Ministerieel besluit betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee., de 27 avril 2007

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. PCE : Provinciale Controle Eenheid van het Agentschap;

  2. het koninklijk besluit van 27 april 2007 : het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee;

  3. het koninklijk besluit van 15 april 2005 : het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking.

    Art. 2. De te bestrijden serotypes zoönotische Salmonella overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 zijn :

    1. voor fokpluimvee de serotypes Salmonella enterica serovar Enteritidis, Salmonella enterica serovar Typhimurium, Salmonella enterica serovar Hadar, Salmonella enterica serovar Infantis en Salmonella enterica serovar Virchow;

    2. voor leghennen tot en met 31 december 2007 het serotype Salmonella enterica serovar Enteritidis;

    3. voor leghennen vanaf 1 januari 2008 de serotypes Salmonella enterica serovar Enteritidis en Salmonella enterica serovar Typhimurium.

    Art. 3. De rapportering aan het Agentschap door de bedrijfsdierenarts overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 bevat minimaal de bij de bijlage I bepaalde gegevens.

    Art. 4. De vaccinatiemelding overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 bevat minimaal de bij de bijlage II bepaalde gegevens.

    Art. 5. § 1. De bacteriologische detectie wordt uitgevoerd volgens de ISO 6579 - 2002 Annex D methode (MSRV).

    § 2. De serotypering wordt uitgevoerd volgens het Kaufmann-White Schema.

    § 3. Indien Salmonella gedetecteerd wordt en het laboratorium voert niet zelf de serotypering uit, stuurt het laboratorium, per positief monster, één Salmonella isolaat naar het CODA voor verder onderzoek.

    Art. 6. § 1. Het laboratorium dat de detectie uitvoert, brengt de verantwoordelijke en de bedrijfsdierenarts op de hoogte van de resultaten van de onderzoeken.

    § 2. In afwijking van § 1 worden resultaten positief voor een van de te bestrijden serotypes Salmonella, rechtstreeks en enkel gemeld aan het Agentschap. Enkel het Agentschap geeft het resultaat door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT