Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2004 tot verhoging van de bedragen van het leefloon, de 6 août 2021

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 september 2004 tot verhoging van de bedragen van het leefloon, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 15 maart 2007, 4 mei 2010, 13 augustus 2011, 30 augustus 2013, 30 augustus 2015, 1 april 2016, 30 juni 2017, 22 juni 2018, 26 mei 2019 en 20 december 2020, worden de woorden

" 15° op 1 januari 2022:

5.663,85

8.495,80

11.481,62 "

vervangen door de woorden

" 15° op 1 juli 2021:

5.625,93

8.438,92

11.404,75 ".

Art. 2. Artikel 2 van dezelfde koninklijk worden de woorden

" 16° op 1 januari 2023:

5.816,07

8.724,12

11.790,19 "

vervangen door de woorden

" 16° op 1 januari 2022:

5.773,18

8.659,78

11.703,23 ".

Art. 3. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt worden de woorden

" 17° op 1 januari 2024:

5.972,38

8.958,58

12.107,05 "

vervangen door de woorden

" 17° op 1 januari 2023:

5.920,42

8.880,64

12.001,71 ".

Art. 4. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt:

" 18° op 1 januari 2024:

6.067,66

9.101,50

12.300,19 ".

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021.

Art. 6. De minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te L'Ile d'Yeu, 6 augustus 2021.

FILIP

Van Koningswege :

Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een beperking en Armoedebestrijding en Beliris,

K. LALIEUX

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, artikel 50, § 1;

Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, artikel 73bis, §§ 2 en §§ 3;

Gelet op het koninklijk besluit 3 september 2004 tot verhoging van de bedragen van het leefloon

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 9 juni 2021;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de termijn gesteld in artikel 73bis, § 2;

Overwegende de adviezen n° 2.213 van de CRB - NAR, gegeven op 19 april 2021, van inzake welvaartsvastheid 2021-2022 - uitvoering van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact;

Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 16 juli 2021 bettreffende de toepassing van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT