2 MAART 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van de legitimatiekaart van de inspecteurs van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 18, § 3, vijfde lid, vervangen bij de programmawet van 22 december 2008;
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 30bis, § 3, vijfde lid, vervangen bij de programmawet van 22 december 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 augustus 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 2 februari 2011;
Gelet op het advies nr. 48.746/3 van de Raad van State, gegeven op 5 oktober 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Klimaat en Energie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
-
« koninklijk besluit » : het koninklijk besluit van 13 december 2009 betreffende de inspecteurs van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;
-
« de Commissie » : de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;
-
« de inspecteurs van de Commissie » : de inspecteurs bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit.
Art. 2. De Voorzitter van het Directiecomité geeft aan de inspecteurs van de Commissie een legitimatiekaart af die duidelijk hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de Procureur des Konings, vermeldt.
Art. 3. De legitimatiekaart wordt opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage bij dit besluit is opgenomen. Zij heeft de vorm van een rechthoek met een lengte van 85 mm en een breedte van 54 mm en is geplastificeerd.
Art. 4. De legitimatiekaart bevat op de voorzijde de volgende vermeldingen :
-
linksboven hoofding « OFFICIER van GERECHTELIJKE POLITIE » en rechtsboven hoofding « Koninkrijk België »;
-
in het middengedeelte van de kaart een rechthoek met :
-
links een pasfoto van de houder met een minimumgrootte van 20 mm bij 20 mm;
-
in het midden bovenaan de naam en de voornaam van de houder met daaronder het personeelsnummer;
-
in het midden onderaan het nummer van de identiteitskaart van de houder alsmede de datum van het benoemingsbesluit;
-
-
linksonder de logo van «...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI