Ministerieel besluit houdende noodmaatregelen inzake mobiliteit en openbare werken, de 24 mars 2020

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2020: het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2020 houdende noodmaatregelen inzake mobiliteit en openbare werken;

  2. de noodmaatregelen: de noodmaatregelen inzake mobiliteit en openbare werken;

  3. de einddatum van de noodmaatregelen: de datum die overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2020 door de Vlaamse Regering zal worden vastgesteld;

  4. de periode van noodmaatregelen: de periode van 16 maart 2020 tot en met de einddatum van de noodmaatregelen.

    HOOFDSTUK 2. - Modaliteiten van het uitstel in het kader van de rijopleiding, de rijexamens, de examens vakbekwaamheid en de nascholing

    Afdeling 1. - Het decreet van 9 maart 2018 houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

    Art. 2. Indien de termijn waarbinnen een deelnemer overeenkomstig artikel 10, § 2, tweede lid, van het decreet van 9 maart 2018 houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B alsnog het terugkommoment kan volgen, ligt in de periode van noodmaatregelen, wordt deze termijn verlengd met twee maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Afdeling 2. - Het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B.

    Art. 3. In afwijking van artikel 34, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en artikel 8, eerste lid, tweede zin, van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, kunnen kandidaten die sinds meer dan drie jaar geslaagd zijn voor het theoretisch examen en op voorwaarde dat de einddatum van de periode van drie jaar valt in de periode van noodmaatregelen, worden toegelaten tot het praktisch examen binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Art. 4. In afwijking van artikel 15, tweede lid, 1°, f), en 4°, b), van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en artikel 5/1, § 1, van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, moeten kandidaten die in het bezit zijn van een voorlopig rijbewijs waarvan de geldigheid verstrijkt in de periode van noodmaatregelen, geen praktisch onderricht volgen in een rijschool om toegelaten te worden tot het praktisch examen binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Art. 5. Indien de termijn van drie jaar gedurende dewelke de in een rijschool gevolgde lessen in aanmerking worden genomen, vermeld in artikel 16, derde lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, afloopt in de periode van noodmaatregelen, wordt deze termijn verlengd met vier maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Art. 6. Indien de termijn van één jaar gedurende dewelke het slagen in de proef op een terrein buiten het verkeer geldig blijft, vermeld in van artikel 39, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, afloopt in de periode van noodmaatregelen, wordt deze termijn verlengd met vier maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Art. 7. De kandidaat waarvan de afspraak voor het afleggen van het praktisch examen valt in de periode van noodmaatregelen, wordt vrijgesteld van het betalen van de retributiebijslag, vermeld in artikel 63, § 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs voor die afspraak.

    De examencentra geven de in het eerste lid vermelde kandidaat voorrang bij het maken van een nieuwe afspraak.

    Art. 8. Voor de bestuurder wiens rijgeschiktheidsattest, vermeld in bijlage 6, punt XII van het besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, verstrijkt in de periode van noodmaatregelen, blijft de toelating die werd verleend door de geneesheer van het centrum, bedoeld in artikel 45 van hetzelfde besluit, tijdelijk gelden op voorwaarde dat de bestuurder binnen een periode van vijftien dagen na de einddatum van de noodmaatregelen contact opneemt met het voormelde centrum om een afspraak te maken.

    Afdeling 3. - Het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E

    Art. 9. In afwijking van artikel 10, eerste lid, van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E, wordt de geldigheidsduur van het bewijs van vakbekwaamheid die verstrijkt in de periode van noodmaatregelen, verlengd met vier maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    Art. 10. Indien de geldigheidsduur van het bewijs van vakbekwaamheid afloopt in de periode van noodmaatregelen, wordt de termijn om nascholing te volgen verlengd met vier maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen.

    In...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT