Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, de 25 avril 2014

TITEL I. - Algemene bepalingen

Art. 1. Dit Wetboek regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet

Art. 2. § 1. Dit Wetboek regelt de milieuaansprakelijkheid alsook de inspectie, de preventie, de vaststelling en de bestraffing [van de misdrijven], enerzijds van de miskenning van de hiernavolgende bepalingen van de verordeningen van de Europese Unie, en anderzijds, van de misdrijven voorzien in het onderhavige wetboek en in de volgende wetten en ordonnanties en hun uitvoeringsbesluiten :

  1. de wetten en ordonnanties die voorzien in hun onderwerping aan dit wetboek en die niet onder punt 2° worden bedoeld, alsook hun uitvoeringsbesluiten;

  2. de volgende wetten en ordonnanties, alsook hun uitvoeringsbesluiten :

    - Het boswetboek;

    - Het veldwetboek;

    - de wet van 28 december 1931 op de bescherming van aan particulieren behorende bossen en wouden;

    - de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van het grondwater;

    - de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

    - de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;

    - de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

    - de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen de geluidshinder in een stedelijke omgeving;

    - de ordonnantie van 22 april 1999 betreffende het voorkomen en het beheer van afval van producten in papier en/of karton;

    - de ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten;

    - de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;

    - de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen;

    - de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems;

    - de ordonnantie van 9 december 2010 betreffende de toepasselijke sancties in het geval van niet-naleving van de Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH);

    - de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud;

    - het Brusselse Wetboek van lucht, klimaat en energiebeheersing van 2 mei 2013;

    - de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen;

    - de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  3. de volgende bepalingen :

    - Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;

    - artikel 3, §§ 1 en 2, artikel 5, §§ 1 en 2, en § 2 en artikel 7, §§ 1 t.e.m. 4, a), van de Verordening (EEG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en van de Raad van 29 april 2004 betreffende permanente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van [R]ichtlijn 79/117/EG;

    - artikel 3, §§ 1 t.e.m. 6, artikel 4, artikel 5, § 3, artikel 6, § 1 en artikel 8 van Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen;

    - Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, in het gewestelijke bevoegdheidsgebied;

    - Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie;

    - Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is, in het gewestelijke bevoegdheidsgebied;

    - artikelen 4, 5, 6, § 2, artikelen 7, 8, §§ 1 t.e.m. 3, artikel 10, § 1, § 3, eerste lid, §§ 4 en 5, artikel 11, §§ 1 t.e.m. 7, artikel 12, §§ 1 t.e.m. 3, artikel 13, §§ 1 t.e.m. 3, artikel 22, §§ 1, 2, 4, artikel 23, §§ 1, 2, 3, 5 en 6, en artikel 24, § 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en van de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en artikel 17 van deze Verordening;

    - artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009, tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002.

    § 2. De Regering vult de in punt 3° bedoelde lijst aan met de rechtstreeks toepasselijke bepalingen van de verordeningen van de Europese Unie, die na de inwerkingtreding van huidig lid werden aangenomen of in werking zijn getreden, en waarvan de uitvoering behoort tot de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedoeld onder artikelen 6, § 1, II, eerste lid, III, 2° tot en met 10°, VII, eerste lid, h, en XI, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, krachtens artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, in de mate waarin hun naleving niet reeds door een andere wetgeving wordt geregeld.

    Art. 3. § 1. In de zin van onderhavig Wetboek wordt begrepen onder :

  4. misdrijf : elke overtreding of elk wanbedrijf bepaald door of krachtens een verordening van de Europese Unie, een wet, een ordonnantie bedoeld in artikel 2 van dit Wetboek of bepaald door of krachtens dit Wetboek;

  5. Instituut : het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

  6. GAN : het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;

  7. Ministerie : het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

  8. Milieucollege : het college bedoeld in artikel 79 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

  9. inrichting : elke inrichting in de zin van artikel 3, 1° van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

  10. personeelsleden : personeelsleden van het Instituut en/of van een gemeente, en/of van het GAN, en/of van het bevoegde bestuur van het Ministerie

  11. met het toezicht belaste personeelsleden : statutaire of contractuele personeelsleden van het Instituut en/of van een gemeente, en/of van het GAN en/of van het bevoegde bestuur van het Ministerie, belast met het toezicht op de naleving van de verordeningen van de Europese Unie, de wetten en/of in artikel 2 bedoelde ordonnanties, en van dit Wetboek, en met de vaststelling van de misdrijven daarop [vast te stellen];

  12. deskundige : derde die waarborgen biedt inzake onafhankelijkheid en bekwaamheid, op wie de met het toezicht belaste personeelsleden beroep kunnen doen in het kader van hun inspectieopdracht;

  13. erkend laboratorium : laboratorium dat een erkenning heeft bekomen overeenkomstig de door de Regering vastgelegde voorwaarden en procedure;

  14. inspectie : opdracht van toezicht, controle en onderzoek, die aan de met het toezicht belaste personeelsleden wordt toevertrouwd;

  15. inspectieprogramma : jaarlijks door het Instituut vastgelegd en door de Regering goedgekeurd programma, dat minimale criteria voor inspectie bevat, zoals vastgelegd door de Aanbeveling van het Europese Parlement en de Raad nr. 2001/331/EG van 4 april 2001 betreffende minimumcriteria voor milieu-inspecties in de Lidstaten, zonder het kader te vormen voor de toekenning van vergunningen voor projecten die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben;

  16. de leidend ambtenaar van het GAN : de directeur-generaal van het GAN;

  17. verordening van de Europese Unie : elke verordening van de Europese Unie, van de Europese Gemeenschap of van de Economische Europese Gemeenschap;

  18. handeling van administratief onderzoek : iedere handeling, verricht door een administratieve overheid of een personeelslid gemachtigd om een misdrijf vast te stellen of om de procedure in te leiden die bestemd is voor het inzamelen van bewijselementen, voor de vaststelling van een misdrijf, of om de zaak in staat te stellen teneinde door de administratieve overheid beslecht te worden;

  19. handeling van administratieve sanctie : elke handeling die een alternatieve administratieve geldboete uitspreekt en die wordt opgelegd door de in eerste aanleg bevoegde instantie;

  20. werkdag : elke dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een wettelijke feestdag is;

  21. verontreiniging : de door de mens veroorzaakte aanwezigheid van elementen, substanties of energievormen zoals warmte, stralingen, licht, geluid of andere trillingen in de atmosfeer, de bodem of het water, die de mens of het leefmilieu op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze nadelig beïnvloedt of kan beïnvloeden;

  22. audiovisueel apparaat : elk vast observatiesysteem dat tot doel heeft de naleving van de bepalingen bedoeld in artikel 2 en de bepalingen van dit Wetboek na te gaan, de misdrijven [lees : inbreuken] op deze bepalingen te voorkomen en/of vast te stellen en/of de daders van deze misdrijven op te sporen;

  23. niet-besloten plaats : elke plaats die niet door een omheining is afgebakend en vrij toegankelijk is voor het publiek;

  24. voor het publiek toegankelijke besloten plaats : elk besloten gebouw of elke besloten plaats bestemd voor het gebruik door het publiek waar diensten aan het publiek kunnen worden verstrekt;

  25. niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats : elk besloten gebouw of elke besloten plaats die uitsluitend bestemd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT