Omzendbrief. - Overheidsopdrachten - Tekorten aan isolatiemateriaal PIR en PUR, de 6 novembre 2017

Artikel M. Sinds een paar maanden worden aanzienlijke prijsstijgingen genoteerd, zelfs onbeschikbaarheden, van bepaalde isolatiematerialen zoals polyurethaan (PUR) en polyisocyanuraat (PIR).

In geval van een prijsverhoging moet toepassing worden gemaakt van de prijsherzieningsformule, die in de meeste gevallen voorzien is in de opdrachtdocumenten. In deze gevallen wordt rekening gehouden met de verhoging van de materiaalprijzen, waardoor de opdrachtnemer deze verhoging niet ondergaat.

Echter kan het voorvallen dat de prijsherzieningsformule de werkelijkheid niet correct weerspiegelt en niet geheel aangepast is aan de structuur van de marktprijs. In dat geval ondergaat de opdrachtnemer dus de verhoging van de materiaalprijzen. In deze hypothese zijn twee oplossingen mogelijk : de aanpassing van de prijsherzieningsformule of toepassing maken van de bepaling omtrent onvoorzienbare omstandigheden voorzien in artikel 56 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (vóór de wijziging bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017) en in artikel 38/9 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 (zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017). Wanneer geen enkele prijsherzieningsformule voorzien is, is slechts deze laatste oplossing mogelijk.

Artikel 38/9 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, is enkel van toepassing zijn voor de opdrachten die vanaf 30 juni 2017 worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte. Op de overige opdrachten is nog het voormelde artikel 56 van toepassing.

De herziening van de opdracht voorzien in het voormelde artikel 56 neemt de vorm aan van een verlenging van de uitvoeringstermijnen of een andere vorm van herziening of verbreking van de opdracht.

Artikel 56 bepaalt dat de opdrachtnemer moet aantonen :

  1. dat de herziening noodzakelijk is geworden ingevolge omstandigheden die hij redelijkerwijze niet kon voorzien bij het indienen van de offerte of de sluiting van de opdracht, die hij niet kon ontwijken en waarvan hij de gevolgen niet kon verhelpen niettegenstaande hij al het nodige daartoe heeft gedaan(= onvoorzienbaarheidsvereiste);

  2. het geleden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT