Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de 24 avril 2021

Artikel 1. In artikel 5 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het eerste lid worden de woorden "Onverminderd de artikelen 8 en 8bis" vervangen door de woorden "Onverminderd artikel 8";

  2. in het tweede lid wordt de bepaling onder 14° vervangen als volgt: "14° een consument mag worden vergezeld door één persoon van hetzelfde huishouden of door het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in artikel 15bis. De minderjarigen van het eigen huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding kunnen worden begeleid door één volwassene.";

  3. het vierde lid wordt opgeheven.

    Art. 2. In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen als volgt:

    " § 4. Dienstverlening waarbij de afstand van 1,5 meter tussen de dienstverlener en de consument niet kan worden gegarandeerd is verboden, behalve voor wat betreft:

  4. de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage 1 van dit besluit;

  5. de dienstverlening voor de rijopleidingen en de rijexamens, alsook voor de opleidingen voor het besturen van luchtvaartuigen met het oog op het onderhoud, het voleindigen en het vernieuwen van kwalificaties en licenties, met naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol;

  6. de dienstverlening door de fotografen, met naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol;

  7. de dienstverlening door de schoonheidssalons, de bemande zonnebanken, de bemande zonnecentra, de niet-medische pedicurezaken, de nagelsalons, de massagesalons, de kapperszaken, de barbiers en de tatoeage- en piercingsalons, met naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol bepaald door de minister van Werk en de minister van Middenstand en Zelfstandigen overeenkomstig de afspraken in het Overlegcomité ter zake.

    Dienstverlening aan en in huis is verboden, behalve voor wat betreft:

  8. de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage 1 van dit besluit;

  9. de dienstverlening door de vastgoedsector voor de bezichtigingen van onroerend goed, met naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol;

  10. de diensten voor haarverzorging.".

    Art. 3. Artikel 8bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 4. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt:

    "5° een bezoeker mag worden vergezeld door één persoon van hetzelfde huishouden of door het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in artikel 15bis. De minderjarigen van het eigen huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding kunnen worden begeleid door één volwassene;".

    Art. 5. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De bezoekers worden toegelaten gedurende een periode van maximum 30 minuten.";

  12. het derde lid wordt vervangen als volgt: "Een bezoeker mag worden vergezeld door één persoon van hetzelfde huishouden of door het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in artikel 15bis. De minderjarigen van het eigen huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding kunnen worden begeleid door één volwassene.".

    Art. 6. In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "vier personen" vervangen door de woorden "tien personen".

    Art. 7. In artikel 19bis van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

    Art. 8. In artikel 27, § 4, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "7bis, § 1 en 8, §§ 2, 3 en 4" telkens vervangen door de woorden "5, 7bis, § 1 en 8".

    Art. 9. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot en met 31 mei 2021."

    Art. 10. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 29bis, luidende:

    "Art. 29bis. De minister van Binnenlandse Zaken kan, na gemotiveerd advies van de bevoegde ministers, de betrokken lokale overheden en de federale minister van Volksgezondheid, toelating geven om af te wijken van de regels van dit besluit gedurende proef- en pilootprojecten.

    De organisatie van de proef- en pilootprojecten gebeurt overeenkomstig het protocol dat zal worden bepaald door de bevoegde ministers en de federale Minister van Volksgezondheid houdende een kader, kalender en stappenplan voor de organisatie van proef- en pilootprojecten, zowel binnen als buiten, overeenkomstig de afspraken in het Overlegcomité ter zake.".

    Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 26 april 2021.

    Handtekening

    Brussel, 24 april 2021.

    De Minister van Binnenlandse Zaken,

    1. VERLINDEN

      Aanhef

      De Minister van Binnenlandse Zaken,

      Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

      Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;

      Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

      Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

      Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 april 2021;

      Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 15 april 2021;

      Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 15 april 2021;

      Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzakelijkheid om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 14 april 2021; dat het zodoende dringend is om bepaalde maatregelen aan te passen, te nemen en te verlengen;

      Gelet op het advies nr. 69.253/AV van de Raad van State, gegeven op 23 april 2021 en ontvangen op 24 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (zie bijlage);

      Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden in frequent gehouden Overlegcomités, in het bijzonder het Overlegcomité van 14 april 2021 voor de in het besluit genomen maatregelen;

      Overwegende de adviezen van de RAG en van de GEMS;

      Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

      Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

      Overwegende artikel 6, 1. c) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

      Overwegende de Grondwet, artikel 23;

      Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

      Overwegende de wet van 9 oktober 2020 houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020;

      Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;

      Overwegende de wet van 8 april 2021 houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;

      Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

      Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

      Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

      Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

      Overwegende de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;

      Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

      Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT