Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten en van concessieovereenkomsten, inzake vervreemding en inzake diverse uitgaven, de 31 juillet 2018

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. "de Minister" : de Minister van Landsverdediging;

  2. "Div MP" : de chef van de Divisie Overheidsopdrachten van de Algemene Directie Material Resources;

  3. "tabel" : één van de genummerde tabellen in bijlage bij dit besluit;

  4. "ordonnateurs" : overheden aan wie de Minister de in dit besluit bepaalde bevoegdheden overdraagt, meer bepaald inzake de voorbereiding, de gunning, de plaatsing en het toezicht op de uitvoering van de overheidsopdrachten, van de concessieovereenkomsten, en de diverse uitgaven;

  5. "gecentraliseerde ordonnateurs" : de in tabel 1 vermelde ordonnateurs die overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en verkoopcontracten realiseren ten behoeve van Landsverdediging op basis van aankoop-aanvragen;

  6. "gedecentraliseerde ordonnateurs" : de in tabel 2 vermelde ordonnateurs die overheidsopdrachten realiseren bestemd om de specifieke behoeften voor de werking van hun dienst en/of voor de uitvoering van hun opdracht te vervullen, desgevallend onder de in tabel 2 bepaalde voorwaarden;

  7. "leidende dienst" : de dienst van de aanbestedende overheid belast met de verwezenlijking van de procedures overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in naam van de ordonnateur. Deze dienst wordt aangeduid in het bestek. Voor de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten gerealiseerd door een gecentraliseerde ordonnateur, is dit een sectie of ondersectie van de Divisie Overheidsopdrachten van de Algemene Directie Material Resources (of een dienst die zich in een gelijkaardige functionele afhankelijkheid bevindt). Voor de overheidsopdrachten gerealiseerd door een gedecentraliseerde ordonnateur, zijn dit de diensten van de gedecentraliseerde ordonnateur;

  8. "wet" : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;

  9. "wet defensie en veiligheid" : de wet van 13 augustus 2011 inzake de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;

  10. "wet concessies" : de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten;

  11. "wetten" : de wetten vermeld in artikel 1, 8°, 9° en 10° van dit besluit;

  12. "KB AUR" : het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014, van 22 mei 2014, van 22 juni 2017 en van 15 april 2018;

  13. "KB concessies" : het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018;

  14. "uitvoeringsbeslissingen" : alle beslissingen voortvloeiend uit de bepalingen van het KB AUR, uitgezonderd van Afdeling 5 van zijn Hoofdstuk 2, of van de bepalingen van Titel 3 van het KB concessies, uitgezonderd Afdeling 6 van zijn Hoofdstuk 2, of van de bepalingen van de opdrachtdocumenten;

  15. "wijzigingsbeslissingen" : alle beslissingen voortvloeiend uit de bepalingen van Hoofdstuk 2, Afdeling 5 van het KB AUR of van de bepalingen van Titel 3, Hoofdstuk 2, Afdeling 6 van het KB concessies;

  16. "KB defensie en veiligheid" : het koninklijk besluit van 23 januari 2012 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 januari 2012, 7 februari 2014, 22 juni 2017 en 15 april 2018, en door de ministeriële besluiten van 18 december 2013 en 22 december 2015;

  17. "KB Del" : het koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, prijsvragen en concessies op federaal niveau, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en van 15 april 2018;

  18. "KB internationale samenwerking/deelname" : het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het voorafgaand toezicht inzake de plaatsing van de overheidsopdrachten te plaatsen in het kader van internationale samenwerking of internationale deelname met toepassing van artikel 18, § 3, van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;

  19. "diverse uitgaven" : de uitgaven, met uitzondering van deze die vallen onder de definitie van overheidsopdrachten of van concessieovereenkomsten, die betrekking hebben op verbintenissen die voortvloeien uit een verbruiksprogramma en die noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van hun stafdepartement, algemene directie, component of dienst, zoals uitgaven van internationale aard, cursuskosten, kosten ter gelegenheid van zendingen in het buitenland, medische en farmaceutische onkosten, representatiekosten en huurkosten voor onroerende goederen;

  20. "lokale aankoop" : een opdracht gesloten met een aanvaarde factuur gedefinieerd in artikel 92 van de wet en in artikelen 110, § 1, 4°, en 115, tweede lid, van het KB defensie en veiligheid die betrekking heeft op een uitgave gerealiseerd in het kader van een provisionele vastlegging genomen op basis van een ramingsstaat;

  21. "FOR" : Federale Opdrachten-centrale van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;

  22. "Ruil" : het contract in de zin van artikel 1702 van het Burgerlijk Wetboek waarbij de partijen aan elkaar een zaak in plaats van een andere zaak geven;

  23. "Contract": de overeenkomst in de zin van artikelen 1101 en 1106 van het Burgerlijk Wetboek, getekend door de ordonnateur en de opdrachtnemer, specifiek opgesteld om de rechten en verplichtingen van de partijen te hernemen in het kader van een overheidsopdracht of concessieovereenkomst als de leidende dienst oordeelt dat de loutere betekening van de goedkeuring van de offerte onvoldoende is om de verplichtingen van de partijen te definiëren.

    HOOFDSTUK 2. - Overdracht van bevoegdheid inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in de klassieke sectoren en op defensie- en veiligheidsgebied

    Afdeling 1. - Bepalingen toepasselijk op alle overheidsopdrachten met uitzondering van de lokale aankopen, en op concessieovereenkomsten

    Art. 2. § 1. Aan de ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 worden de bevoegdheden, beschreven in artikel 3, overgedragen binnen de perken van hun bevoegdheidsdrempels bepaald in deze tabellen in functie van de waarde van de overheidsopdracht of concessieovereenkomst en van de gunningswijze.

    § 2. In geval van afwezigheid van een ordonnateur, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de overheid aangeduid om de functie ad interim te vervullen, onverminderd tabel 1, § 2.

    § 3. De overgedragen bevoegdheid mag niet verder worden overgedragen.

    § 4. Elke ordonnateur kan de bevoegdheid, toegekend aan ordonnateurs die hen hiërarchisch en/of functioneel ondergeschikt zijn, beperken.

    § 5. In welk stadium van de procedure dan ook, kan de Minister een bijzondere overdracht van bevoegdheid aan een gecentraliseerde ordonnateur boven zijn bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 1 toekennen, in voorkomend geval na goedkeuring door de Ministerraad. Voor wat uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen betreft, mag deze overdracht van bevoegdheid in het contract of in de brief van kennisgeving hernomen worden indien deze door de Minister getekend is.

    Art. 3. De overdracht omvat de bevoegdheid om :

  24. de overheidsopdracht of de concessieovereenkomst voor te bereiden, dat wil zeggen :

    1. zijn voorafgaandelijk akkoord geven om de procedure op te starten, meer bepaald het voorwerp van de overheidsopdracht of van de concessieovereenkomst goed te keuren, te beslissen over zijn gunningswijze, en de essentiële elementen van de opdracht te bepalen;

    2. zijn voorafgaandelijk akkoord geven voor de deelname van de Ministerie van Landsverdediging tot een gemeenschappelijke overeenkomst in het kader van de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten;

    3. de opdrachtdocumenten goed te keuren. Voor de overheidsopdrachten en de concessieovereenkomsten waarvoor de Minister ordonnateur is, worden de opdrachtdocumenten door Div MP goedgekeurd;

    4. de goedkeuring van een eventuele vooraankondiging wordt gedelegeerd naar de leidende dienst en kan plaatsvinden vóór het voorafgaandelijk akkoord van de ordonnateur voorzien in punt a);

  25. de kandidaten en de inschrijvers selecteren, het eventuele selectieverslag goed te keuren en de gemotiveerde selectie-beslissing te ondertekenen. De ondertekening van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT