Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de 26 janvier 2021

Artikel 1. Artikel 1 van het van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met de bepaling onder 14°, luidende:

"14° "derde land": een land dat niet behoort tot de Europese Unie, noch tot de Schengenzone."

Art. 2. In artikel 2, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "bijlage" vervangen door de woorden "bijlage 1".

Art. 3. In artikel 3bis van hetzelfde besluit wordt het tweede lid aangevuld met de woorden: "Voormelde diensten en instellingen kunnen op de arbeidsplaatsen onder meer vragen het bewijs te leveren dat om louter professionele redenen, zoals vermeld in bijlage 2 van dit besluit, werd gereisd."

Art. 4. In artikel 8, § 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "bijlage" telkens vervangen door de woorden "bijlage 1".

Art. 5. In artikel 15, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  1. in de inleidende zin wordt het woord "tegelijkertijd" ingevoegd tussen het woord "mag" en het woord "aanwezig";

  2. de inleidende zin wordt aangevuld met de woorden ", onafhankelijk van het aantal ruimtes binnen een gebouw";

  3. er wordt een bepaling onder 4° toegevoegd, luidende:

    "4° de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging;" ;

  4. er wordt een bepaling onder 5° toegevoegd, luidende:

    "5° het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor niet-confessionele morele dienstverlening.".

    Art. 6. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende:

    "Ook buiten de lesuren kunnen scholen of derden initiatieven nemen ter bestrijding van de leerachterstand of schooluitval volgens de protocollen die worden opgesteld door de bevoegde ministers van de Gemeenschappen."

    Art. 7. In artikel 21 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. de eerste paragraaf wordt vervangen als volgt:

    " § 1. Niet-essentiële reizen naar het buitenland zijn verboden voor personen die hun hoofdverblijfplaats hebben in België. Niet-essentiële reizen naar België zijn verboden voor personen die hun hoofdverblijfplaats hebben in het buitenland.

    De reizen zoals bepaald in bijlage 2 van dit besluit worden beschouwd als essentieel.

    Voor de overeenkomstig het tweede lid toegelaten reizen, is de reiziger ertoe gehouden de digitale of papieren verklaring op eer, waarvan het modelformulier is bekendgemaakt op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, voorafgaand aan de reis, in te vullen, te ondertekenen en bij zich te dragen gedurende de integrale reis.

    Indien gebruik wordt gemaakt van een vervoerder, is deze ertoe gehouden te controleren dat de reizigers bedoeld in het derde lid, voorafgaand aan de boarding, een verklaring op eer hebben ingevuld. Bij gebrek aan deze verklaring, is de vervoerder ertoe gehouden het boarden te weigeren. De vervoerder controleert bij aankomst op Belgisch grondgebied opnieuw dat de verklaring op eer werd ingevuld.

    Bij gebrek aan deze verklaring op eer of bij valse, misleidende of onvolledige informatie in deze verklaring, kan in voorkomend geval de binnenkomst geweigerd worden overeenkomstig artikel 14 van de Schengengrenscode of artikel 43 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen."

  6. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 2. In afwijking van de eerste paragraaf, worden de reizen zoals bepaald in bijlage 3 van dit besluit als essentieel beschouwd voor de reizigers die vanuit een derde land naar België reizen, voor zover ze niet beschikken over de nationaliteit van een land van de Europese Unie of van de Schengenzone, en ze hun hoofdverblijfplaats hebben in een derde land dat niet is opgenomen in bijlage I bij de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking.

    Voor de overeenkomstig het eerste lid toegelaten reizen is de reiziger ertoe gehouden in het bezit te zijn van een attest van essentiële reis. Dit attest wordt uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post indien wordt aangetoond dat de reis essentieel is.

    Indien gebruik wordt gemaakt van een vervoerder, is deze ertoe gehouden te controleren dat de reizigers bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de boarding, in het bezit zijn van dit attest. Bij gebrek aan dit attest, is de vervoerder ertoe gehouden het boarden te weigeren. De vervoerder controleert bij aankomst op Belgisch grondgebied opnieuw dat de reiziger in het bezit is van dit attest.

    In afwijking van het tweede lid, is een attest niet vereist indien het essentieel karakter van de reis blijkt uit de officiële documenten in het bezit van de reiziger.

    Voor de toepassing van dit besluit worden Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad beschouwd als landen van de Europese Unie.";

  7. in paragraaf 7 worden de woorden "website van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in het kader van de COVID-19 crisis" vervangen door de woorden "website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu".

    Art. 8. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van de bijlage vervangen als volgt: "Bijlage...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT