Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 4, 24 en 41 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde en houdende ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, de 29 mars 2021

HOOFDSTUK 1. - Afschaffing van de betaling van voorschotten

Artikel 1. Artikel 19 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, wordt opgeheven.

Art. 2. In hetzelfde besluit wordt de bijlage I, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage II, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.

Art. 4. In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2019, wordt de bepaling onder 4° opgeheven.

Art. 5. In artikel 5, § 1, 2°, a) van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk beluit van 17 maart 2019 worden de woorden "in artikel 1, 1° tot 3° " vervangen door de woorden "in artikel 1".

Art. 6. In afdeling 1, I, van tabel G van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in de inleidende zin worden de woorden "of van de voorschotten" opgeheven;

  2. in punt 1 worden de woorden "en voorschotten" opgeheven;

  3. punt 2, B) wordt opgeheven.

    HOOFDSTUK 2. - Minimumbedragen voor teruggaaf

    Art. 7. In artikel 81, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in de bepaling onder 1° worden de woorden "245 EUR" vervangen door de woorden "50 euro";

  5. in de bepaling onder 2°, worden de woorden "615 EUR of 1.485 EUR" vervangen door de woorden "400 euro";

  6. in de inleidende zin van de bepaling onder 3° worden de woorden "245 euro" vervangen door de woorden "50 euro";

  7. in de bepaling onder 4° worden de woorden "245 euro" vervangen door de woorden "50 euro".

    Art. 8. Artikel 7 treedt in werking op 1 april 2021.

    Art. 9. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

    BIJLAGEN.

    Art. N1.

    ( Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-03-2021, p. 30579 )

    Art. N2.

    ( Beeld niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT