Omzendbrief betreffende de controle van de kandidaat-huisvesters van personen die vluchten voor het gewapend conflict in Oekraïne, de 18 mars 2022

Artikel M.

  1. Richtlijnen aan de politiediensten

    1.1. Op basis van de hen ter kennis gebrachte gegevens of op basis van vastgestelde feiten die wijzen op een risico voor de veiligheid van personen op de vlucht, en overeenkomstig de bepalingen van de wet op het politieambt, voeren de politiediensten de controles en onderzoeken uit die vallen binnen de reikwijdte van de hun wettelijk toegekende bevoegdheden.

    1.2. In het kader hiervan kunnen zij de in artikel 44/2, §§ 1 en 2, van de wet op het politieambt bedoelde gegevensbanken raadplegen, alsmede andere relevante gegevensbanken waartoe zij wettelijk toegang hebben.

    1.3. Teneinde te voldoen aan de voorwaarde dat de geraadpleegde gegevens en informatie toereikend, ter zake dienend en niet overmatig van aard mogen zijn, zal, in het kader van deze omzendbrief, enkel rekening worden gehouden met de gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 322 tot en met 331bis, 347bis, 361 tot en met 363, 371/1 tot en met 389, 391quater tot en met 442quater en 454 tot en met 457 van het Strafwetboek, alsmede de bepalingen betreffende de bescherming van minderjarigen.

    1.4. Overeenkomstig artikel 44/1, §§ 3 en 4, van de wet op het politieambt brengt de politiedienst de bevoegde overheden van bestuurlijke en gerechtelijke politie op de hoogte van het resultaat van de controle. De informatie bedoeld in artikel 44/1, § 4, is beperkt tot de melding dat de betrokkene(n) bekend is (zijn) voor één of meerdere van de in het randnummer 1.3 bedoelde feiten.

  2. Richtlijnen aan de lokale besturen

    2.1. De door de burgemeester aangewezen persoon binnen de gemeentelijke overheid van de woonplaats van de natuurlijke persoon of van de referentiepersoon van een gezin, die vooraf de instemming heeft verkregen van elke meerderjarige die onder zijn dak woont, die personen op de vlucht wenst te huisvesten of hen een accommodatie ter beschikking wenst te stellen, moet verzoeken om:

    - ofwel een uittreksel uit het strafregister, model 595 van het Wetboek van Strafvordering, voor elke meerderjarige die op het attest van samenstelling van gezin wordt vermeld,

    - ofwel een uitdrukkelijke machtiging om het uittreksel uit het strafregister, model 595 van het Wetboek van Strafvordering, van de bovengenoemde personen rechtstreeks te raadplegen.

    Indien één of meerdere rechtspersonen eigenaar zijn van een accommodatie die zij in het kader van deze procedure ter beschikking wensen te stellen, benadert de door de burgemeester aangewezen persoon de natuurlijke perso(o)n(en) die de rechtspersoon vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en elke andere meerderjarige die in die accommodatie verblijft, volgens de in het vorige lid beschreven procedure.

    Bij gebrek aan de bezorging van een uittreksel of aan een machtiging om het uittreksel uit het strafregister te consulteren, zal de kandidatuur niet in aanmerking worden genomen.

    Indien wordt vastgesteld dat de kandidaat-huisvester of een lid van de kandidaat-gastfamilie is veroordeeld voor minstens één van de feiten bedoeld in randnummer 1.3, dan wordt zijn kandidatuur niet in aanmerking genomen.

    De kandidaat-huisvester wordt op de hoogte gebracht van het feit dat zijn kandidatuur niet in aanmerking wordt genomen.

    2.2. De door de burgemeester aangewezen persoon is er eveneens toe gehouden contact op te nemen met de personen die op de datum van deze omzendbrief hun kandidatuur reeds hadden ingediend en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT