Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de 12 janvier 2021

Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in de eerste paragraaf, eerste lid, worden de volgende woorden geschrapt: "in de sectoren bouw, schoonmaak en land- en tuinbouw bedoeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en in artikel 1, 1° van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970, met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde alsook activiteiten in de vleessector bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van het artikel 53 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en van de artikelen 12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van artikel 6ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk";

  2. in paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende woorden geschrapt: "in de sectoren bouw, land- en tuinbouw en schoonmaak bedoeld in artikel 20, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 en in artikel 1, 1° van het voornoemd koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 of activiteiten in de vleessector bedoeld in artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 27 december 2007";

  3. paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:

    "De in het buitenland wonende of verblijvende werknemer of zelfstandige die door een werkgever of een gebruiker tijdelijk wordt ingezet om werkzaamheden in België uit te voeren, is ertoe gehouden het bewijs te leveren van een negatief resultaat van een test die werd afgenomen ten vroegste 72 uur voor de aanvang van zijn werkzaamheden of activiteit in België, wanneer hij langer dan 48 uur op het Belgisch grondgebied blijft. Dit negatief resultaat kan worden gecontroleerd door de preventieadviseurs-arbeidsartsen en door alle diensten en instellingen belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen opgelegd in het raam van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.".

    Art. 2. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 3bis, luidende:

    "Personen die zich op de arbeidsplaats bevinden, leven de verplichtingen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken na zoals vastgesteld door de bevoegde overheden.

    Op de arbeidsplaatsen kunnen de preventieadviseurs-arbeidsartsen, evenals alle diensten en instellingen belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen opgelegd in het raam van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, aan de betrokken personen vragen het bewijs te leveren dat zij de verplichtingen naleven zoals vastgesteld door de bevoegde overheden.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder "arbeidsplaatsen": de arbeidsplaatsen zoals gedefinieerd in artikel 16, 10° van het Sociaal Strafwetboek."

    Art. 3. In de Franstalige versie van artikel 5, tweede lid, 7° van hetzelfde besluit, worden de woorden "au public dans l'entreprise et l'association" vervangen door de woorden "au public dans l'entreprise ou l'association".

    Art. 4. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 opgeheven.

    Art. 5. In artikel 8, § 4, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit." vervangen door de woorden:

    ":

    - de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit;

    - de dienstverlening voor de rijopleidingen en de rijexamens, alsook voor de opleidingen voor het besturen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT