7 MAART 2002. - Wet tot wijziging van het Wetboek der successierechten en het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten ingevolge de nieuwe lokalisatiecriteria voor de gewestelijke belastingen zoals bepaald bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 38 van het Wetboek der successierechten worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in 1° wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    bij overlijden van een Rijksinwoner : door de erfgenamen, de algemene legatarissen en begiftigden, met uitsluiting van alle andere legatarissen of begiftigden, ten kantore van de successierechten binnen welk gebied de overledene zijn laatste fiscale woonplaats had. Als de fiscale woonplaats van de overledene tijdens de periode van vijf jaar voor zijn overlijden in meer dan één gewest gevestigd was, moet de aangifte worden ingediend ten kantore van de successierechten van de laatste fiscale woonplaats binnen het gewest waarin de fiscale woonplaats van de overledene tijdens de vermelde periode het langst gevestigd was.

    ;

  2. in 2°, tweede lid, worden de woorden « dat de hoogste kadastrale opbrengst vertoont » vervangen door de woorden « met het hoogste federaal kadastraal inkomen »;

  3. de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :

    3° bij afwezigheid : door de personen die krachtens het 1° en het 2° van dit artikel tot aangifte verplicht zijn, ten kantore van de laatste fiscale woonplaats van de afwezige binnen het Rijk als bedoeld in 1°, wat het recht van successie betreft, en ten kantore van de plaats waar de goederen gelegen zijn, zoals onder 2° is aangeduid, wat het recht van overgang bij overlijden betreft;

    .

    Art. 3. Artikel 39 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

    Art. 4. In artikel 42 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 9 van 3 juli 1939, de wet van 14 augustus 1947, het koninklijk besluit nr. 12 van 18 april 1967 en de wet van 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. in V worden de woorden « binnen het ambtsgebied van het kantoor waar de aangifte moet ingeleverd worden » vervangen door de woorden « in België »;

    2. in IX wordt het woord « , bovendien, » geschrapt;

    3. het artikel wordt aangevuld als volgt :

    X. Ingeval het recht van successie verschuldigd is, bevat de aangifte bovendien de uitdrukkelijke vermelding van het adres en de datum en duur van de vestiging van de verschillende fiscale woonplaatsen die de overledene of de afwezige gehad heeft in de periode van vijf jaar...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT