Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst (of programmatorische overheidsdienst), het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten, de 20 décembre 2022

Artikel 1. In artikel 4, van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst worden de woorden "de functionele directeurs van de stafdiensten "Begroting en Beheerscontrole", "Personeel en Organisatie" en "Informatie- en Communicatietechnologie" van de federale overheidsdienst" vervangen door de woorden "de hoofden van de functionele diensten belast met "Begroting en Beheerscontrole", "Personeel en Organisatie" en "Informatie- en Communicatietechnologie van de federale overheidsdienst;"

Wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten

Art. 2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

- In § 1, eerste lid, worden de woorden "in vier groepen" vervangen door de woorden "in drie groepen" en worden de woorden "4° de managementfunctie -3" opgeheven;

- Na § 2 worden § 3 en § 4 ingevoegd, luidende:

" § 3.

De managementfuncties in alle federale overheidsdiensten (en programmatorische overheidsdiensten) worden uitgeoefend in de beheerdiensten en in de functionele diensten.

§ . 4

De managementfuncties in de functionele diensten zijn de volgende:

  1. Personeel en Organisatie;

  2. Begrotings- en Beheerscontrole;

  3. Informatie- en Communicatietechnologie.

    De managementfuncties -1 hebben met name betrekking op de in het eerste lid bedoelde functies.

    Verschillende in het eerste lid bedoelde managementfuncties binnen dezelfde federale overheidsdienst (of programmatorische overheidsdienst) kunnen worden gecombineerd op voorstel van de betrokken minister.

    Onverminderd het eerste lid kunnen Wij in aanvullende managementfuncties voorzien in het organigram, op voorstel van de betrokken minister.

    De managementfuncties -1 bedoeld in deze paragraaf rapporteren rechtstreeks aan de voorzitter van het directiecomité of aan de voorzitter. De managementfuncties -2 bedoeld rapporteren aan de managementfuncties -1 waaronder ze vallen en in voorkomend geval aan de voorzitter van het directiecomité of aan de voorzitter.".

    Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "en functies in functionele diensten" ingevoegd tussen het woord "beheersfuncties" en de woorden "in een federale overheidsdienst".

    Art. 4. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    - In § 1, eerste lid worden de woorden "en een managementfunctie -1" opgeheven en worden de woorden "van minstens zes jaar" vervangen door "van minstens acht jaar" en worden de woorden "of tien jaar nuttige beroepservaring te hebben." vervangen door de woorden "of minstens acht jaar beroepservaring te hebben, waarvan minstens drie jaar managementervaring en minstens drie jaar specifieke ervaring.";

    - In § 1 worden een tweede, derde en vierde lid ingevoegd, luidende:

    "Een jaar dat al als managementervaring wordt aangerekend kan niet worden meegeteld als een jaar specifieke ervaring, als het de uitoefening van dezelfde functie in dezelfde periode betreft.

    De jaren gepresteerd in de klassen A3, A4 en A5 worden gelijkgesteld met de jaren managementervaring.

    De specifieke ervaring heeft betrekking op een ervaring in de technische activiteitsdomeinen die verband houden met de vacante managementfunctie.";

    - In § 2 worden de woorden "voor een managementfunctie -2 en -3" vervangen door de woorden "voor een managementfunctie -1 en -2" en worden de woorden "minstens zes jaar titularis te zijn van een functie van niveau A of tien jaar nuttige beroepservaring te hebben." vervangen door de woorden "een managementervaring van minstens zes jaar of een beroepservaring van minstens zes jaar te hebben, waarvan ministens twee jaar managementervaring en minstens twee jaar specifieke ervaring. De in § 1 bepaalde begrippen 'managementervaring' en 'specifieke ervaring' zijn van toepassing.";

    Art. 5. In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    - in § 1 worden de woorden "en voldoen aan de voorwaarden inzake ervaring en specifieke kennis" ingevoegd tussen het woord "beschikken" en de woorden "die worden bepaald in de functiebeschrijving";

    - In § 2 wordt punt 4° opgeheven.

    Art. 6. Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2014, wordt vervangen als volgt:

    " Art. 7 .

    § 1.

    De kandidaturen worden ingediend bij de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, die de toelaatbaarheid ervan onderzoekt.

    § . 2.

    De kandidaten die toelaatbaar zijn verklaard, leggen computergestuurde tests af waarmee de generieke vaardigheden en competenties voor de betrokken managementfunctie worden gemeten. Die tests, die aan de in het derde lid bedoeld mondelinge proef voorafgaan, zijn aangepast aan de te begeven functie. Er worden drie niveaus gedefinieerd:

    1. het niveau dat de wegingsklassen 7 en 6 bevat;

    2. het niveau dat de wegingsklassen 5 en 4 bevat;

    3. het niveau dat de andere wegingsklassen bevat.

      De selectiecommissie hoort, voordat ze de toelaatbaar verklaarde kandidaten hoort, de door de rekruterende dienst aangestelde vertegenwoordiger over de specifieke kenmerken van de te begeven managementfunctie. Die laatste mag niet persoonlijk betrokken zijn bij de betreffende selectieprocedure.

      De kandidaten die toelaatbaar zijn verklaard, leggen voor de selectiecommissie een mondelinge proef af op basis van een praktijkgeval dat verband houdt met de te begeven managementfunctie. De proef heeft als doel zowel de specifieke competenties als de managementvaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van deze functie te evalueren.

      De selectiecommissie wordt op de hoogte gehouden van de in het eerste lid bedoelde resultaten en houdt rekening met deze resultaten bij de beoordeling van de competenties die zij na afloop van de mondelinge proef verricht voor elke kandidaat die toelaatbaar werd verklaard.

      Na de mondelinge proef bedoeld in het derde lid en na vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten worden de kandidaten ingedeeld hetzij in groep A "zeer geschikt", hetzij in groep B "geschikt", hetzij in groep C "minder geschikt", hetzij in groep D "niet geschikt".

      In groep A en groep B worden de kandidaten gerangschikt.

      § 3.

      De directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning bepaalt de methodologie van de computergestuurde tests en van de mondelinge proef en controleert de toepassing ervan.

      Indien het aantal kandidaten dat in toepassing van § 1, eerste lid toelaatbaar werd verklaard meer dan twintig bedraagt, kan de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, na advies van de bevoegde minister voor de functie van voorzitter van het directiecomité of van voorzitter of na advies van de leidende ambtenaar voor de andere managementfuncties, besluiten een eliminerende test te organiseren. Die eliminerende test gaat vooraf aan de in § 2, eerste lid bedoelde computergestuurde tests.".

      Art. 7. In artikel 8, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2021, wordt het tweede lid als volgt vervangen:

      "Bij de samenstelling van de selectiecommissie wordt vanaf 1 januari 2023 de verhoudingsgewijs gelijke genderverdeling gerespecteerd, met uitzondering van de voorzitter.".

      Art. 8. Tussen artikel 7 en artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2014, wordt een nieuw artikel 8bis ingevoegd, dat als volgt luidt:

      "Art. 8bis.

      Wanneer het aantal kandidaten dat is ingedeeld in groep A en, in voorkomend geval, in de groepen A en B tezamen, voor een managementfunctie bedoeld in artikel 7, § 2, eerste lid, 1° meer dan vijf bedraagt, wordt voor deze kandidaten een extern assessment center georganiseerd. De financiële kost van het assessment center is ten laste van de aanwervende federale overheidsdienst.

      Het externe assessment center staat los van de rangschikking van de kandidaten in de voornoemde groepen. Het is niet eliminerend.

      Het resultaat van het assessment center wordt meegedeeld aan de in artikel 9, eerste lid bedoelde bevoegde overheid.

      Onder de voornoemde voorwaarden wordt een extern assessment center georganiseerd, op verzoek van de Minister of van de Staatssecretaris voor elke andere managementfunctie.".

      Art. 9. In artikel 9, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

      Tussen het tweede en het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

      "Het aanvullende gesprek houdt in voorkomend geval rekening met het resultaat van het in artikel 8bis bedoelde assessment center.";

      - In het derde lid worden de woorden "4° voor de werving van de houder van de managementfunctie -3, door de houders van de managementfuncties -1 en -2 en de voorzitter van het directiecomité" geschrapt;

      - In het vijfde lid worden de woorden "of -3" geschrapt.

      Art. 10. In artikel 10, van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

      - In § 1, eerste lid, worden de woorden "voor een periode van zes jaar aangesteld" vervangen door de woorden "aangesteld voor een periode van zes jaar, die één keer kan worden vernieuwd";

      - In § 1, tussen het eerste lid en het tweede lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

      "De kandidaten worden aangesteld binnen een termijn van ten hoogste drie jaar, te rekenen vanaf de datum van het resultaat van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT