Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 2015 houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de 18 septembre 2022

Artikel 1. Artikel 21 van het koninklijk besluit van 5 maart 2015 houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, vernietigd bij arrest nr. 249.402 van de Raad van State, wordt vervangen als volgt:

" Art. 21. § 1. Het Directiecomité kan de minister voorstellen een ambtenaar van het Rijkspersoneel van de FOD aan te stellen in een functie op post.

De functie waarin een ambtenaar van het Rijkspersoneel van de FOD kan worden aangesteld, mag geen functie van posthoofd zijn.

De aanstelling bedoeld in het eerste lid is beperkt tot een niet-hernieuwbare termijn van maximum vier jaar.

Het Directiecomité kan enkel gebruik maken van de mogelijkheid bedoeld in het eerste lid indien er zich geen ambtenaren van de buitenlandse carrière noch, desgevallend, ambtenaren van de consulaire carrière kandidaat hebben gesteld voor de functie op post.

§ 2. De procedure met het oog op de aanstelling van een ambtenaar van het Rijkspersoneel van de FOD in een functie op post wordt als volgt vastgelegd:

  1. de oproep tot kandidaatstelling houdende de lijst met vacante functies op post, goedgekeurd door het Directiecomité, wordt uitsluitend gericht aan de ambtenaren van de buitenlandse carrière en, desgevallend, aan de ambtenaren van de consulaire carrière;

  2. indien er zich, ingevolge de oproep tot kandidaatstelling bedoeld in 1°, voor één of meerdere vacante functies op post, geen ambtenaar van de buitenlandse carrière noch, desgevallend, een ambtenaar van de consulaire carrière kandidaat heeft gesteld, wordt een nieuwe oproep tot kandidaatstelling voor deze vacante functie of deze vacante functies op post gericht aan de ambtenaren van de buitenlandse carrière en, desgevallend, aan de ambtenaren van de consulaire carrière alsook aan de ambtenaren van het Rijkspersoneel van de FOD;

  3. indien er zich, ingevolge de nieuwe oproep tot kandidaatstelling bedoeld in 2°, ambtenaren van de buitenlandse carrière en, desgevallend, ambtenaren van de consulaire carrière, evenals ambtenaren van het Rijkspersoneel van de FOD kandidaat stellen voor eenzelfde functie op post, wordt er voorrang verleend aan de kandidaturen ingediend door de ambtenaren van de buitenlandse carrière en, desgevallend, door de ambtenaren van de consulaire carrière die zich kandidaat hebben gesteld voor deze functie;

  4. indien er zich daarentegen, ingevolge de nieuwe oproep tot kandidaatstelling bedoeld in 2°, geen ambtenaar van de buitenlandse carrière noch, desgevallend, een ambtenaar van de consulaire carrière kandidaat stelt voor de vacante functie of de vacante functies op post, onderzoekt het Directiecomité de kandidaatstellingen van de ambtenaren van het Rijkspersoneel van de FOD die zich op geldige wijze kandidaat hebben gesteld en richt, desgevallend, een voorstel van aanstelling in de betrokken vacante functie of vacante functies op post aan de minister, overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid.

    Onverminderd artikel 17, § 2, kan elke ambtenaar van de buitenlandse carrière en, desgevallend, van de consulaire carrière, zich kandidaat stellen voor een functie op post volgens de procedure bedoeld in het eerste lid.

    § 3. De toelaatbaarheidsvereisten om zich kandidaat te stellen voor een functie op post zijn de volgende:

  5. ambtenaar van het Rijkspersoneel van de FOD zijn;

  6. behoren tot het niveau A en, desgevallend, tot dezelfde klasse als de klasse van de functie op post;

  7. beschikken over een nuttige en aantoonbare ervaring van minimum zes jaar in de materies die het voorwerp uitmaken van de functie op post;

  8. voldoen aan de voorwaarde van artikel 47, § 5, tweede lid van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van talen in bestuurszaken;

  9. geslaagd zijn in een taalexamen met betrekking tot de Engelse taal, waarvan het niveau overeenstemt met het niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid.

    Aan de toelaatbaarheidsvereisten bedoeld in het eerste lid is uiterlijk op de datum van de indiening van de kandidaatstelling voldaan.

    § 4. Artikel 20 is van toepassing op de aanstelling van de ambtenaren van het Rijkspersoneel van de FOD.

    § 5. De ambtenaar van het Rijkspersoneel van de FOD die wordt aangesteld op post, behoudt zijn wedde, zijn rechten op bevordering door verhoging in weddeschaal en zijn aanspraken op bevordering. Inzake verloven, vergoedingen, evaluatie, ordemaatregelen en tuchtregeling wordt hij gelijkgesteld met een ambtenaar van de buitenlandse carrière. "

    Art. 2. Artikel 22 van hetzelfde besluit, vernietigd bij arrest nr. 249.402 van de Raad van State, wordt vervangen als volgt:

    " Art. 22. § 1. Wij kunnen een persoon belasten met het uitoefenen van een opdracht van algemeen belang die verschillend is van een functie op post, hierna een bijzondere zending genoemd, op voorwaarde dat:

  10. Wij een bijzondere band van vertrouwen met de persoon hebben;

  11. de persoon beschikt over een nuttige en aantoonbare ervaring van minimum zes jaar in de internationale betrekkingen of in de materie die het voorwerp uitmaakt van de bijzondere zending.

    De bijzondere zending bedoeld in het eerste lid is beperkt tot een niet-hernieuwbare termijn van maximum vier jaar.

    § 2. Een oproep tot kandidaatstelling met het oog op het belasten van een persoon met het uitoefenen van een bijzondere zending, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

    De oproep tot kandidaatstelling vermeldt de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid en bevat alle elementen betreffende de bijzondere zending teneinde de kandidaten toe te laten zich kandidaat te stellen met kennis van zaken.

    Aan de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid is uiterlijk op het moment van de publicatie van de oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad voldaan.

    § 3. Enkel de gemotiveerde kandidaturen van personen die hun kandidatuur hebben gesteld binnen een termijn van tien werkdagen, die begint te lopen op de eerste werkdag die volgt op de dag van de publicatie van de oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad, worden in overweging genomen.

    De kandidaatstelling wordt overgemaakt op één van de volgende wijzen:

  12. per elektronisch schrijven naar het emailadres van de bevoegde dienst, vermeld in de oproep tot kandidaatstelling, waarvan de bevoegde dienst ontvangst bevestigt;

  13. door overhandiging aan de bevoegde dienst vermeld in de oproep tot kandidaatstelling, in ruil voor een ontvangstbewijs dat de handtekening van de ontvanger en de datum van ontvangst vermeldt;

  14. per aangetekende zending naar het adres vermeld in de oproep tot kandidaatstelling.

    De kandidaatstelling is enkel tegenstelbaar op voorwaarde dat de kandidaat beschikt over een ontvangstmelding die de indiening van de kandidaatstelling bewijst.

    § 4. Het Directiecomité onderzoekt de geldig ingediende kandidaatstellingen en vergelijkt de titels en verdiensten van de kandidaten in het licht van de voorwaarden vermeld in paragraaf 1, eerste lid.

    Het Directiecomité stelt een gemotiveerde kandidatenlijst voor aan de minister, alsook de titel die zal gedragen worden door de persoon belast met het uitoefenen van de bijzondere zending.

    § 5. Het aanstellingsbesluit van de persoon belast met het uitoefenen van de bijzondere zending vermeldt:

  15. de aard van de bijzondere zending;

  16. de nadere regels en de duur van de bijzondere zending;

  17. de titel die tijdens de bijzondere zending wordt gedragen;

  18. de nadere regels inzake de rechten en plichten, de verloven, de wedde, de vergoedingen, de evaluatie, de ordemaatregelen en de tuchtregeling die van toepassing zijn gedurende deze bijzondere zending. "

    Art. 3. De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 18 september 2022.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Buitenlandse Zaken,

    H. LAHBIB

    De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,

    M. KITIR .

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid ;

    Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 2015 houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

    Gelet op het advies van het Directiecomité, gegeven op 21 mei, 4 juni en 18 juni 2021;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 augustus 2021;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 4 oktober 2021;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 10 november 2021;

    Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 40 van het Sectorcomité VII - Buitenlandse Zaken, gesloten op 27 januari 2022;

    Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

    Gelet op het advies 71.200/4 van de Raad van State, gegeven op 6 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende het arrest nr. 249.402 van de Raad van State van 31 december 2020;

    Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Inleiding

    Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan wij de eer hebben het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft tot doel tegemoet te komen aan de gevolgen van de vernietiging van de artikelen 21 en 22 van het koninklijk besluit van 5 maart 2015 houdende de organisatie van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, hierna het organiek reglement, door het arrest nr. 249.402 van 31 december 2020 van de Raad van State.

    De vernietigde artikelen 21 en 22 van het organiek reglement voorzagen in de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT