherming van de bodem tegen erosie en van de waterlopen tegen verontreiniging door nitraten, fosfaten of pesticiden;

  22. " Waterbeheerplan " : het Waterbeheerplan zoals opgesteld krachtens de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;

  23. " BWRO " : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;

  24. " Waterlopeninspecteur " : beambte van Leefmilieu Brussel belast met het beheer van en het toezicht over de waterlopen en vijvers, aangesteld krachtens artikel 5, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, in het bijzonder belast met het controleren van de naleving van de huidige ordonnantie;

  25. " Leefmilieu Brussel " : de instelling van openbaar nut belast met milieu, opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989, bevestigd door de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen.

    HOOFDSTUK 2. - Doelstellingen en relaties met andere wetgevingen

    Art. 3. Deze ordonnantie organiseert het beheer en de bescherming van de onbevaarbare waterlopen en vijvers om met name :

  26. het hydrografisch oppervlaktenetwerk te herstellen, de continuïteit ervan te garanderen en er zoveel mogelijk helder water terug naar toe te leiden, zowel om overstromingen te voorkomen door een rol van natuurlijke buffer tegen hoogwater te vervullen, als om het volume van dergelijk water dat zich in het saneringsnetwerk bevindt en dat door de waterzuiveringsstations wordt behandeld, te verminderen;

  27. de uitvoering van de door de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid vastgestelde milieudoelstellingen te verzekeren en aan het geïntegreerd beheer van de hydrografische deelstroomgebieden en het natuurbehoud deel te nemen, zoals bepaald door of krachtens de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en door het Gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling;

  28. het water te herintegreren in het levenskader van de bevolking en de verschillende functies van de onbevaarbare waterlopen en vijvers in het economische en sociale weefsel van het Gewest te verzekeren alsook in het bijzonder hun sociale, landschappelijke, patrimoniale en recreatieve functies te valoriseren.

    Art. 4. De beheers- en beschermingsmaatregelen voorzien door of krachtens onderhavige ordonnantie worden ontworpen met inachtneming van :

  29. de milieudoelstellingen die met name verband houden met de ecologische en chemische kwaliteit van het water en die bepaald werden door de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid alsook de bepalingen die werden goedgekeurd krachtens deze ordonnantie, in het bijzonder het waterbeheerplan, het register van de beschermde gebieden en de kwaliteitsdoelstellingen;

  30. de instandhoudingsdoelstellingen die werden vastgelegd door de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en de voorschriften die werden goedgekeurd krachtens deze ordonnantie;

  31. de relevante voorschriften van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling;

  32. de relevante voorschriften en doelstellingen van het BWRO die van toepassing zijn op de handelingen en werken die hun uitvoering vereist;

  33. de relevante voorschriften van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen die van toepassing zijn op de ingedeelde inrichtingen die hun uitvoering vereist;

  34. de voorschriften van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  35. de relevante voorschriften van de strategieën, plannen en programma's die het beheersbeleid van de waterlopen en vijvers kunnen omkaderen, oriënteren, beïnvloeden of ermee kunnen interfereren en die op internationaal of Europees niveau alsook, in voorkomend geval, op nationaal, federaal en gewestelijk niveau worden opgesteld, inclusief in de twee andere Gewesten;

  36. de noodzaak om toe te zien op de vrije migratie van vissoorten in overeenstemming met Benelux-beschikking M (2009) 1 van 16 juni 2009 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, door doortochtmogelijkheden te voorzien, wanneer kunstwerken de migratieomstandigheden in het water wijzigen.

    TITEL II. - Categorieën, klassering en aanwijzing

    Art. 5. § 1. De onbevaarbare waterlopen worden onderverdeeld in twee categorieën : de geklasseerde onbevaarbare waterlopen en de niet-geklasseerde onbevaarbare waterlopen.

    § 2. De Regering klasseert, op voorstel van Leefmilieu Brussel, de onbevaarbare waterlopen of delen ervan, waarvan het beheer door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of door een gemeente onontbeerlijk is om te voldoen aan de in artikel 3 vastgelegde doelstellingen.

    Het klasseringsbesluit bedoeld in het eerste lid omvat met name :

  37. de benaming...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT