Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tot het behoud van de visbestanden in zee, de 19 décembre 2018

TITEL 1. - Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. -Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bevoegde entiteit: het departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;

  2. de-minimis: hoeveelheden van soorten die onder de aanlandingsplicht vallen en die mogen overboord gezet worden ten belope van een maximale hoeveelheid uitgedrukt in percentage van de totale vangsten door de nationale vloot van die soort en in dat gebied;

  3. EU logboek: het visserijlogboek, vermeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) 2018nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006;

  4. gereglementeerde vistuigen: BT1 boomkor met maaswijdte groter dan 120 mm, BT2 boomkor met maaswijdte 80-119 mm, TR1 trawl (OTB en SSC) met maaswijdte groter dan 100mm, TR2 trawl (OTB en SSC) met maaswijdte 80-99 mm, TR3 trawl (OTB) met maaswijdte 20-55 mm, GNS alle warrelnetten, GTR alle schakels.

  5. GVS: groot vlootsegment, waaronder de vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW ressorteren;

  6. ICES-gebieden: de beschrijving van gebieden en sectoren, vermeld in bijlage III van Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van Lid-Staten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen;

  7. KVS: klein vlootsegment, waaronder de vissersvaartuigen met een motorvermogen van 221 kW of minder ressorteren;

  8. motorvermogen: het vermogen zoals bepaald in de Officiële lijst der Belgische zeeschepen 2019 eventueel verhoogd met het bijkomend motorvermogen, vermeld op de visvergunning;

  9. teruggooiplan Noordzee: teruggooiplan zoals vermeld in gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/ van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen in de Noordzee voor de periode 2019-2021;

  10. teruggooiplan noordwestelijke wateren: teruggooiplan zoals bepaald bij gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/ van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de noordwestelijke wateren voor de periode 2019-2021;

  11. teruggooiplan zuidwestelijke wateren: teruggooiplan zoals bepaald bij gedelegeerde verordening (EU) nr. 2018/ van de Commissie van 18 oktober 2018 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren voor de periode 2019-2021;

  12. vaartdag: de aanwezigheid op zee van ten minste vier uur in de loop van een dag. Het uitvaren van een vissersschip voor een duur die 24 uur niet overschrijdt, wordt als één vaartdag beschouwd. Het uitvaren van een vissersschip voor een duur die 24 uur of een veelvoud van 24 uur overschrijdt, levert telkens een nieuwe vaartdag op;

  13. vismachtiging: het visdocument, vermeld in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006;

  14. vissersvaartuig: elk vaartuig dat uitgerust is voor de commerciële exploitatie van visbestanden en vermeld is in de Officiële lijst der Belgische zeeschepen 2019;

  15. zeedag: een aaneengesloten periode van aanwezigheid en buitengaatsheid op zee van maximaal 24 uur;

  16. zeedag in het tongherstelgebied: een dag aanwezigheid en buitengaatsheid in het gebied volgens bijlage IIc van Verordening (EU) nr. 2018/120 en van de TAC en Quotaverordening 2019, meer bepaald een doorlopende periode van 24 uur als vermeld in het EU-logboek waarin een vaartuig buitengaats en aanwezig is in het ICES-gebied VIIe, of tijdens een gedeelte van die periode.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen en visverboden

    Art. 2. De hoeveelheid vis van de soorten waarvoor aanvullende vangstbeperkingen gelden en die toegewezen zijn aan een vissersvaartuig, zijn niet overdraagbaar aan een ander vissersvaartuig.

    De hoeveelheid vis uitgedrukt in kg is het productgewicht na lossing en sortering van de vangsten.

    De maximale hoeveelheden vis van bijvangstsoorten vermeld in artikel 25 paragrafen 4 en 5, artikel 26 en artikel 28 paragrafen 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9 en 10 betreffen maximum toegekende valoriseerbare hoeveelheden, waarvan de waarde van de overschrijding wordt ingehouden.

    Art. 3. De secretaris-generaal van de bevoegde entiteit, heeft delegatie om beslissingen te nemen en de feitelijke vaststelling mee te delen omtrent het bereiken van het door de Europese Unie bepaalde:

  17. vangstquotum voor bepaalde vissoorten in bepaalde ICES-gebieden;

  18. visserij-inspanningsniveau voor bepaalde inspanningsgroepen van vistuigen in bepaalde ICES-gebieden.

    Het gevolg van de vaststellingen, vermeld in het eerste lid, is de sluiting van het visgebied in kwestie voor respectievelijk:

  19. vangstactiviteiten op de vissoorten in kwestie, waardoor voor alle vissersvaartuigen de visserij op die vissoorten in de wateren van die bepaalde ICES-gebieden verboden is, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van die vissoorten die in die wateren gevangen zijn;

  20. vangstactiviteiten door vissersvaartuigen met vistuig in kwestie, waardoor voor die vissersvaartuigen in kwestie de visserij in de wateren van de ICES-gebieden in kwestie verboden is, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van visserijproducten die zijn gevangen in die wateren.

    Art. 4. Aan de vissersvaartuigen van de Scheldevissersvloot die alleen binnengaats mogen vissen, worden geen hoeveelheden vis van die soorten waarvoor nationaal aanvullende vangstbeperkingen in de ICES-gebieden II, IV, zijnde Noordzee en Schelde-estuarium worden vastgelegd, toegekend. Voor alle andere vissersvaartuigen, met uitzondering van de vissersvaartuigen van de Scheldevissersvloot die de toelating hebben om in het Schelde-estuarium te vissen, is het verboden binnengaats te vissen op de Westerschelde.

    Art. 5. In de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 is het verboden:

  21. te vissen in het ICES-gebied IIIa, zijnde Skagerrak;

  22. te vissen in het ICES-gebied VIa, zijnde West van Schotland;

  23. haring te vissen in de ICES-gebieden I, II;

  24. de visserij te beoefenen met een vissersvaartuig van het KVS in de ICES-gebieden VIIh, j, k;

  25. de spanvisserij op kabeljauw te beoefenen;

  26. uitgerust te zijn of te vissen met vistuig TR3 dat niet permanent voorzien is van een zeeflap;

  27. gericht te vissen op zeebaars met staand tuig met een maaswijdte kleiner dan 120 mm;

  28. gericht te vissen op rog met staand tuig;

  29. uitgerust te zijn of te vissen met boomkornetten van de segmenten BT1 en BT2 waarvan de staart, te weten de achterste drie meter van de korre voor de kuil, niet bestaat uit netmateriaal met een maaswijdte van minimaal 120 mm, het zogenaamd Vlaams paneel;

  30. voor vaartuigen van het KVS een sleepduur van meer dan negentig minuten uit te voeren;

  31. uitgerust te zijn of te vissen met boomkornetten van het segment BT2 van het GVS waarvan de onderpees niet is uitgerust met een steenschotje, de zogenaamd flip up rope of waarvan de korre aan de onderkant en voor het Vlaams paneel niet is uitgerust met een bentisch paneel onder de vorm van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 170 mm en een minimale lengte en breedte van 1,8 meter;

  32. andere roggensoorten te vissen, aan boord te houden en aan te landen en andere 3-alfacodes te gebruiken dan:

    1. in ICES-gebieden II, IV: roggen SRX, blonde rog RJH, grootoogrog RJN, stekelrog RJC en gevlekte rog RJM;

    2. in ICES-gebied VIId: roggen SRX, blonde rog RJH, grootoogrog RJN, stekelrog RJC, gevlekte rog RJM, zandrog RJI, kaardrog RJF en kleinoogrog RJE;

    3. in ICES-gebieden VIIa-c en VIIe-k: roggen SRX, grootoogrog RJN, stekelrog RJC, blonde rog RJH, gevlekte rog RJM, zandrog RJI en kaardrog RJF;

    4. in ICES-gebieden VIIf, g: roggen SRX en kleinoogrog RJE;

  33. te vissen op paling met een lengte van meer dan 12 cm gedurende de maanden januari, november en december 2019 en dit in alle ICES-gebieden.

    Art. 6. In uitvoering van de herstelplannen, gebeuren de aanlandingen van die vissoorten waarvoor specifieke controlemaatregelen gelden, in de havens van Oostende en Zeebrugge.

    Art. 7. § 1. De volgende minimum instandhoudingsreferentiegroottes zijn van toepassing vanaf 1 januari 2019:

  34. voor tarbot: 32 cm lengte;

  35. voor griet: 32 cm lengte;

  36. voor tongschar: 25 cm lengte;

  37. voor bot: 25 cm lengte;

  38. voor poon: 20 cm lengte;

  39. voor rog: 50 cm lengte;

  40. voor steenbolk: 20 cm lengte;

  41. voor gehele zeeduivel: 500 g gewicht;

  42. voor gekopte zeeduivel: 200 g gewicht;

  43. voor tong: 25 cm lengte;

  44. voor schar: 23 cm lengte.

    Het vermarkten voor directe menselijke consumptie van de in het eerste lid vermelde soorten is verboden, als ze niet de in de Europese regelgeving en de in het eerste lid vastgestelde minimum instandhoudingsreferentiegroottes hebben.

    Het aan boord houden en de aanvoer in havens van de Europese Unie van soorten, in een presentatievorm die controle op de minimum instandhoudingsreferentiegroottes in de Europese of Vlaamse wetgeving onmogelijk maakt, is verboden.

    In de Belgische visafslagen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT