Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opmaken en voorstellen van de begrotingen en rekeningen van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen, de 23 janvier 2014

HOOFDSTUK I. - Definities en algemene regels

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder :

  1. globale toelage : de globale jaarlijkse toelage in de zin van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;

  2. jaar of boekjaar : begrotings- en boekhoudjaar;

  3. de Minister : de Minister bevoegd voor het hoger onderwijs;

  4. wet van 29 mei 1959 : wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;

  5. decreet van 5 augustus 1995 : het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen;

  6. decreet van 9 september 1996 : het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;

  7. wet van 16 mei 2003 of algemenebepalingenwet : wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;

  8. decreet van 18 juli 2008 : decreet van 18 juli 2008 tot democratisering van het hoger onderwijs, ter bevordering van de slaagkansen van de studenten en tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor het hoger onderwijs;

  9. decreet van 19 juli 2010 : het decreet van 19 juli 2010 betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs;

  10. decreet van 6 oktober 2011 : het decreet van 6 oktober 2011 betreffende de cursusdragers;

  11. decreet van 20 december 2011 : het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

  12. de begroting en de rekeningen : de begroting en de rekeningen die worden opgemaakt volgens de bij dit besluit nader bepaalde regels en de modellen die bij dit besluit gevoegd zijn.

    Art. 2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de door de Franse Gemeenschap georganiseerde hogescholen die bij het decreet van 5 augustus 1995 bedoeld zijn.

    Art. 3. § 1. De begroting van de hogescholen omvat de begroting in verband met de globale jaarlijkse toelage (afdeling I), de sociale raad (afdeling II) en het vermogen (afdeling III).

    De rekeningen van de hogescholen omvatten de rekeningen in verband met de globale jaarlijkse toelage (afdeling I), de sociale raad (afdeling II) en het vermogen (afdeling III).

    De begroting en de rekening van uitvoering van de begroting van de afdelingen I, II en III worden per burgerlijk jaar opgemaakt overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

    De resultatenrekeningen per afdeling worden voorgesteld overeenkomstig artikel 1 bij dit besluit.

    § 2. De begroting en de rekeningen worden in drie afdelingen onderverdeeld :

  13. afdeling I. Begroting en rekeningen in verband met de globale jaarlijkse toelage, die de in artikel 5, 1° bepaalde opbrengsten, en de lasten die erop worden aangerekend, omvatten;

  14. afdeling II. Begroting en rekeningen in verband met de sociale raad, die de in artikel 5, 2° bepaalde opbrengsten, en de lasten die erop worden aangerekend, omvatten;

  15. afdeling III. Begroting en rekeningen in verband met het vermogen, die de in artikel 5, 3° bepaalde opbrengsten, en de lasten die op die opbrengsten worden aangerekend en andere lasten die niet in de afdelingen I en II worden opgenomen, omvatten.

    § 3. De hogescholen zorgen ervoor dat hun begrotingen en rekeningen in de bij dit besluit vastgestelde vorm exhaustief worden opgemaakt en voorgesteld.

    Ze voeren eveneens een analytische boekhouding waardoor de kosten worden vastgesteld in verband met :

    - de woningen, restaurants en diensten aan studenten, wat afdeling II betreft;

    - de verschillende vestigingen, waarbij het al dan niet voeren van een analytische boekhouding per vestiging wordt overgelaten aan de beoordeling van de autoriteiten van de hogeschool;

    - de voortgezette opleidingen, de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, de programma's voor diensten aan de gemeenschap, en de onroerende verrichtingen, wat afdeling III betreft.

    De begrotingen en rekeningen worden te allen tijde toegankelijk gemaakt voor de toezichtsorganen.

    Art. 4. De Minister zal die boekhouding kunnen voorstellen met een informatica-instrument voor beheershulp dat de analyse van de resultatenrekeningen en de balansen kan uitvoeren.

    HOOFDSTUK II. - Resultatenrekeningen

    Art. 5. § 1. De exploitatieopbrengsten van het boekjaar bestaan uit :

  16. voor de begroting en de rekeningen van afdeling I :

    1. de globale jaarlijkse toelage, toegekend krachtens de artikelen 9 tot 21bis van het decreet van 9 september 1996, buiten de afgetrokken inschrijvingsrechten, waaronder het deel dat voor het personeel wordt bestemd, of " SHE ", bedoeld in artikel 29 van hetzelfde decreet, en uit het aandeel dat voor de werking bestemd is;

    2. de middelen die voor de bevordering van de slaagkansen worden bestemd, bestaande uit : het deel van de globale toelage in verband met de bevordering van de slaagkansen, toegekend krachtens het decreet van 18 juli 2008; de toelage voor de bevordering van de slaagkansen, toegekend krachtens artikel 21quinquies van het decreet van 9 september 1996, ingevoegd bij het decreet van 11 januari 2008; de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap daartoe worden toegekend;

    3. de middelen die worden toegekend ter bevordering van de democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs in de hogescholen, bestaande uit : de toelage voor de bevordering van de democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs, toegekend krachtens artikel 21quater van het decreet van 9 september 1996, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2007 houdende aanvulling van het mechanisme van democratisering van de hogere studies buiten de universiteiten ingesteld door de decreten van 20 juli 2005 en 20 juli 2006; de aanvullende toelage, toegekend krachtens het decreet van 19 juli 2010; de andere eventuele middelen die daartoe door de Franse Gemeenschap worden toegekend;

    4. de specifieke forfaitaire compensatie voor het vervangen in hun cursusopdracht van de promotoren van de projecten FIRST van het Waalse Gewest en SPIN OFF van het Brusselse Gewest, toegekend krachtens artikel 14, zevende lid, van het decreet van 9 september 1996;

    5. elke eventuele andere opbrengst, toegekend voor de begroting en de rekeningen van de globale toelage;

    6. de inschrijvingsrechten die van de globale toelage worden afgetrokken krachtens artikel 12, § 2ter-bis, van de wet van 29 mei 1959, de inschrijvingsrechten die worden geïnd krachtens artikel 12, § 2 van dezelfde wet, die niet van de globale toelage worden afgetrokken; de specifieke inschrijvingsrechten die van de globale toelage worden afgetrokken, bedoeld in de artikelen 58 tot 62 van de wet van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs en in artikel 2, 3°, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 25 september 1991 tot uitvoering van voornoemde wet; de op de werkelijke kosten geraamde kosten in verband met de goederen en diensten die aan studenten worden verleend, bedoeld in artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 en de andere eventuele ermee gepaard gaande opbrengsten. De inschrijvingsrechten en andere terugbetaalde ermee gepaard gaande opbrengsten zijn negatieve opbrengsten die op rekening 7302 worden aangerekend;

    7. de andere eventuele opbrengsten : deze houden de opbrengsten in die in de punten 4° tot 5° worden bedoeld en die worden aangerekend op de rubriek " andere exploitatieopbrengsten ", alsook de andere opbrengsten van het boekjaar dan deze die bedoeld zijn in de hierboven vermelde punten a) tot f), voortgebracht door de lasten aangerekend op de begroting en de rekeningen van de globale toelage, aangerekend op de rubriek " omzet ";

  17. voor de begroting en de rekeningen van afdeling II :

    1. de sociale subsidies, toegekend krachtens artikel 89 van het decreet van 5 augustus 1995, waaronder het deel van de sociale subsidies dat aan de studentenraad wordt toegekend krachtens artikel 75 van hetzelfde decreet; de aanvullende toelage, toegekend krachtens artikel 2 van het decreet van 6 oktober 2011, gestort op de lopende rekening bestemd voor de sociale subsidies; de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap op dezelfde lopende rekening worden toegekend;

    2. de eventuele subsidies die door de Franse Gemeenschap specifiek worden toegekend ofwel voor de huisvesting, ofwel voor de restaurants, ofwel voor het sociale beleid ten gunste van de studenten alsook de andere eventuele middelen die door de Franse Gemeenschap voor dezelfde doeleinden worden toegekend;

    3. elke andere eventuele overheidsopbrengst die voor de begroting en de sociale rekeningen worden toegekend;

    4. de andere eventuele opbrengsten, waaronder inzonderheid de opbrengsten bedoeld in de punten 4° en 5°, aangerekend op de rubriek " andere exploitatieopbrengsten ", alsook de andere eigen opbrengsten van de sociale dienst van het boekjaar dan deze die bedoeld zijn in de punten a) tot c), inzonderheid voortvloeiend uit de woningen, de restaurants en de studenten, met inbegrip van deze die in het kader van het mobiliteitsstelsel via het Erasmus-programma hun studies volgen, aangerekend op de rubriek " omzet ";

  18. voor de begroting en de rekeningen van afdeling III :

    a de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor de voortgezette opleidingen, dit is buiten het deel van de globale toelage die daartoe bestemd is krachtens artikel 3 van het decreet van 9 september 1996;

    1. de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor het toegepast onderzoek, dit is buiten het deel van de globale toelage die daartoe bestemd is krachtens artikel 3 van het decreet van 9 september 1996, alsook de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten voor ontwikkeling;

    2. de eigen opbrengsten en de overheidsopbrengsten die specifiek bestemd zijn voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT