Koninklijk besluit tot wijziging, wat de voorwaarden inzake beroepsverzekering betreft, van het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot vaststelling van de nadere regels van het openbaar register van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en, de toekenning van de hoedanigheid aan de personen van derde landen en aan de rechtspersonen, de regels inzake de werking van het Instituut en de voorwaarden inzake beroepsverzekering, de 14 juin 2022

Artikel 1. In artikel 78 van het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot vaststelling van de nadere regels van het openbaar register van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en, de toekenning van de hoedanigheid aan de personen van derde landen en aan de rechtspersonen, de regels inzake de werking van het Instituut en de voorwaarden inzake beroepsverzekering, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het eerste lid, wordt het woord "intellectuele" ingevoegd tussen de woorden "bij de uitoefening van de" en de woorden "beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 3 en 6";

  2. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "De waarborg is van toepassing voor de beroepsactiviteiten uitgeoefend in de hele wereld uitgezonderd de Verenigde Staten van Amerika en Canada, die de beroepsbeoefenaar uitoefent vanuit een vestigingseenheid in België.".

    Art. 2. Artikel 79 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Als de verzekeringsovereenkomst een jaarlijkse limiet vastlegt, mag de minimale dekking niet lager zijn dan 5.000.000 euro, alle schadegevallen gecombineerd.".

    Art. 3. In artikel 80 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in het vroegere enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "Naast de uitsluitingen voorzien in artikel 62 en 63 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, kan de verzekeringsovereenkomst" vervangen door de woorden "De verzekeringsovereenkomst kan";

  4. hetzelfde lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 4°, 5° en 6°, luidende:

    "4° de gerechtelijke, administratieve, disciplinaire of transactionele geldboeten, gerechtskosten van strafrechtelijke vervolging en de schadevergoedingen die als strafmaatregel of afschrikmiddel worden toegepast en die persoonlijk gedragen worden door de verzekerde;

  5. de schade gedekt door de verzekeringsovereenkomst burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van een onderaannemer waarvoor de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemer ingeroepen kan worden;

  6. schade van alle aard waarvan de oorsprong of de omvang zou voortvloeien uit de gevolgen van een computervirus, een hacking, een DDoS-aanval of ransomware, behalve indien:

    1. het een onbekend risico betreft waarvoor op het ogenblik van zijn realisatie geen gepaste bescherming bestond;

    2. en/of de verzekerde alle in de sector van de verzekerden toepasselijke veiligheids-maatregelen genomen heeft, maar de realisatie van het risico mogelijk gemaakt werd omwille van een onvoldoende werking van de veiligheidssystemen.";

  7. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De uitsluitingen bedoeld in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen zijn eveneens van toepassing.".

    Art. 4. In artikel 81 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

    "Worden ook in aanmerking genomen, op voorwaarde dat ze schriftelijk worden ingesteld tegen de verzekerde of de verzekeringsonderneming binnen een termijn van zesendertig maanden te rekenen van het einde van de verzekeringsovereenkomst, de vorderingen tot vergoeding die betrekking hebben op:

  8. schade die zich tijdens de looptijd van die overeenkomst heeft voorgedaan indien het risico bij het einde van die overeenkomst niet door een andere verzekeringsonderneming gedekt wordt;

  9. daden of feiten die aanleiding kunnen geven tot schade, die zich tijdens de duur van die overeenkomst hebben voorgedaan en aan de verzekeringsonderneming werden aangegeven.".

    Art. 5. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Middenstand, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 14 juni 2022.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Economie,

    P.-Y. DERMAGNE

    De Minister van Middenstand,

    D. CLARINVAL

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur, artikel 44, vierde lid;

    Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot vaststelling van de nadere regels van het openbaar register van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en, de toekenning van de hoedanigheid aan de personen van derde landen en aan de rechtspersonen, de regels inzake de werking van het Instituut en de voorwaarden inzake beroepsverzekering;

    Gelet op het advies van de Raad van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants, gegeven op 26 oktober 2021;

    Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, gegeven op 10 december 2021;

    Gelet op het advies van de Commissie voor Verzekeringen, gegeven op 17 februari 2022;

    Gelet op advies 71.169/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Op de voordracht van de Minister van Economie en van de Minister van Middenstand,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    In uitvoering van artikel 44 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur komt het de Koning toe de minimumvoorwaarden voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering vast te leggen.

    Rekening houdend met de praktijken van het verzekeringsrecht, wil dit ontwerp van koninklijk besluit bepaalde verduidelijkingen en aanpassingen aanbrengen aan titel 6 van het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot vaststelling van de nadere regels van het openbaar register van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en, de toekenning van de hoedanigheid aan de personen van derde landen en aan de rechtspersonen, de regels inzake de werking van het Instituut en de voorwaarden inzake beroepsverzekering, hierna "het koninklijk besluit van 11 september 2020".

    In eerste instantie wordt het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 11 september 2020 verduidelijkt voor wat betreft de verzekering waarbij titel 6, zoals het opschrift het aangeeft, de minimumvoorwaarden voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering wil vastleggen. Het is niet de bedoeling om de verzekeringsvoorwaarden voor de burgerlijke aansprakelijkheid uitbating te reglementeren maar niets belet de partijen, zoals dat regelmatig het geval is, de voorwaarden voor die bijkomende dekking vast te leggen in hun overeenkomsten noch om mogelijkheden tot uitbreiding van de waarborg te voorzien.

    Om het toepassingsgebied voor wat betreft de minimumvoorwaarden voor de verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid beter af te bakenen, en zoals uitgelegd in de artikelsgewijze bespreking, wordt het woord "intellectuele" toegevoegd.

    Ook het territoriale toepassingsgebied wordt verder verduidelijkt. In zijn huidige vorm voorziet het koninklijk besluit van 11 september 2020 al een voorwaarde inzake aanknoping met België door de leden van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants te bedoelen maar dit aanknopingspunt wordt nu duidelijker vermeld.

    Ook worden een aantal uitsluitingen verder verduidelijkt voor wat betreft de boetes, de onderaannemers en de schade als gevolg van een computervirus of daden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT