21 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie,

Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 november 2001 en 28 november 2001;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;

  2. de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de mobiliteit;

  3. mobiliteitsconvenant : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 2°, van het decreet;

  4. moederconvenant : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 3°, van het decreet;

  5. module : overeenkomst zoals bepaald in artikel 2, 4°, van het decreet;

  6. koepelmodule : overeenkomst die bij een moederconvenant wordt afgesloten en één of meerdere modules bundelt per project. Door het sluiten van de koepelmodule verbinden de partijen er zich toe om deze module(s) uit te voeren;

  7. een mobiliteitsplan : een studie over de mobiliteit, die ook een concreet actieplan omvat en met name ingaat op de investeringen in de fysieke infrastructuur, op het aanbod aan openbaar vervoer, op het parkeerbeleid, op sensibiliseringsacties;

  8. een gemeentelijk mobiliteitsplan : een studie op gemeentelijk niveau dat de volgende elementen bevat :

    1. een beschrijving, kwantitatieve analyse en evaluatie van de bestaande toestand en de bestaande knelpunten inzake mobiliteit;

    2. een beschrijving van de verwachte ontwikkeling bij ongewijzigd beleid en bij gewijzigd beleid volgens een aantal relevant geachte scenario's;

    3. de doelstellingen die voor de volgende planningsperiode worden vastgesteld;

    4. een actieplan met de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten die daarbij gelden;

  9. een grootstedelijk en regionaalstedelijk gebied : gebieden die de minister heeft aangeduid op basis van de stedelijke uitrustingsgraad en het voorzieningsniveau, van het belang van het stedelijk gebied voor de omgeving en voor Vlaanderen en op basis van hun interne stedelijke structuur en in de zin van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;

  10. een ruimtelijk ontwikkelingsplan : een plan waarin de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente als uitgangspunt wordt genomen;

  11. een verkeerscirculatieplan, een toekomstplan met uitgewerkte voorstellen over :

    1. een categorisering van de wegen en van de voorzieningen voor fietsers en openbaar vervoer, met bijbehorend circulatieplan voor alle vervoermiddelen;

    2. een bedieningsplan voor het openbaar vervoer (bedienende lijnen, halteplaatsen, frequenties van de bediening);

    3. een parkeerplan, gerelateerd aan het bedieningsplan voor het openbaar vervoer, met inbegrip van maatregelen ten aanzien van bijzondere gebruikersgroepen, tarieven en eventuele tijdsbeperkingen.

  12. een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een structuurplan zoals bepaald in artikel 31 tot en met 36 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.

    HOOFDSTUK II. - Het moederconvenant

    Art. 2. Het moederconvenant wordt opgesteld overeenkomstig het model, gevoegd als bijlage I bij dit besluit.

    HOOFDSTUK III. - Modules

    Afdeling 1. - Koepelmodule

    Art. 3. De koepelmodule wordt opgesteld overeenkomstig het model, gevoegd als bijlage II bij dit besluit.

    Afdeling 2. - Modules

    Art. 4. § 1. De koepelmodule omvat één of meerdere modules per project.

    § 2. Elke module wordt opgesteld overeenkomstig een type-module, gevoegd als bijlage bij dit besluit. De contractanten vullen de module in zoals aangegeven in de type-module.

    § 3. De volgende modules worden als bijlage gevoegd :

  13. bijlage III : Module nummer 1 betreffende de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten bij het mobiliteitsconvenant;

  14. bijlage IV : Module nummer 2 betreffende de aanleg van rondwegen en andere nieuwe verbindingswegen voor het wegverkeer;

  15. bijlage V : Module nummer 3 betreffende de herinrichting van doortochten;

  16. bijlage VI : Module nummer 4 betreffende de subsidiëring van wegverlichting langs gewestwegen;

  17. bijlage VII : Module nummer 5 betreffende de geluidswerende maatregelen langs autosnelwegen en gewestwegen;

  18. bijlage VIII : Module nummer 6 betreffende het bevorderen van de netheid op de gewestwegen;

  19. bijlage IX : Module nummer 7 betreffende de informatieverschaffing over het openbaar vervoer;

  20. bijlage X : Module nummer 8 betreffende de aanleg van vrijliggende bus- of trambanen;

  21. bijlage XI : Module nummer 9 betreffende de verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer;

  22. bijlage XII : Module nummer 10 betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen;

  23. bijlage XIII : Module nummer 11 betreffende de aanleg van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen;

  24. bijlage XIV : Module nummer 12 betreffende de subsidiering van nieuwe, afzonderlijk liggende verbindende fietspaden langs gemeente- of provinciewegen;

  25. bijlage XV : Module nummer 13 betreffende de subsidiëring van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen;

  26. bijlage XVI : Module nummer 14 betreffende de aanleg of herinrichting van ontsluitingsinfrastructuur ter verbetering van de bereikbaarheid van specifieke zones van commerciële activiteiten in privaat of openbaar beheer;

  27. bijlage XVII : Module nummer 15 betreffende de subsidiering van « flankerende maatregelen » ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid;

  28. bijlage XVIII : Module nummer 16 betreffende de herinrichting van wegvakken die niet als doortocht kunnen worden beschouwd;

  29. bijlage XIX : Module nummer 17 betreffende de wegverlichting langs gewestwegen;

  30. bijlage XX : Module nummer 18 betreffende de herinrichting van singuliere kruispunten en oversteekplaatsen buiten de bebouwde kom;

  31. bijlage XXI : Module nummer 19 betreffende streefbeelden of de ondersteuning van strategische planningsactiviteiten voor een gewestweg met bovenlokale of regionale verbindingsfunctie.

    HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

    Art. 5. Bedragen die in de onderstaande tabel zijn opgenomen, zijn bedragen die voorkomen in de bijlagen bij dit besluit. Met betrekking tot de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van deze tabel, gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom. Vanaf 1 januari 2002 gelden alleen nog de bedragen die in euro's worden vermeld in de tweede kolom.

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    Brussel, 21 december 2001.

    De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie,

    S. STEVAERT

    Bijlage I

    Vaststelling van het model van moederconvenant

    Moederconvenant

    ............................... (1)

    De partijen

    Tussen :

    - het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, voor wie optreedt :.................... (2), hierna het gewest te noemen;

    - de stad/gemeente (3) ............... (4), vertegenwoordigd door de gemeenteraad : waarvoor optreedt de heer/mevrouw (3) ............... (4), burgemeester, en de heer/mevrouw (3) ............... (4), secretaris, en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van ................ , hierna de lokale overheid te noemen; (5)

    - de Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in Hendrik Consciencestraat 1, 2800 Mechelen, voor wie optreedt : de voorzitter van de raad van bestuur, de heer/mevrouw (3) ............... (4), en de directeur-generaal, de heer/mevrouw (3) ............... (4), anderzijds, hierna de VVM te noemen;

    - de provincie, vertegenwoordigd door de provincieraad, voor wie optreedt : de heer/mevrouw (3) ............... (4), bestendig afgevaardigde, die handelt ter uitvoering van de beslissing van de provincieraad, van................ , hierna de provincie te noemen,

    wordt overeengekomen wat volgt :

    Artikel 1. Voorwerp van deze overeenkomst

    Met dit moederconvenant willen de partijen de verkeersveiligheid verhogen, de verkeersleefbaarheid verbeteren en de vervoersvraag beheersen. Middelen hiervoor zijn o.a. ruimtelijke herstructurering en selectieve bereikbaarheid. Dat houdt een beperking in van het autoverkeer, gekoppeld aan een verhoogde bereikbaarheid door middel van het versterken van de alternatieve vervoersmiddelen.

    Artikel 2. Toepassingsgebied

    Dit moederconvenant is van toepassing op .................................... (6).

    Artikel 3. Basisvoorwaarden van een gemeentelijk mobiliteitsplan

    § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe uiterlijk twaalf/achttien/vierentwintig (3) maanden na ondertekening van dit moederconvenant een mobiliteitsplan op te stellen voor het toepassingsgebied, vastgesteld in artikel 2. De lokale overheid treft hiervoor een gemeenteraadsbesluit tot opmaak en gefaseerde realisatie van een mobiliteitsplan.

    Voor de steden die deel uitmaken van het grootstedelijk of het regionaalstedelijk gebied kan het mobiliteitsplan gefaseerd opgesteld worden. Hierbij kunnen deelmobiliteitsplannen voor specifiek afgebakende gebieden worden opgemaakt binnen het kader van een samenhangend plan voor de hele stad.

    Het mobiliteitsplan dient uit te gaan van een ruimtelijk ontwikkelingsplan waarvan de diverse deelaspecten een duurzame mobiliteit moeten bevorderen. Daarbij ontstaat een belangrijke verschuiving van het autoverkeer naar het openbaar vervoer en het voetgangers- en fietsverkeer.

    Het mobiliteitsplan bevat minstens de volgende gegevens :

  32. een beschrijving van de bestaande verkeerssituatie en de huidige voorzieningen voor alle transportmiddelen (gekwantificeerde beschrijving);

  33. een toekomstplan met uitgewerkte voorstellen omtrent :

    - een categorisering van de wegen en van de voorzieningen voor fietsers en openbaar vervoer, met bijbehorend verkeerscirculatieplan voor alle vervoermiddelen;

    - een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT