Koninklijk besluit tot regeling van de tarieven van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas van de vestiging van renten ten laste van de lijfrentekas, enz. (vertaling)., de 21 juin 1868

HOOFDSTUK I. -

Artikel 1. (opgeheven)

Art. 2. (opgeheven)

Art. 3. (opgeheven)

Art. 4. (opgeheven)

HOOFDSTUK II. - OVER DE BOEKJES.

Art. 5. Het boekje draagt een volgnummer en vermeldt :

  1. de naam, de voornamen en de woonplaats van de verzekerde;

  2. zijn datum en plaats van geboorte;

  3. De datum van ingenottreding van de renten.

    Het vermeldt daarenboven plaats, datum en bedrag van iedere storting, evenals de rentekwotiteit die overeenstemt met het gestorte kapitaal, naargelang het al dan niet is gereserveerd.

    Achteraan de boekjes worden uittreksels uit de wet van 16 maart 1865 en uit de reglementen van de lijfrentekas afgedrukt.

    Bij de ingenottreding van de rente wordt een tweede deel aan het boekje gehecht bestemd voor de inschrijving van de betaling van verschenen rentetermijnen.

    Art. 6. De storting van de verwervingsprijs van renten geschiedt bij de spaarkassen of bij de belastingsontvangers.

    Voor de eerste storting wordt aan de belanghebbende een bulletin afgeleverd dat binnen de twintig dagen tegen een boekje kan worden ingeruild. De eerste storting wordt door de directeur-generaal in het boekje vastgesteld.

    De boekjes, die door het bestuur van de algemene spaar- en lijfrentekas worden afgeleverd, worden aan de belanghebbende teruggegeven door tussenkomst van de agenten die de stortingen ontvangen hebben.

    Latere stortingen worden in het boekje ingeschreven door de agent die ze ontvangt. De met iedere storting overeenstemmende rentekwotiteit wordt er in vermeld door het bestuur van de kas; daartoe wordt bij iedere storting het boekje gedurende twintig dagen en tegen ontvangstbewijs door de agenten bijgehouden.

    Art. 7. Elke schenker kan op zijn verzoek, dat wordt gericht aan het bestuur van de kas, een getuigschrift bekomen houdende vermelding van de kapitalen die hij voor zichzelf wil voorbehouden.

    HOOFDSTUK III. - HOE MEN DE OUDERDOM, DE WOONPLAATS EN HET BESTAAN VAN DE VERZEKERDE VASTSTELT.

    Art. 8. De ouderdom van de te verzekeren personen wordt vastgesteld door voorlegging van een uittreksel, hetzij uit hun geboorteakte, hetzij uit een andere authentieke akte, die hun naam en voornamen, de plaats en de datum van hun geboorte vermeldt, alsmede de naam en voornamen van hun vader en moeder.

    Kan een in België geboren verzekerde noch zijn geboorteakte, noch een authentieke akte ter vervanging daarvan voorleggen, dan wordt daarin voorzien door middel van een akte van bekendheid, opgesteld overeenkomstig de voorschriften van de artikelen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT