Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en middelgrote windturbines, de 19 mars 2019

Artikel 1. De tweede call voor de plaatsing van windturbines op land met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met 300 kWe, wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 28 maart 2019 tot en met 30 mei 2019.

Art. 2. Het totale bedrag voor deze call tot indiening van steunaanvragen voor de plaatsing van windturbines op land bedraagt 1.500.000 euro uit het Energiefonds.

Art. 3. Het steunplafond, dat de maximale verhouding van de steun ten opzichte van de energieopbrengst weergeeft waarvoor projecten kunnen worden geselecteerd, bedraagt voor deze call 1.000 euro per MWh.

Art. 4. De rekenmethode voor de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst houdt rekening met het windaanbod op de specifieke locatie en op de ashoogte, bepaald door de gemiddelde windsnelheid en de winddistributie, en de vermogenscurve van de windturbine. Bij een verticale as windturbine wordt het midden van de rotor aangenomen als de ashoogte. De rekenmethode corrigeert deze berekende energieopbrengst voor de impact van obstakels in de nabijheid van de windturbine. De berekening van de energieopbrengst gebeurt steeds per afzonderlijke windturbine. Indien het project meerdere windturbines omvat, moet zowel de gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst per windturbine als de totale gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst voor alle windturbines samen berekend worden.

De formules in de artikelen 4, 5 en 6 van dit besluit worden toegepast voor een windsnelheidsbereik tussen 1 meter per seconde en 20 meter per seconde. De Rayleigh-distributie, de vermogenscurve en de jaarlijkse energieopbrengst moeten elk berekend worden voor dit windsnelheidsbereik in identieke stapgrootte. Deze stapgrootte kan 0,5 meter per seconde of 1 meter per seconde bedragen.

Het windaanbod op de specifieke locatie kan bepaald worden door één van de volgende methoden:

  1. Een windmeting volgens de IEC 61400-12 standaard op locatie waarbij de gemiddelde windsnelheid op de ashoogte van de windturbine en de winddistributie gemeten worden. Deze windmeting moet uitgevoerd worden door een instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager. De gemiddelde windsnelheid moet bij een verticale as windturbine steeds ter hoogte van het midden van de rotor bepaald worden. De meting levert de gemiddelde windsnelheid en de winddistributie die gebruikt zullen worden in de berekening van de jaarlijkse energieopbrengst;

  2. Een eenvoudige windmeting, uitgevoerd door een instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager, zal enkel de gemiddelde windsnelheid aanleveren op de ashoogte. Deze gemeten gemiddelde windsnelheid moet dan gecombineerd worden met een standaard winddistributie. Een standaard winddistributie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT