Koninklijk besluit betreffende de openbare dienstverplichtingen in de aardgasmarkt. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-11-2002 en tekstbijwerking tot 06-08-2003)., de 23 octobre 2002

HOOFDSTUK I. - Definities.

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit hebben de termen " aardgas ", " gasvervoer ", " vervoerinstallaties ", " afnemer ", " eindafnemer ", " in aanmerking komende afnemer ", " distributieonderneming ", " gasdistributie ", " vervoervergunning ", " Minister ", en " Commissie " de betekenis bepaald in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit moet bovendien worden verstaan onder :

  1. " maximum uurdebiet " : maximaal volume aardgas afgenomen in de loop van één uur;

  2. " wet van 12 april 1965 " : de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;

  3. " besluitwet van 22 januari 1945 " : de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen;

    HOOFDSTUK II. - Openbare dienstverplichtingen van de houders van een vervoervergunning ten gunste van niet in aanmerking komende afnemers.

    Art. 2. De openbare dienstverplichtingen inzake investeringen bedoeld in artikel 15/11, 1°, van de wet van 12 april 1965 hebben betrekking op de verplichting om bijkomende vervoerinstallaties te bouwen en/of te exploiteren in economisch verantwoorde omstandigheden waarmee afnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn :

    1. - ofwel de maximum uurdebieten voorzien aan de reeds aangesloten leveringspunten kunnen verhogen,

    2. - ofwel nieuwe leveringspunten kunnen bevoorraden.

    Art. 3. De openbare dienstverplichtingen, bedoeld in artikel 2, worden bij gewoon schrijven meegedeeld aan de houder van de vervoersvergunning.

    Art. 4. De Minister past, in voorkomend geval, de vervoervergunning met betrekking tot de vervoerinstallatie die het onderwerp uitmaakt van een openbare dienstverplichting aan.

    HOOFDSTUK III. - Openbare dienstverplichtingen van de houders van een leveringsvergunning, ten gunste van distributiebedrijven en andere afnemers in de mate dat zij niet in aanmerking komen.

    Art. 5. Een openbare dienstverplichting wordt opgelegd aan de houders van een leveringsvergunning voor aardgas voor de levering van aardgas :

  4. aan een distributiebedrijf voor zover deze niet in aanmerking komt; en

  5. aan een afnemer die niet in aanmerking komt.

    Art. 6. De houder van een leveringsvergunning is verplicht om de continuïteit van de aardgasleveringen te verzekeren aan de distributieonderneming bedoeld in artikel 5 en aan de niet in aanmerking komende afnemer overeenkomstig het contract afgesloten respectievelijk met bovenvermelde belanghebbenden.

    De aardgaslevering kan in de volgende gevallen evenwel worden verminderd of onderbroken voor zover de vermindering of onderbreking noodzakelijk is :

  6. in geval van overmacht;

  7. in geval van aansluiting van nieuwe vervoer- of distributie-installaties of voor het onderhoud van bestaande installaties.

    In het geval voorzien in het tweede lid, 1° brengt de houder van een leveringsvergunning de in artikel 5 bedoelde distributieonderneming en de niet in aanmerking komende afnemer getroffen door de onderbreking hiervan zo spoedig mogelijk op hoogte.

    In het geval voorzien in het tweede lid, 2° deelt de houder van een leveringsvergunning de uren van de onderbreking minstens drie dagen op voorhand mee aan de betrokken distributieonderneming bedoeld in artikel 6 en aan de niet in aanmerking komende afnemer.

    In de gevallen voorzien in het tweede lid, 1° en 2°, deelt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT