Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen en meer bepaald betreffende de re-integratie bij ziekte of ongeval en de tewerkstelling van personen met een handicap, de 21 août 2022

Artikel 1. In artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2017, wordt de bepaling onder 2° opgeheven.

Art. 2. In artikel 2, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2013, worden de woorden "artikel 50, derde lid", ingevoegd tussen de woorden "artikel 48bis" en de woorden "artikel 53, § 1 en § 3".

Art. 3. In artikel 50 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:

    "3° wanneer hij als persoon met een handicap, verhinderd is voltijds te werken als gevolg van zijn handicap; onder "persoon met een handicap" wordt verstaan de persoon bedoeld onder artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage.";

  2. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "In afwijking van het eerste lid, 1°, kan de ambtenaar eveneens vragen om zijn ambt met verminderde prestaties wegens medische redenen uit te oefenen wanneer hij na een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van tenminste dertig dagen het werk minder dan tien werkdagen heeft hervat.".

    Art. 4. In artikel 51 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:

    " § 1.- De ambtenaar bedoeld in artikel 50, eerste lid, 1°, kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 40%, 50%, 60% of 80% van zijn normale prestaties voor een periode van maximum vier maanden.

    De verminderde prestaties mogen worden toegestaan voor een periode van één maand, tenzij de arts van het Bestuur van de medische expertise uitdrukkelijk beslist om meerdere aansluitende maanden toe te staan. Verlengingen mogen worden toegestaan indien het Bestuur van de medische expertise bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dit wettigt en op voorwaarde dat de maximumduur van vier maanden nog niet wordt overschreden. De bepalingen van artikel 53 zijn van toepassing. ";

  4. in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "bedoeld in artikel 50, 2°, kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 50%, 60% of 80% van zijn normale prestaties voor een periode van maximum twaalf maanden" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 50, eerste lid, 2°, kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 50%, 60% of 80% van de normale prestaties voor een periode van maximum vierentwintig maanden";

  5. in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "ten hoogste twaalf maanden" vervangen door de woorden "ten hoogste vierentwintig maanden";

  6. er wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende:

    " § 2bis.- De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, eerste lid, 3°, kan zijn ambt opnemen ten belope van 50%, 60% of 80% van de normale prestaties voor een periode van maximum vierentwintig maanden, tenzij de arts van het Bestuur van de medische expertise oordeelt dat het nieuw onderzoek vroeger moet plaatsvinden.

    Verlengingen mogen worden toegestaan voor ten hoogste vierentwintig maanden, indien het Bestuur van de medische expertise bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dit wettigt. De bepalingen van artikel 53 zijn van toepassing.";

  7. in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

    " § 3.- Bij elk onderzoek oordeelt de arts van het Bestuur van de medische expertise of de ambtenaar geschikt is om een bepaald arbeidspercentage van de normale prestaties zoals bedoeld in artikel 51 te leveren. ";

  8. in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "bedoeld in § 2" vervangen door de woorden "bedoeld in § 2 en § 2bis";

  9. in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "bedoeld in § 2" vervangen door de woorden "bedoeld in § 2 en § 2bis".

    Art. 5. In artikel 52 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  10. in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

    " § 2.- De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, eerste lid, 1°, 2° en 3° geniet zijn volledige wedde voor de eerste vier maanden van de verminderde prestaties wegens medische redenen.";

  11. in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, 2°, geniet vanaf de vierde maand" vervangen door de woorden "De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, eerste lid, 2° en 3° geniet vanaf de vijfde maand";

  12. in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 50, 2° " vervangen door de woorden "artikel 50, eerste lid, 2° en 3° ".

    Art. 6. In artikel 53 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  13. het tweede lid en het derde lid, van paragraaf 1, worden vervangen als volgt:

    "De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, eerste lid, 1°, dient een voorstel tot planning van de verminderde prestaties wegens medische redenen voor te leggen van zijn behandelend arts. In het voorstel vermeldt de behandelend arts de vermoedelijke datum van de volledige werkhervatting en de progressiviteit van de verminderde prestaties. Bij ontstentenis van het progressief karakter van de verminderde prestaties vermeldt de behandelend arts de medische reden hiervan.

    De ambtenaar, bedoeld in artikel 50, eerste lid, 2° en 3°, dient een recent omstandig geneeskundig verslag voor te leggen van een arts-specialist. In dit verslag vermeldt de arts-specialist de vermoedelijke aanvangsdatum van de verminderde prestaties en het voorgestelde arbeidspercentage, alsook de medische redenen die dit arbeidspercentage verantwoorden.";

  14. in paragraaf 2, worden de woorden "ten belope van 50%, 60% of 80%" vervangen door de woorden "ten belope van een arbeidspercentage bedoeld in artikel 51";

  15. in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 50, 1° en 2° " vervangen door de woorden "artikel 50, eerste lid, 1°, 2° en 3° ".

    Art. 7. In artikel 54, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 2009, worden de woorden "ten belope van 50%, 60% of 80%" vervangen door de woorden "ten belope van een arbeidspercentage, bedoeld in artikel 51".

    Art. 8. Artikel 64 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt aangevuld met de volgende zin:

    "De ambtenaar dient een gemotiveerde aanbeveling van zijn behandelend arts voor te leggen waaruit blijkt dat het verblijf in het buitenland de genezing en/of de behandeling niet in gevaar brengt. De arts vermeldt eveneens de begin- en einddatum van de aangevraagde verblijfperiode in het buitenland.".

    Art. 9. Artikel 65 van hetzelfde besluit, opgeheven bij koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt hersteld als volgt:

    "Art. 65.- Tijdens een afwezigheid ten gevolge van ziekte of ongeval heeft een ambtenaar de mogelijkheid met het oog op zijn werkhervatting om deel te nemen aan opleidingsactiviteiten en aan activiteiten in het kader van terug-naar-werkbegeleiding."

    Art. 10. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IXquater ingevoegd met titel "Het re-integratietraject van een ambtenaar bij ziekte of ongeval", bestaand uit de artikelen 68ter tot 68quinquies, luidende als volgt:

    "Hoofdstuk IXquater.- Het re-integratietraject van een ambtenaar bij ziekte of ongeval.

    Art. 68ter.-. Deze afdeling beoogt de re-integratie te bevorderen van de ambtenaar die afwezig is wegens ziekte en ongeval met uitsluiting van de afwezigheden als gevolg van een arbeidsongeval, een ongeval van en naar het werk en een beroepsziekte.

    Voor de toepassing van hoofdstuk VI van titel 4 van boek I van de Codex over het welzijn op het werk wordt de rol van de arts van het Bestuur van de medische expertise zoals bepaald in dit hoofdstuk gelijkgesteld met de rol van de adviserend arts.

    Art. 68quater.-. § 1.- Ten laatste tien weken na de aanvang van de afwezigheidsperiode wegens ziekte of ongeval maakt de arts van het Bestuur van de medische expertise, op basis van het medisch dossier van de ambtenaar, een eerste inschatting van diens restcapaciteit op.

    § 2.- De arts van het Bestuur van de medische expertise plaatst de ambtenaar op basis van de inschatting in één van de volgende vier categorieën:

  16. categorie 1: er kan redelijkerwijze worden aangenomen dat de ambtenaar uiterlijk tegen het einde van de zesde maand van de afwezigheid wegens ziekte spontaan zijn functie opnieuw kan uitoefenen;

  17. categorie 2: een werkhervatting lijkt om medische redenen niet tot de mogelijkheden te behoren;

  18. categorie 3: een werkhervatting is voorlopig niet aan de orde, omdat de prioriteit dient uit te gaan naar de medische diagnose of de medische behandeling;

  19. categorie 4: een werkhervatting lijkt mogelijk te zijn door het aanbieden van tijdelijk of definitief aangepast werk of ander werk.

    § 3.- De arts van het Bestuur van de medische expertise gaat niet tot de in de paragraaf 1 bedoelde inschatting over als de ambtenaar de preventieadviseur-arbeidsarts al verzocht heeft om een re-integratietraject zoals bedoeld in hoofdstuk VI van titel 4 van boek I van de Codex over het welzijn op het werk, op te starten.

    Art.68quinquies.-. § 1.- In de volgende gevallen en mits de toestemming van de ambtenaar verwijst de arts van het Bestuur van de medische expertise de ambtenaar door naar de preventieadviseur-arbeidsarts met het oog op het onderzoek om een re-integratietraject op te kunnen starten zoals bedoeld in hoofdstuk VI van titel 4 van boek I van de Codex over het welzijn op het werk:

  20. de ambtenaar is, op het moment van de in artikel 68quater bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1. De ambtenaar is nog altijd afwezig wegens ziekte of ongeval na zes maanden en de arts...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT