Ministerieel besluit over de actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 1 januari 2023, de 28 octobre 2022

Artikel 1. Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap in haar rapport voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt:

  1. windenergie op land:

    1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 300 kWe tot 2,5 MWe en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,138;

    2. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 300 kWe tot 2,5 MWe en die niet vallen onder 1° a): de bandingfactor bedraagt 0,136;

    3. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen per turbine vanaf 2,5 MWe tot en met 4,5 MWe en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0;

    4. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen per turbine vanaf 2,5 MWe tot en met 4,5 MWe en die niet vallen onder 1° c): de bandingfactor bedraagt 0;

  2. nieuwe biogasinstallaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe:

    1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,680;

    2. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 2° a): de bandingfactor bedraagt: 0,680;

    3. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,680;

    4. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 2° c): de bandingfactor bedraagt 0,680;

  3. nieuwe biogasinstallaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023 en met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe:

    1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,520;

    2. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 3° a): de bandingfactor bedraagt 0,520;

    Art. 2. Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap in haar rapport voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt:

  4. kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas en met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe:

    1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023:

      1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en met uitsluiting van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op stortgas of op biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 1,00;

      2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1,00;

    2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2023:

      1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en met uitsluiting van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op stortgas of op biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 1,00;

      2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1,00;

  5. kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op stortgas of biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater, rioolwaterzuiveringsslib of GFT-afval;

    1. nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2023: de bandingfactor bedraagt 1,00;

    2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2023: de bandingfactor bedraagt 0,960;

    Art. 3. Voor groenestroom- en WKK-projecten wordt de bandingfactor per projectcategorie, door het rapport van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap ter uitvoering van artikel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT