Omzendbrief Procedures inzake de omzetting van richtlijnen, inbreuken alsook beroepen voor het hof van justitie, de 30 août 2021

Artikel M.

HOOFDSTUK 1:. CONTEXT

  1. Belang van de omzetting

    De omzetting van richtlijnen is een belangrijke wettelijke verplichting voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Verzuimen dit te doen, kan leiden tot zware financiële sancties. Alhoewel deze wettelijke verplichting voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een prioriteit is, blijft de naleving van de termijnen problematisch. Zeker nu de Europese Commissie automatisch een inbreukprocedure opstart een maand nadat de omzettingstermijn is verstreken en er geen omzettende teksten zijn meegedeeld.

    Naast de financiële gevolgen wegens verzuim van omzetting of verkeerde omzetting, kan niet aan de reputatieschade voor het Gewest worden voorbijgaan. Een correcte omzetting van de richtlijnen en een voorbeeldige toepassing van het Europese recht heeft rechtstreeks invloed op de rechtszekerheid die onze regering aan de burgers en bedrijven moet garanderen. Bovendien geven een onberispelijke en tijdige omzetting ons als stichtend lid van de EU de nodige geloofwaardigheid bij het verdedigen van een eenvormige toepassing van het Unierecht door allen niet onbelangrijk, aangezien het in 2024 de beurt van België is om het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie waar te nemen.

    De druk van de Europese Commissie op de lidstaten neemt toe nu ze regelmatig een scorebord publiceert m.b.t. de prestaties van elke lidstaat (zie punt 3).

    Deze omzendbrief beschrijft enkel de te ondernemen stappen zodra een richtlijn in het Publicatieblad van de EU is verschenen. Toch dient te worden benadrukt dat bevoegde administraties al worden betrokken nog voordat een richtlijn wordt gepubliceerd, namelijk zodra de Europese Commissie een wetgevend voorstel uitbrengt. Gedurende de onderhandelingen omtrent een richtlijn nodigt de Delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de Europese Unie de bevoegde administraties uit opmerkingen en amendementen te formuleren en hun advies te geven, als bijdrage aan het Belgische standpunt over de tekst. Hun betrokkenheid bij de onderhandelingen is uiterst belangrijk om bij het opstellen van Europese teksten op gepaste wijze te waken over de belangen van het Gewest, om mogelijke problemen te achterhalen en de omzetting in het Brusselse recht zo goed mogelijk voor te bereiden.

  2. Sancties

    2.1. Standpunt van de Commissie

    De Belgische staat (en ook haar entiteiten2) kan voor het Hof van Justitie (HJEU) van de Europese Unie worden vervolgd wegens onvolledige, laattijdige of foutieve omzetting van richtlijnen, met veroordelingen tot forfaitaire sommen en/of dwangsommen als gevolg.

    In haar mededeling "EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing3" gaf de Europese Commissie aan dat ze er een prioriteit van maakt de inbreukprocedures te bespoedigen, door ze automatisch in werking te stellen als de Commissie binnen de door de richtlijnen bepaalde termijnen niet op de hoogte is gebracht van de nationale omzettingsmaatregelen. In deze mededeling bepaalt de Commissie ook dat ze haar klacht niet meer automatisch zal intrekken nadat een lidstaat de inbreuk vóór de uitspraak van het Hof van Justitie ongedaan heeft gemaakt, door de richtlijn in de loop van de procedure alsnog om te zetten. Het is dus absoluut noodzakelijk elke richtlijn tijdig in het nationale (of in deze het Brusselse) recht om te zetten en deze omzettingen te betekenen.

    In een brief van 17 februari 20204 herinnert de Commissie er bovendien aan "dat wanneer lidstaten nationale omzettingsmaatregelen aan de Commissie meedelen, zij voldoende duidelijke en nauwkeurige inlichtingen moeten verstrekken en per bepaling van de richtlijn de nationale bepaling(en) moeten vermelden waarbij deze wordt omgezet". Anders wordt de betekening als onvolledig beschouwd. Indien de omzettingstekst dit niet uitdrukkelijk doet, moet dus een document worden bezorgd met de vermelding van de omzettingsbepalingen uit het interne recht, per bepaling van de richtlijn.

    2.2. Bedragen

    Regelmatig publiceert de Commissie haar berekeningsmethode van de financiële sancties die ze voor het Hof van Justitie van de Europese Unie vordert indien een lidstaat zijn verplichtingen niet nakomt5. Voor België worden de bedragen momenteel als volgt bepaald:

    * Dwangsom: België kan tot betaling van een dwangsom worden veroordeeld vanaf de uitspraak van het Hof van Justitie, totdat het dossier in orde is gebracht in het licht van het recht van de Europese Unie. Dit bedrag kan tussen 2.523,20 euro en 151.392 euro per dag belopen. 6

    * Forfaitaire som: een forfaitaire som kan worden opgelegd aan een lidstaat die een in gebreke blijft voor de periode vóór de uitspraak van het Hof van Justitie. Het minimumbedrag voor die sommen bedraagt 2.088.000 euro. 7

    Belangrijk om weten is dat deze bedragen voorstellen zijn en dat het Hof niet verplicht is deze voorstellen van de Commissie te volgen, het kan de bedragen dus verminderen of verhogen.

    2.3. Aansprakelijkheid

    Het HJEU kan uitsluitend de Belgische staat veroordelen, maar indien duidelijk blijkt dat een gefedereerde entiteit verantwoordelijk is voor de veroordeling, zal zij de dwangsommen en/of forfaitaire sommen moeten betalen. Indien meerdere entiteiten verantwoordelijk zijn, moeten ze met elkaar onderhandelen om hun respectieve aandeel te bepalen. Het is ook belangrijk de door de Europese Commissie bepaalde betaaltermijnen na te leven, anders worden de verschuldigde bedragen automatisch verhoogd met verwijlintresten.8

    In geval van een sanctie, dient op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de financiële aansprakelijkheid op ad hoc-basis door elk betrokken regeringslid dat betrokken is bij het dossier dat aanleiding geeft tot de sanctie en de ondergeschikte dienst(en) die worden vastgesteld - rekening houdend met de administratieve en politieke verantwoordelijkheden die genoemd zijn in de opeenvolgende nota's betreffende de stand van zaken aangaande de omzetting van richtlijnen - binnen drie maanden na het opleggen van een financiële sanctie door het Hof van Justitie of uiterlijk binnen de door de Commissie opgelegde betalingstermijn. Deze beginselen zijn van toepassing op alle omzettingen van richtlijnen gepubliceerd in het Europees Publicatieblad vanaf 18 juli 2019. Bij gebrek aan een dergelijk akkoord binnen deze termijn, of voor die richtlijnen waarvan de publicatiedatum voorafgaat aan 18 juli 2019, draagt elk betrokken lid van de regering ook de financiële lasten die voortvloeien uit de opgelegde financiële sancties of de genomen handhavingsmaatregelen, en dit in verhouding tot diens budget.

  3. Scorebord

    Tweemaal per jaar maakt de Commissie een scorebord op over de vooruitgang die elke lidstaat boekt, in het bijzonder voor wat de naleving van de omzettingstermijnen betreft. Het eerste scorebord geeft de situatie weer van alle richtlijnen waarvoor de deadline op 31 mei verstreken is. Het tweede scorebord bekijkt de richtlijnen waarvoor de omzettingstermijn vastgelegd is op 30 november. Jaarlijks worden de resultaten van deze tweede oefening in de loop van het eerste semester met commentaren gepubliceerd op de website van de Commissie.

  4. Responsabilisering en transparantie

    Om elke bevoegde Brusselse administratie9 en elk bevoegd kabinet aan te zetten tot het nemen van de eigen verantwoordelijkheid en de omzettingsprocedure transparanter en vlotter te maken, wordt op het internet een tabel gepubliceerd met de stand van zaken van de lopende omzettingen.

    Deze tabel bevat de volgende informatie: nummer en onderwerp van de richtlijn, voor de omzetting bevoegde administraties en kabinetten, omzettingstermijn, opschriften van de aan te nemen en/of te wijzigen teksten; De verschillende fasen van de aanneming van de teksten die afgerond zijn op de dag waarop de tabel door de Regering wordt gevalideerd/goedgekeurd.

    Dit document wordt op basis van de door de bevoegde administraties en kabinetten verstrekte informatie opgesteld. Voordat het wordt gepubliceerd, wordt het door de Regering goedgekeurd op het moment dat de tweemaandelijkse nota wordt voorgelegd over de vooruitgang m.b.t. omzettingen in het Gewest. De administraties en kabinetten zijn verantwoordelijk voor de regelmatige verstrekking van informatie aan de eurocoördinator, de juistheid ervan (opschrift van de teksten, tijdschema met voltooide en geplande acties) en de naleving van de meegedeelde tijdschema's. Als de omzetting van richtlijnen vertraging oploopt, zijn de verantwoordelijken van de bevoegde administraties en kabinetten gebonden door deze informatie.

    HOOFDSTUK 2:. OPDRACHTEN 1. Opdracht van Brussels International

    Brussels International (BI) is de directie-generaal die belast is met de ontwikkeling van een samenhangend buitenlands beleid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bij de Gewestelijke Overheidsdienst van Brussel coördineert ze de internationale en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT