Omzendbrief nr. 706. Hernieuwde aandacht voor het deontologisch kader voor federale ambtenaren, de 5 juillet 2022

Artikel M.

Aan de federale overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Defensie en de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Geachte collega's,

Geachte mevrouw,

Geachte heer,

  1. Inleiding

    Deze regering heeft zich tot ambitie gesteld bij te dragen aan een vooruitstrevend openbaar ambt. Integriteit binnen de administratie vormt een pijler van deze inspanningen en vergroot het vertrouwen van de burger in de federale overheid.

    Het deontologisch kader voor de federale ambtenaren vormt een belangrijk element van het integriteitsbeleid van de federale overheid. Dit kader is gericht aan statutairen, contractuelen, en stagiaires, en bevat gedragsregels de aangeven hoe men als federaal ambtenaar hoort te handelen.

    Het deontologisch kader bundelt en licht de gemeenschappelijke waarden en gedragsregels toe die gelden voor de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt, zoals omschreven in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, in functie van de wetten en reglementering, die ter zake van toepassing zijn. De laatste versie van het deontologisch kader werd per omzendbrief nr. 573 van 17 augustus 2007 verspreid. Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief nr. 573.

  2. Modernisering van het deontologische kader

    Het verzekeren van integriteit is geen eenmalige inspanning, maar vereist een voortdurende aandacht en bijsturing. Daartoe heeft de cel Integriteit van de FOD BOSA het deontologische kader van 2007 gemoderniseerd. Het nieuwe deontologische kader is in bijlage aan deze omzendbrief toegevoegd.

    De inhoud van het document werd niet alleen geactualiseerd, er werd vooral hard gewerkt aan de leesbaarheid ervan: de toon is eigentijdser en inspireert; er zijn voorbeelden van de praktijk toegevoegd om de inhoud tot leven te brengen; en de lezer kan makkelijker navigeren in het document. De vijf waarden van de federale overheid -respect, vertrouwen, professionalisme, algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid - vormen een leidraad doorheen het document.

  3. Volgende stappen

    Elke hoogste leidinggevende binnen iedere federale overheidsorganisatie wordt verzocht te verzekeren dat alle medewerkers op regelmatige basis en op verschillende manieren op de hoogte worden gebracht van de gedragsregels binnen dit kader, en dat deze regels worden verankerd binnen de organisatie.

    Federale overheidsorganisaties kunnen terecht bij de FOD BOSA als zij hulp nodig hebben bij de verduidelijking en de implementatie van dit deontologisch kader. De FOD BOSA staat, in samenwerking met de federale overheidsorganisaties, ook in voor de transversale communicatie en vorming ter zake.

    Bijkomende gedragsregels in de diensten van het federaal administratief openbaar ambt kunnen, met respect voor het deontologisch kader, mits advies van de cel Integriteit van FOD BOSA en mits de ministers bevoegd voor ambtenarenzaken en begroting hun akkoord geven, worden vastgesteld door elke minister of elke staatssecretaris na de publicatie van dit deontologisch kader in het Belgisch Staatsblad.

    Na dit akkoord zullen genoemde regels het voorwerp uitmaken van een syndicaal overleg. Het verdient aanbeveling dit overleg te laten plaatsgrijpen binnen het Hoog Overlegcomité en vertegenwoordigers van de twee voornoemde Ministers te betrekken bij de overheidsdelegatie.

    De Minister van Ambtenarenzaken,

    P. DE SUTTER

    De Staatssecretaris van Begroting,

    E. DE BLEEKER

    Deontologisch kader voor federale ambtenaren

    Dit deontologisch kader bestaat uit gedragsregels die aangeven hoe je als federaal ambtenaar hoort te handelen. Al deze regels hangen samen met één of meerdere van de vijf waarden die centraal staan bij de federale overheid: respect, vertrouwen, professionalisme, algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

    Met dit deontologisch kader willen we een houvast bieden voor iedere federale ambtenaar, of je nu werkt als stagiair, contractueel of statutair, of je leidinggevende bent of niet. Het kader moet helpen richting te geven aan het dagelijkse werk en de verantwoordelijkheden die ermee gepaard gaan op onder meer sociaal, economisch en ecologisch vlak. Als ambtenaar heb je immers een voorbeeldfunctie. Door rekening te houden met het deontologisch kader en de gedragsregels die het omvat, verhoog je mee het maatschappelijk vertrouwen in de federale overheid.

    Het deontologisch kader bundelt en licht de gemeenschappelijke waarden en de gedragsregels toe die gelden voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt, gelet op de wet- en regelgeving die ter zake gelden. Het deontologisch kader zelf is niet normerend : de erin opgenomen bepalingen vinden hun rechtsgrond in de achterliggende wet- en regelgeving. Een niet-exhaustieve lijst van deze wetten en regelgeving is bijgevoegd aan het deontologisch kader.

    Bovendien draagt dit deontologisch kader ook bij aan de realisatie van enkele subdoelstellingen die deel uitmaken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 16, opgesteld door de Verenigde Naties, bedoeld om wereldwijd de publieke diensten te versterken. Met enkele specifieke gedragsregels willen we doeltreffende, verantwoordelijke en transparante overheidsorganisaties uitbouwen.

    Alle gedragsregels op een rij

  4. Stel het algemeen belang voorop

    Je oefent je job steeds uit met oog voor de regelgeving, de opdrachten en de doelstellingen die eraan verbonden zijn. Je betoont daarbij ook respect voor het staatshoofd en de Belgische, Europese, internationale en mondiale democratische instellingen en hun symbolen. Tot slot stel je je loyaal op naar je werkgever en je leidinggevende, terwijl je van hen ook loyauteit mag verwachten.

    Voorbeeld uit de praktijk

    "Als ambtenaar stel ik me loyaal op ten aanzien van de visie, missie en waarden van de overheidsorganisatie waar ik werk, ook al ben ik het daar persoonlijk niet altijd mee eens. Anderzijds mag ik wel verwachten dat mijn organisatie de randvoorwaarden schept opdat ik zo goed mogelijk kan bijdragen aan de realisatie van die visie en missie."

  5. Streef integriteit na

    2.1. Neem verantwoordelijkheid op

    Ben je op de hoogte van collega's of gebruikers die onwettelijk of niet-integer handelen, dan kan je dit bespreken met je leidinggevende, preventieadviseur of vertrouwenspersoon. Als zij dit volgens jou niet kunnen of willen verhelpen, dan kan je er steeds voor kiezen om een beroep te doen op de officiële meldingskanalen, zoals de vertrouwenspersoon integriteit (VPI), de Federale Ombudsman of de Federale Interne Audit (FIA). Wanneer je weet hebt van een misdaad of een wanbedrijf, dan ben je zelfs verplicht om de procureur des Konings in te lichten en alle relevante informatie door te spelen. Na het melden van een integriteitsschending mag je nooit benadeeld worden, op welke manier dan ook.

    Voorbeelden uit de praktijk

    "Vandaag had ik een gesprek met de vertrouwenspersoon integriteit over een collega die zich bij controleopdrachten bijzonder goed laat verwennen door de geïnspecteerde. Ik heb de indruk dat het gaat om een integriteitsschending. Tastbare bewijzen heb ik evenwel niet. Ik ga me informeren welke weg ik zal bewandelen: die van de vertrouwenspersoon integriteit en de Federale Ombudsman, of via de Federale Interne Audit."

    "Ik heb onregelmatigheden opgemerkt in verschillende dossiers voor de toekenning van subsidies. Ik besluit om wat ik beschouw als een integriteitsschending te melden aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT