Ministerieel besluit houdende de tijdelijke toewijzing van sommige delegaties opgenomen in het ministerieel besluit van 21 maart 2012 houdende delegatie van bevoegdheid en handtekening bij de federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid, de 26 novembre 2020

Artikel 1. Tot aan de aanstelling van een voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter van het directiecomité van de federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid in overeenstemming met de bepalingen en modaliteiten van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten, worden, met uitzondering van de delegaties bepaald in artikel 2 van dit besluit, de delegaties die bij het ministerieel besluit van 21 maart 2012 houdende delegatie van bevoegdheid en handtekening bij de federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid, aan de voorzitter van het directiecomité worden verleend, uitgeoefend door de directeur-generaal van de algemene directie Onderzoek en Ruimtevaart.

Art. 2. Tot aan de aanstelling van een voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter van het directiecomité van de federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid, worden de delegaties als bedoeld in artikel 3, 6°, 7°, 11°, 13° en 14°, van het ministerieel besluit van 21 maart 2012, uitgeoefend door de directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie.

Art. 3. In toepassing van artikel 1, § 2, van het ministerieel besluit van 21 maart 2012, oefent het hoofd van de dienst Begroting en Beheerscontrole de delegaties uit die in toepassing van hetzelfde besluit zijn verleend aan de directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole.

Art. 4. § 1. Tot aan de aanstelling van een voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter van het directiecomité van de Federale programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid wordt met uitzondering van hetgeen is bepaald in § 2 van dit artikel, ieder document dat aan de minister moet worden voorgelegd, aan deze laatste meegedeeld via de directeur-generaal van de algemene directie Onderzoek en Ruimtevaart.

In geval van afwezigheid of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT