Omzendbrief nr. 686. - Richtlijnen in het kader van de bijzondere COVID-19-maatregelen voor de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt inzake de organisatie van het werk en de opvang van de kinderen bij (tijdelijke) sluiting van scholen, kinderdagverblijven en centra voor opvang van kinderen met een handicap, de 28 octobre 2020

Artikel M.

Aan de federale overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Defensie en de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Geachte collega's,

Geachte mevrouw,

Geachte heer,

Overwegende de dringendheid gemotiveerd door het feit dat het coronavirus (COVID-19) zich in België verspreidt, en dat er dringende maatregelen worden genomen om het risico voor de volksgezondheid te verminderen;

Overwegende dat er maatregelen werden genomen om het risico voor de volksgezondheid te verminderen, waaronder telewerk en de (tijdelijke) sluiting van scholen, kinderdagverblijven en centra voor opvang van kinderen met een handicap;

Overwegende de noodzaak om de gevolgen voor de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt te verduidelijken en te preciseren;

Moeten de volgende richtlijnen uitgevaardigd worden:

Een personeelslid verwittigt onmiddellijk zijn dienst wanneer hij wordt geconfronteerd met een van de volgende situaties:

- Een minderjarig kind dat met hem samenwoont hetzij niet naar zijn kinderdagverblijf kan gaan, hetzij niet naar school kan gaan, omdat het kinderdagverblijf, de klas of school waarvan het deel uitmaakt wordt gesloten als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te beperken;

- Een kind met een handicap ten laste heeft, ongeacht de leeftijd van dat kind, en dat kind niet naar een centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan, omdat dit centrum wordt gesloten als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te beperken.

Het personeelslid dient een attest voor te leggen van het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap, dat de sluiting bevestigt van de betrokken instelling of de klas als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) te beperken. In dit attest staat de periode vermeld waarin de sluiting van toepassing is.

Het personeelslid verricht tijdens deze sluitingsperiode zijn prestaties in telewerk. Wanneer de functie van het personeelslid niet in telewerk kan worden uitgeoefend, wordt het personeelslid ter beschikking gesteld van de leidend ambtenaar. De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde bekijken maximaal de mogelijkheden rond de aanpassingen van de werkregeling en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT