9 JUNI 2011. - Ordonnantie tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten, wat de bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aangaat

De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2. Deze ordonnantie zet de bepalingen om van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt van de EU onder voorbehoud van de bepalingen vervat in een ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die diensten in het bijzonder regelt.

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Definities

Art. 3. Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :

  1. « dienst » : elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, zoals bedoeld in artikel 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  2. « dienstverrichter » : iedere natuurlijke persoon, onderdaan van een Lidstaat, of iedere rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 54 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gevestigd in een Lidstaat, die een dienst aanbiedt of verricht;

  3. « afnemer » : iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een Lidstaat, of die rechten heeft die hem door besluiten van de Europese Unie zijn verleend, of iedere rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 54 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die in een Lidstaat is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken;

  4. « vestiging » : de daadwerkelijke uitoefening van een economische activiteit zoals bedoeld in artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie door de dienstverrichter voor onbepaalde tijd en vanuit een duurzame infrastructuur, van waaruit daadwerkelijk diensten worden verricht;

  5. « vergunningstelsel » : elke procedure die voor een dienstverrichter of afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde autoriteit stappen te ondernemen met het oog op het bekomen van een formele akte of een impliciete beslissing betreffende de toegang tot een dienstenactiviteit of de uitoefening ervan;

  6. « eis » : elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wettelijke, regelgevende of administratieve bepalingen of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld;

  7. « dwingende redenen van algemeen belang » : redenen zoals onder meer de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de handhaving van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel, de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, de eerlijkheid van handelstransacties, de fraudebestrijding, de bescherming van het milieu en het stedelijke milieu, dierengezondheid, de intellectuele eigendom, het behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid;

  8. « gereglementeerd beroep » : een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening;

  9. « beroepsaansprakelijkheidsverzekering » : een door de dienstverrichter afgesloten verzekering ter dekking, jegens afnemers en, in voorkomend geval, derden, van zijn aansprakelijkheid in het geval van schade voortvloeiend uit de verrichting van de dienst;

  10. « werkdag » : het geheel van alle dagen met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen. Als de proceduretermijn afloopt op een zaterdag, een zondag of een feestdag, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag;

  11. « persoonsgegevens » : informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon in overeenstemming met de definitie van artikel 1, § 1 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;

  12. « bevoegde autoriteit » : elke autoriteit of instantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die een toezichthoudende of regelgevende rol vervult ten aanzien van dienstenactiviteiten; met name de administratieve autoriteiten, de beroepsorden en de verenigingen of andere professionele organen die, in het kader van hun juridische autonomie, de toegang tot de dienstenactiviteiten of de uitoefening ervan collectief regelen;

  13. « Lidstaat » : een Lidstaat van de Europese Unie;

  14. « Lidstaat van vestiging » : de Lidstaat op wiens grondgebied de betrokken dienstverrichter is gevestigd;

  15. « Lidstaat waar de dienst wordt verricht » : de Lidstaat waar de dienst wordt verricht door een dienstverrichter die in een andere Lidstaat is gevestigd;

  16. « federale coördinator » : de natuurlijke persoon benoemd binnen de Federale Overheidsdienst Economie, om in het kader van de administratieve samenwerking het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde Belgische autoriteiten;

  17. « coördinator van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie » : de natuurlijke persoon die door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie benoemd is om in het kader van de administratieve samenwerkingsprocedures, bepaald in Hoofdstuk IV, via de federale coördinator, het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde Belgische autoriteiten;

  18. « waarschuwingscoördinator » : de natuurlijke persoon of personen die op het niveau van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie belast is of zijn om de Lidstaten en de Europese Commissie in kennis te stellen van ernstige specifieke handelingen of omstandigheden met betrekking tot een dienstenactiviteit, die ernstige schade aan de gezondheid of veiligheid van personen of aan het milieu kunnen veroorzaken;

  19. « elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie » : elektronisch netwerk voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde administraties van de Lidstaten, ontwikkeld en beheerd door de Europese Commissie om de administratieve samenwerking vlotter te laten verlopen, met name binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2006/123/EG betreffende de diensten op de interne markt.

    Toepassingsgebied

    Art. 4. Deze ordonnantie is van toepassing op de diensten die vallen onder de bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie met uitzondering van :

  20. de diensten van algemeen belang van niet-economische aard, met inbegrip van de sociale diensten die niet onder punt 3° van dit artikel vallen;

  21. de diensten van de gezondheidszorg, al dan niet verleend door gezondheidszorgfaciliteiten en ongeacht de wijze waarop zij op nationaal niveau zijn georganiseerd en worden gefinancierd en ongeacht of zij openbaar of particulier van aard zijn;

  22. zonder afbreuk te doen aan hun kwalificatie als diensten van algemeen belang van niet-economische aard als bedoeld onder 1° van dit artikel of de kwalificatie als diensten van algemeen belang van economische aard, de kinderzorg en bijstand aan gezinnen en personen in permanente of tijdelijke nood die worden verleend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of door dienstverrichters die hiervoor van haar een mandaat hebben gekregen.

    Strijdigheden met normen die hun oorsprong vinden in het EU-recht

    Art. 5. Indien de bepalingen van deze ordonnantie strijdig zijn met een besluit van de Europese Unie of met federale of door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vastgelegde wetgevende of reglementaire bepalingen, ter omzetting van het recht van de Europese Unie, die betrekking hebben op specifieke aspecten van de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in specifieke sectoren of voor specifieke beroepen, dan hebben deze laatste bepalingen voorrang.

    HOOFDSTUK II. - Vrijheid van vestiging

    De vergunningstelsels

    Art. 6. § 1. - Indien voor een dienstenactiviteit en de uitoefening ervan een vergunningstelsel vereist is, moet dit aan de volgende voorwaarden voldoen :

  23. het vergunningstelsel mag geen discriminerende werking hebben jegens de betrokken dienstverrichter;

  24. het vergunningstelsel moet noodzakelijk zijn wegens een dwingende reden van algemeen belang;

  25. het doel dat met deze voorafgaande vergunningsprocedure wordt nagestreefd, kan niet door een minder beperkende maatregel worden bereikt, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om werkelijk doeltreffend te zijn.

    § 2. - Overeenkomstig artikel 5 heeft de eerste paragraaf van dit artikel geen betrekking op de vergunningstelsels die direct of indirect door het recht van de Europese Unie zijn voorzien of geregeld. De artikelen 7 tot 10 en 12 tot 15 van deze ordonnantie zijn daarop derhalve enkel in bijkomende orde van toepassing.

    § 3. - De eerste paragraaf is niet van toepassing op vergunningstelsels die de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep afhankelijk stellen van het bezit van bepaalde professionele kwalificaties en specifieke bepalingen die vereisen dat een bepaalde activiteit wordt voorbehouden aan een bepaald beroep.

    De vergunningscriteria

    Art. 7. Vergunningstelsels moeten gebaseerd zijn op criteria die beletten dat de bevoegde autoriteiten hun beoordelingsbevoegdheid op willekeurige wijze uitoefenen. Deze criteria zijn :

  26. niet-discriminerend;

  27. gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;

  28. evenredig met die reden van algemeen belang;

  29. duidelijk en ondubbelzinnig;

  30. objectief;

  31. vooraf openbaar bekendgemaakt;

  32. transparant en toegankelijk.

    Toegankelijkheid van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT