Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden., de 27 décembre 2002

Artikel 1. In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1990, 30 maart 1993,

19 mei 1995, 4 februari 1999, 17 maart 1999, 20 juli 2000 en 11 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in § 1, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1990, 17 maart 1999 en 11 december 2001 worden de bedragen " 8.903,59 ", " 6.690,77 " en " 4.451,82 " respectievelijk vervangen door de bedragen " 11.113,56 ", " 8.893,80 " en " 8.893,80 ";

  2. het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt opgeheven;

  3. het derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999, wordt opgeheven;

  4. in het vijfde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993 en 4 februari 1999, dat het derde lid wordt, worden de woorden " vierde lid " vervangen door de woorden " tweede lid ";

  5. in het zesde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 mei 1995 en 4 februari 1999, dat het vierde lid wordt, worden de woorden " vierde lid, 1° " telkens vervangen door de woorden " tweede lid, 1° ".

Art. 2. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999, worden de woorden " vierde lid " vervangen door de woorden " tweede lid ".

Art. 3. Artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993 en 15 januari 1999, wordt opgeheven.

Art. 4. De bepalingen van artikel 1 worden ambtshalve toegepast op de personen die op 1 januari 2003 werkelijk een tegemoetkoming ontvangen of waarvan het recht op een tegemoetkoming nog niet bij een administratieve of gerechtelijke beslissing is vastgesteld op die datum.

Voor de personen die werkelijk op 1 januari 2003 een tegemoetkoming ontvangen verminderd in toepassing van artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, wordt het recht op de tegemoetkoming verhoogd met het verschil tussen het in artikel 7 van de wet bedoelde bedrag van de grens, zoals gewijzigd door dit besluit, en het bedrag van deze grens, zoals die bestond voor de wijziging door dit besluit.

Nochtans kan de bepaling van het vorig lid niet tot gevolg hebben dat de persoon recht heeft op een tegemoetkoming waarvan het bedrag hoger ligt dan datgene waarop hij aanspraak kan maken overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT