9 JULI 2010. - Decreet met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt (1)

De vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen :

HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Het voert gedeeltelijk de bepalingen uit van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, wordt verstaan onder :

  1. « College » : het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

  2. « dienst » : elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, zoals bedoeld in artikel 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  3. « dienstverrichter » : iedere natuurlijke persoon, onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie die een dienst aanbiedt of verricht;

  4. « vestiging » : de daadwerkelijke uitoefening van een economische activiteit door de dienstverrichter voor onbepaalde tijd en vanuit een duurzame infrastructuur, van waaruit daadwerkelijk diensten worden verricht;

  5. « afnemer » : iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie of die rechten heeft die hem door communautaire besluiten zijn verleend, of iedere rechtspersoon die in een lidstaat van de Europese Unie is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken;

  6. « gereglementeerd beroep » : een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening;

  7. « beoefenaar van een vrij beroep » : elke onderneming die geen koopman is in de zin van artikel 1 van het wetboek van koophandel en die onderworpen is aan een bij wet opgericht tuchtorgaan;

  8. « vergunningstelsel » : elke procedure die voor een dienstverrichter of afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde autoriteit stappen te ondernemen ter verkrijging van een formele of stilzwijgende beslissing over de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactivititeit;

  9. « eis » : elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van de wettelijke of reglementaire bepalingen of in administratieve bepalingen, in het reglement of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld;

  10. « dwingende redenen van algemeen belang » : redenen zoals in het bijzonder de openbare orde, de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de volksgezondheid, de handhaving van het financiële evenwicht van het sociale zekerheidsstelsel, de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, de eerlijkheid van handelstransacties, de fraudebestrijding, de bescherming van het milieu en het stedelijke milieu, dierenwelzijn, de intellectuele eigendom, het behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid;

  11. « beroepsaansprakelijkheidsverzekering » : een door de dienstverrichter afgesloten verzekering ter dekking, jegens afnemers en, in voorkomend geval, derden, van zijn eventuele aansprakelijkheid in het geval van schade voortvloeiend uit de verrichting van de dienst;

  12. « geografisch adres » : de plaats waar een onderneming fysiek aanwezig is of gecontacteerd kan worden;

  13. « bevoegde autoriteit » : elke autoriteit of instantie die een toezichthoudende of regelgevende rol vervult ten aanzien van dienstenactiviteiten. Zijn met name bevoegde autoriteiten in de zin van deze definitie : de administratieve autoriteiten, met inbegrip van de rechtbanken die in die hoedanigheid optreden, de beroepsorden of andere professionele organen die in het kader van hun juridische autonomie de toegang tot de dienstenactiviteiten of de uitoefening ervan collectief regelen;

  14. « bevoegde autoriteit van de Franse Gemeenschapscommissie » : elke administratieve autoriteit, met name de diensten en instellingen van openbaar nut die afhangen van het College, die, benoemd door of krachtens de wet of een decreet instaat voor het controleren of regelen van de dienstactiviteiten in de zin van de richtlijn, krachtens artikel 138 van de Grondwet onder de bevoegdheid valt van de Franse Gemeenschapscommissie;

  15. « lidstaat » : een lidstaat van de Europese Unie;

  16. « lidstaat van vestiging » : de lidstaat op wiens grondgebied de betrokken dienstverrichter is gevestigd;

  17. « werkdag » : het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen. Als de termijn op een zaterdag afloopt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag;

  18. « persoonsgegevens » : informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon in overeenstemming met de definitie van artikel 1, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;

  19. « elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie » : elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde administraties van de lidstaten, ontwikkeld en beheerd door de Europese Commissie met het oog op het vergemakkelijken van de administratieve samenwerking, met name onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/123;

  20. « federale coördinator » : de natuurlijke persoon benoemd binnen de Federale Overheidsdienst Economie, om in het kader van de administratieve samenwerking, bepaald in Hoofdstuk VI, het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde Belgische autoriteiten;

  21. « waarschuwingscoördinator » : de natuurlijke persoon of personen die op federaal niveau is of zijn aangewezen om de andere lidstaten en de Europese Commissie in kennis te stellen van ernstige specifieke handelingen of omstandigheden met betrekking tot een dienstenactiviteit, die ernstige schade aan de gezondheid of veiligheid van personen of aan het milieu kunnen veroorzaken;

  22. « coördinator van de Franse Gemeenschapscommissie » : de natuurlijke persoon die door het College is aangewezen om in het kader van de administratieve samenwerking, bepaald in hoofdstuk VII, via de federale coördinatie het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde Belgische autoriteiten.

    Art. 3. § 1. Dit decreet is van toepassing op diensten die worden geleverd door dienstverrichters die in een lidstaat zijn gevestigd, onverminderd de bevoegdheden van de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen en met uitzondering van :

  23. de diensten van algemeen belang van niet-economische aard, met inbegrip van de sociale diensten die niet onder punt 3 van dit artikel vallen;

  24. de diensten van de gezondheidszorg, al dan niet verleend door gezondheidszorgfaciliteiten en ongeacht de wijze waarop zij zijn georganiseerd en worden gefinancierd en ongeacht of zij openbaar of particulier van aard zijn;

  25. zonder afbreuk te doen aan hun kwalificatie als diensten van algemeen belang van niet-economische aard als bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel of de kwalificatie als diensten van algemeen belang van economische aard, sociale diensten betreffende sociale huisvesting, kinderzorg en bijstand aan gezinnen en personen die permanent of tijdelijk in nood verkeren die worden verleend door de Franse Gemeenschapscommissie, door dienstverrichters die zijn gemachtigd door de Franse Gemeenschapscommissie of door liefdadigheidsinstellingen die als dusdanig zijn erkend, voor zover deze diensten onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschapscommissie vallen;

    § 2. Indien de bepalingen van dit decreet strijdig zijn met wettelijke of reglementaire bepalingen ter omzetting van Gemeenschapsrecht die betrekking hebben op de specifieke aspecten van de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in specifieke sectoren of voor specifieke beroepen, dan hebben deze laatste bepalingen voorrang.

    HOOFDSTUK II. - Vrijheid van vestiging

    Art. 4. Indien voor de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit een vergunning vereist is, moet deze vergunning aan de volgende voorwaarden voldoen :

  26. het vergunningstelsel heeft geen discriminerende werking jegens de betrokken dienstverrichter;

  27. de behoefte aan een vergunningstelsel is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;

  28. het nagestreefde doel kan niet door een minder beperkende maatregel worden bereikt, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om werkelijk doeltreffend te zijn.

    Het eerste lid is niet van toepassing op vergunningstelsels die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT