30 MEI 2011. - Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2011 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.

Art. 2. Voor het begrotingsjaar 2011 worden de lopende ontvangsten van de Staat geraamd :

Voor de fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 37.203.770.000

Voor de niet-fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 5.336.413.000

Zegge te samen . . . . . EUR 42.540.183.000

overeenkomstig Titel I van de hierbijgaande tabel.

Art. 3. Voor het begrotingsjaar 2011 worden de kapitaalontvangsten geraamd op de som van 3.100.927.000 euro, overeenkomstig Titel II van de hierbijgaande tabel.

Art. 4. Voor het begrotingsjaar 2011, wordt de opbrengst van leningen geraamd op 39.790.000.000 euro, overeenkomstig Titel III van de hierbijgaande tabel.

Art. 5. In afwijking van artikel 19, derde lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, bevat de begroting als ontvangsten de ramingen van de geldsommen die gedurende het begrotingsjaar aan de Staat zullen worden afgedragen.

Deze afwijking is niet van toepassing op de hoofdstukken 02 - FOD Kanselarij van de Eerste Minister, 03 - FOD Budget en Beheerscontrole, 04 - FOD Personeel en Organisatie, 05 - FOD Informatie- en Communicatietechnologie, 14 - FOD Buitenlandse Zaken, 18 - FOD Financiën, 23 - FOD Tewerkstelling en Sociaal Overleg, 24 - FOD Sociale Zekerheid, 25 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 32 - FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 33 - FOD Mobiliteit en Vervoer en 44 - POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie.

Art. 6. De op 31 december 2010 bestaande directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat, worden tijdens het jaar 2011 ingevorderd volgens de wetten, besluiten en tarieven waarbij de zetting en invordering ervan worden geregeld, met inbegrip van de wetten, besluiten en tarieven die slechts een tijdelijk of voorlopig karakter hebben.

Art. 7. De toepassing van de artikelen 3 en 4, § 1, van de wet van 28 december 1954, houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het dienstjaar 1955, is verlengd tot 31 december 2011.

Art. 8. De Koning kan, binnen de perken en onder de voorwaarden die Hij bepaalt, vrijstelling van belasting verlenen voor de inkomsten van leningen die in 2011 door de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen of organismen, voornamelijk in het buitenland zouden worden uitgegeven of geplaatst, en in het bijzonder de Schatkistbons in vreemde munt.

Wat betreft de inkomsten van de effecten van deze leningen die zouden gehouden worden door Belgische verblijfhouders, kunnen de fiscale vrijstellingen echter alleen worden verleend aan de financiële instellingen of de hiermee gelijkgestelde ondernemingen en de beroepsbeleggers bedoeld in artikel 105, 1° en 3°, van het KB/WIB 92, alsmede, onverminderd de toepassing van artikel 262, 1° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, aan de rechtspersonen bedoeld in artikel 220 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Art. 9. § 1. Om het tekort van de ontvangsten in verhouding tot de uitgaven voor het jaar 2011 te dekken, met inbegrip van de terugbetalingen van leningen en de eventuele uitgaven als gevolg van de financiële beheersverrichtingen bedoeld in § 3, 1°, hierna, of om de tijdelijke schatkistonevenwichten in de loop van het begrotingsjaar te dekken :

  1. wordt de Koning gemachtigd om openbare leningen uit te geven.

    Wanneer de Koning een algemeen uitgiftekader voor leningen heeft bepaald dat de grenzen van de bevoegdheden vastlegt die kunnen worden gedelegeerd, kan de Minister van Financiën gemachtigd worden om, tijdens het begrotingsjaar, de leningen die binnen dit kader vallen uit te geven.

  2. wordt de Minister van Financiën gemachtigd om Schatkistcertificaten, Schatkistbons of om het even welk rentedragend financieringsinstrument verschillend van de openbare leningen uit te geven.

    De leningen bedoeld in 1° en 2° hierboven kunnen zowel in België als in het buitenland worden uitgegeven, en zowel in euro als in vreemde munt.

    § 2. Het beheer van de overheidsschuld heeft als voornaamste doel de financiële kost van de federale Staatsschuld te verminderen in het kader van een beheer van de marktrisico's en van de operationele risico's rekening gehouden met de algemene doelstellingen van het begrotings- en het monetair beleid.

    Het beheer van de overheidsschuld heeft eveneens als doel de financiële kost te verminderen van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT