Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 26 december 2015 houdende de voorwaarden waaronder organisaties een financiële toelage kunnen genieten voor de uitvoering van een opdracht of voor de aanwerving van personeel belast met de begeleiding van gerechtelijke maatregelen, bedoeld in artikel 69, eerste lid, 4°, zesde en zevende lid en artikel 69bis van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, de 15 juillet 2022

TITEL I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder:

  1. Administratie: de Federale Overheidsdienst Justitie;

  2. Minister: de Minister van Justitie;

  3. Organisatie: gemeente, provincie, intergemeentelijk samenwerkingsverband, vereniging zonder winstoogmerk of stichting van openbaar nut;

  4. Begeleidingsdienst: het geheel van medewerkers binnen een organisatie die instaan voor de begeleiding van een dienstverlening, een werkstraf, een opleiding of voor een behandeling in het kader van een gerechtelijke maatregel;

  5. Uitvoeringsdienst: een organisatie die instaat voor de uitvoering van een opdracht;

  6. Prestatieplaatsen: openbare diensten van de Staat, de gemeenten, de provincies, de gemeenschappen en de gewesten, of verenigingen zonder winstoogmerk of stichtingen met sociaal, wetenschappelijk of cultureel oogmerk, bedoeld in artikel 37sexies, § 1, van het Strafwetboek en in artikel 216ter, § 1, vijfde lid, 2°, van het Wetboek van Strafvordering;

  7. Opleiding: een aanbod ontwikkeld voor justitiabelen, waarvan het aantal uren vastligt en de inhoud op voorhand omschreven is, en waarbij het uitgangspunt de inbreuk is;

  8. Behandeling: een aanbod ontwikkeld voor justitiabelen, waarbij het aantal uren en de inhoud grotendeels op de justitiabele afgestemd zijn, en waarbij het uitgangspunt de inbreuk is;

  9. Verantwoordingsstukken: de documenten vermeld in de overeenkomst waarin de praktische modaliteiten voor de verantwoording van de uitgaven zijn opgenomen en die onder meer kunnen bestaan uit facturen die van externe leveranciers uitgaan, bestelbonnen die van de organisatie uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen, interne facturen.

    TITEL II. - Procedure en uitvoering

    HOOFDSTUK I. - Indieningsmodaliteiten voor nieuwe subsidieaanvragen

    Art. 2. De subsidieaanvragen worden bij de Minister ingediend.

    Art. 3. Op straffe van niet-ontvankelijkheid respecteren de organisaties, in hun subsidieaanvragen, de specifieke indieningsprocedures en volgen ze de structuur opgesteld door de administratie.

    Art. 4. De nieuwe subsidieaanvragen worden door de Minister geanalyseerd. Deze analyse gebeurt in overleg met de bevoegde dienst van de gemeenschappen.

    Art. 5. De Minister maakt het integrale subsidiedossier over aan de Interministeriële Conferentie voor de justitiehuizen.

    Over de verdeling van de subsidies tussen de verschillende organisaties, zowel voor de nieuwe aanvragen als voor de verlengingen, wordt jaarlijks in de Interministeriële Conferentie overleg gepleegd.

    HOOFDSTUK II. - Overeenkomsten betreffende begeleidingsdiensten of uitvoeringsdiensten

    Afdeling 1. - Duur

    Art. 6. De overeenkomsten die betrekking hebben op de begeleidingsdiensten of de uitvoeringsdiensten worden afgesloten voor een periode van een tot maximum vier jaar, verlengbaar.

    Afdeling 2. - Verplichtingen van de organisatie

    Art. 7. De overeenkomst bevat de verplichtingen van de organisatie.

    Art. 8. In geval de overeenkomst een begeleidingsdienst betreft, heeft de organisatie als...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT