18 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europees Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad worden verkozen, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2002, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de wetten van 31 maart 1989 en 16 juli 1993 en op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europees Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de volgende verkiezingen voor de vernieuwing van het Europees Parlement en van de Gewest- en Gemeenschapsraden gepland zijn op 13 juni 2004 en dat de gemeentebesturen ten minste vijftien dagen vóór de verkiezingen een oproepingsbrief naar iedere kiezer moeten zenden; dat het bijgevolg noodzakelijk is dat de modellen van de oproepingsbrieven zonder verwijl in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europees Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, worden de woorden « , van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad » ingevoegd tussen de woorden « van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » en de woorden « en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap ».

Art. 2. In artikel 2, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de woorden « en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad » worden ingevoegd tussen de woorden « de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » en het woord « anderzijds, »;

  2. de woorden «...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT